Ne KGT H6 Woordenschat les 2

Ik kan een online woordenboek gebruiken om de betekenis van een onbekend woord op te zoeken
Ik kan een papieren woordenboek gebruiken
Herhaling instructie woordenboek gebruiken
Nederlands
4 juni
blz. 166 opdr. 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik kan een online woordenboek gebruiken om de betekenis van een onbekend woord op te zoeken
Ik kan een papieren woordenboek gebruiken
Herhaling instructie woordenboek gebruiken
Nederlands
4 juni
blz. 166 opdr. 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
  1. Woord van de week
  2. Terugkoppeling vorige les
  3. Opdrachten maken
  4. Huiswerk
  5. Afsluiting les, evt. voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week
Wie?
Alain

Slide 3 - Tekstslide

Waar kun je de betekenis vinden van een woord dat je niet kent?

Slide 4 - Open vraag

6 woordraadstrategieën
1. In een woordenboek opzoeken (of Google ;))
2. Zoek een tegenstelling 
3. Zoek een synoniem
4. Zoek een omschrijving of definitie
5. Zoek een voorbeeld
6. Zoek een bekend woorddeel

Slide 5 - Tekstslide

Woordenboek
  • Tijdens het examen mag je een papieren woordenboek gebruiken. 
  • De woorden in het woordenboek noem je trefwoorden
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Voor de rest werkt een woordenboek hetzelfde als online.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenboek
Vaak gebruiken we een woordenboek om de betekenis van woorden op te zoeken.

Maar in een woordenboek kun je nog meer informatie opzoeken.

Slide 7 - Tekstslide

Werken met het woordenboek

Je kan het woordgeslacht opzoeken in een woordenboek.


Je kan moeilijke woorden opzoeken in een woordenboek.

Als je op je device werkt, kun je altijd een online woordenboek gebruiken als je de spelling van een woord niet zeker weet.

Slide 8 - Tekstslide

Werken met het woordenboek 2
In het woordenboek staat achter het trefwoord:
 – hoe je het woord uitspreekt; 
– welk lidwoord je moet gebruiken (het woordgeslacht); 
– hoe je het meervoud moet maken.

Slide 9 - Tekstslide

Werken met het woordenboek 3
Let hier dus op wanneer je de betekenis uit een woordenboek haalt. 
Een woord kan meerdere betekenissen hebben. 
De zin bepaalt welke betekenis je moet gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Woordenboek gebruiken

Kijk goed welke betekenis in de zin past.

Op de eerste dag van mijn stage moest ik me voorstellen aan de afdelingsleider.

Het woordenboek zegt:





In deze zin betekenis 2

zeggen hoe iemand heet

Slide 11 - Tekstslide

Woordenboek gebruiken

Kijk goed welke betekenis in de zin past.

Ik kan me niet voorstellen dat ik een voldoende voor mijn verslag krijg.

Het woordenboek zegt:





In deze zin betekenis 4

zich voor de geest halen (In gedachten voor zich zien)

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Terug lezen
Verder lezen
Woordenboek gebruiken
Omschrijving zoeken
Tegenstelling zoeken
Bekend woorddeel zoeken
Synoniem zoeken
Voorbeeld zoeken
Manieren om een onbekend woorden te vinden in de tekst

Slide 14 - Sleepvraag

Zoek in je woordenboek

Zoek op in je woordenboek wat de volgende woorden betekenen:

Slide 15 - Tekstslide

Bij welk woord zoek je de betekenis op van 'gegeven'?

Slide 16 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord briefkaart

Slide 17 - Open vraag

De herinnering om te betalen werd verstuurd.
Wat betekent het woord 'herinnering'?

Slide 18 - Open vraag

Aan het werk!
bladzijde 166
opdracht 4, 5, 6 maken (is huiswerk voor vrijdag)

Klaar? Opdracht 1 tot en met 3 afmaken (werk van gister).
Dan werk aan docent laten zien. 
Daarna nakijken met nakijkbladen in houten bak.

Slide 19 - Tekstslide

Ik kan een online woordenboek gebruiken om de betekenis van een onbekend woord op te zoeken
Ik kan een papieren woordenboek gebruiken
Herhaling instructie woordenboek gebruiken
Nederlands
26 mei
blz. 166 opdr. 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten

Slide 20 - Tekstslide