Module 3 2.3 en 2.4

Bij monopolistische concurrentie is er sprake van een heterogeen goed.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bij monopolistische concurrentie is er sprake van een heterogeen goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Bij monopolistische concurrentie is productdifferentiatie geheel afwezig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Bij monopolistische concurrentie zijn er veel aanbieders.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les ken je de marktvorm monopolistische concurrentie, en weet je hoe een monopolie werkt en hoe de prijs op deze markt tot stand komt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bij welke marktvorm(en) zijn er veel aanbieders?
A
Oligopolie en Monopolie
B
Volkomen concurrentie en Oligopolie
C
Monopolie en Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie en Monopolistische concurrentie

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 12 - Quizvraag

welke marktvorm?
A
Volledige mededinging
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 13 - Quizvraag

Een monopolie heeft een makkelijke toetreding.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Winst is maximaal bij
A
C
B
D
C
E
D
F

Slide 15 - Quizvraag

Als op een markt sprake is van volkomen concurrentie ipv een monopolie, zou de prijs lager/hoger zijn en het totale marktsurplus hoger/lager zijn.
A
lager/lager
B
lager/hoger
C
hoger/lager
D
hoger/hoger

Slide 16 - Quizvraag

De winst is maximaal bij p
A
1 euro
B
4 euro
C
3 euro
D
2 euro

Slide 17 - Quizvraag

De prijs bij maximale winst
A
4 euro
B
0 euro
C
3,5 euro
D
1 euro

Slide 18 - Quizvraag

Welke prijs komt tot stand als de monopolist naar maximale winst streeft?
A
0
B
25
C
50
D
75

Slide 19 - Quizvraag

Welke oppervlakte(s) geeft/geven de totale winst aan als de monopolist naar maximale winst streeft?
A
ABC
B
AB
C
BC
D
C

Slide 20 - Quizvraag

Welke oppervlakte(s) geeft/geven de totale kosten aan als de monopolist naar maximale winst streeft?
A
ABC
B
AB
C
BC
D
C

Slide 21 - Quizvraag

Welke oppervlakte(s) geeft/geven de totale omzet aan als de monopolist naar maximale winst streeft?
A
ABC
B
AB
C
BC
D
C

Slide 22 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les ken je de marktvorm monopolistische concurrentie, en weet je hoe een monopolie werkt en hoe de prijs op deze markt tot stand komt.

Slide 23 - Tekstslide

In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
0100

Slide 24 - Poll

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 25 - Open vraag

Huiswerk
Digitaal maken module 3 hoofdstuk 2 vraag 11 t/m 22

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video