Start H7 Consument ben jij

Start H7: de consument dat ben jij

Ben jij je bewust van je consumptie (aankopen)?

Denk je na over de effecten van je consumeren op jezelf, je omgeving, je toekomst?


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Start H7: de consument dat ben jij

Ben jij je bewust van je consumptie (aankopen)?

Denk je na over de effecten van je consumeren op jezelf, je omgeving, je toekomst?


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat wordt bedoelt met biosfeer?
A
Het gebied in de zee waar leven mogelijk is
B
Het gebied op aarde waar leven mogelijk is
C
Het gebied in de zee waar mensen kunnen leven
D
Het gebied op aarde waar mensen kunnen leven

Slide 3 - Quizvraag

31% van de vissen is overbevist; dat betekent dat..
A
de vissen snel uitsterven
B
de vissen niet duurzaam geproduceerd worden
C
de vissenpopulatie niet zichzelf in hetzelfde tempo kan herstellen
D
er veel vissen overblijven

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel plastic belandt er jaarlijks in de oceaan?
(miljard= miljoen ton)
A
1 miljard kilo
B
5 miljard kilo
C
8 miljard kilo
D
15 miljard kilo

Slide 5 - Quizvraag

Wat veroorzaakt voornamelijk de dode zones in zee?
(dode zones= geen leven mogelijk)
A
klimaatopwarming
B
overbevissing
C
plastic afval
D
bemesting landbouw

Slide 6 - Quizvraag

90% van het koraal is naar verwachting eind deze eeuw verdwenen uit de oceanen. Hoe?
A
door een hogere Ph-waarde
B
door verzuring van de oceanen
C
door de overbevissing
D
door het uitsterven van plankton

Slide 7 - Quizvraag

Wat is volgens jou de oplossing voor het plastic probleem?

Slide 8 - Woordweb

(Negatieve) externe effecten
Gevolgen voor anderen (externen) die niet in de verkoopprijs meegerekend zijn, noemen we externe effecten. 

Denk aan de overlast (herrie, vervuiling) van vliegverkeer: 
de passagiers betalen alleen voor de vlucht zelf (gebruik vliegtuig, kerosine, personeel, enz) en dus 
NIET voor deze negatieve externe effecten

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf op!!
  • Externe effecten: gevolgen van consumptie en productie die niet in de prijs van het product worden meegenomen maar wel de welvaart van anderen beïnvloeden.
  • Zowel positief als negatief

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van een positief extern effect.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Kleding, mensenrechten en vervuiling

Slide 13 - Tekstslide

Zou jij bereid zijn minder kleding voor meer geld te kopen, als dat ten gunste is van de mensenrechten, klimaat, etc.
A
Ja, daar let ik nu al op.
B
Ja, maar tot zover heb ik daar nog niet aan gedacht.
C
Misschien, hangt er vanaf hoeveel ik later te besteden heb .
D
Nee, ik wil het liefst veel voor weinig.

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Maken opgave 7.1 t/m 7.8

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat zou je kunnen helpen meer te bewegen/ sporten?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Wat zou je kunnen helpen gezonder te eten?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

Aan de slag
Nakijken 7.1 t/m 7.8
Maken opgave 7.9 t/m 7.15

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Noteer uit hoofdstuk 7 alle 
dikgedrukte woorden
in je schrift en noteer erachter de betekenis

Bijvoorbeeld:
duurzaam= rekening houden met de lange termijn gevolgen van consumptie en productie (voor mens en milieu)

Slide 22 - Tekstslide