Voegwoorden H2

H5 Grammatica woordsoorten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Lezen
-Uitleg H5 Grammatica
-Opdrachten Grammatica'
-Pauze
-Kijk en Luister

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: 
Je kunt voegwoorden in zinnen herkennen en onderscheid maken tussen onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe controleer je of je te maken hebt met een hoofdzin of een bijzin?

Slide 4 - Open vraag

Pak je een paraplu // voordat je weer naar buiten gaat?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + bijzin

Slide 5 - Quizvraag

 / Pak je een paraplu / voordat je naar buiten gaat? /

Slide 6 - Tekstslide

Om twee hoofdzinnen aan elkaar te plakken gebruik je een .......
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

dus / en / maar / of / want

Dit zijn:
A
nevenschikkende voegwoorden
B
zelfstandig naamwoorden
C
onderschikkende voegwoorden
D
bijvoeglijk naamwoorden

Slide 8 - Quizvraag

dus
en 
maar
of 
want

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkende voegwoorden verbinden meestal een bijzin met een hoofdzin.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Voegwoorden verbinden twee woorden, twee ? of twee zinnen.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide