THK - les 4

Kaakchirurgie - les 4
Hoofdstuk 8 
pag. 255
  • 8.6 Geretineerde en geïmpacteerde elementen
  • 8.7 Tumoren
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
THKMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kaakchirurgie - les 4
Hoofdstuk 8 
pag. 255
  • 8.6 Geretineerde en geïmpacteerde elementen
  • 8.7 Tumoren

Slide 1 - Tekstslide

Planning periode
Week 1:   Uitval
Week 2:   8.1 + 8.2.1
Week 3:   8.2.2 + 8.3
Week 4:   8.4 + 8.5
Week 5:   8.6 + 8.7
Week 6:   8.8 + 8.9
Week 7:   8.10 + 8.11
Week 8:   8.12 + 8.13
Week 9:    TOETSWEEK


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kan je het verschillen tussen geretineerde en geïmpacteerde elementen omschrijven
  • Weet ik het Latijnse woord voor zwelling
  • Weet ik het verschil tussen benigne tumor en maligne tumor
  • Kan ik opnoemen op welke verschillende manieren tumor behandeld kan worden

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken studievragen
studievragen les 3 - H8.4 + 8.5

Slide 4 - Tekstslide

1. Noem vier soorten odontogene ontstekingen en beschrijf ze.

Slide 5 - Open vraag

2. Wat is het verschil tussen een chronische en een acute ontsteking?

Slide 6 - Open vraag

3. Wat is het doel van de behandeling van odontogene ontstekingen?

Slide 7 - Open vraag

4. Wat is een apexresectie? Wanneer is een apexresectie geïndiceerd?

Slide 8 - Open vraag

5. Wat is een abces?

Slide 9 - Open vraag

6. Om welke twee redenen wordt een abces ontlast?

Slide 10 - Open vraag

7. Wat is de meest logische plaats om een incisie te zetten bij een abces?

Slide 11 - Open vraag

8. Waarom mag er geen anesthesie door middel van een injectie gegeven worden bij een abces?

Slide 12 - Open vraag

9. Waarom wordt er soms een drain aangebracht na een abcesincisie?

Slide 13 - Open vraag

10. Hoe herken je een abces?

Slide 14 - Open vraag

11. Hoe noemen we een abces onder de huid?

Slide 15 - Open vraag

12. Waarom wordt bij een abces meestal geen antibioticum voorgeschreven?

Slide 16 - Open vraag

13. Wat is een cellulitis? Wat is de behandeling van een cellulitis?

Slide 17 - Open vraag

14. Wat is een odontogene cyste? Welke drie soorten kennen we?

Slide 18 - Open vraag

15. Welke twee ontwikkelingscysten kennen we? Beschrijf beide soorten.

Slide 19 - Open vraag

16. Welke behandeling wordt uitgevoerd bij ontwikkelingscysten?

Slide 20 - Open vraag

17. Welke twee ontstekingscysten kennen we? Beschrijf beide soorten.

Slide 21 - Open vraag

18. Welke behandeling wordt uitgevoerd bij ontstekingscysten?

Slide 22 - Open vraag

19. Wat is kenmerkend bij een keratocyste?

Slide 23 - Open vraag

20. Hoe noemen we het verwijderen van een cyste? Beschrijf de procedure.

Slide 24 - Open vraag

21. Waarom komen cystes regelmatig weer terug?

Slide 25 - Open vraag

Lesonderwerpen
  • Geretineerde elementen
  • Geïmpacteerde elementen
  • Tumoren
  • Indeling van tumoren
  • Tumoren in het hoofd-halsgebied
  • Therapie bij tumoren

Slide 26 - Tekstslide

Geretineerde element
Geïmpacteerd element

Slide 27 - Tekstslide

Geretineerd element
Element wilt niet doorbreken
Oorzaken: verkeerde ligging van tandkiem, ontbreken van eruptiekracht
Komt voor bij: vestandskiezen OK & cuspidaten BK
                
                 verstandskiezen worden in de kaak verwijderd, om evt. folliculaire cyste te voorkomen
                  cuspidaten worden d.m.v. orthodontische apparatuur naar goede plaats gebracht


Slide 28 - Tekstslide

Geïmpacteerd element
Element kan niet doorbreken
  • Lijkt veel op geretineerd element
  • Meestal verder doorgebroken
  • Komt voor bij: verstandskies OK
  • Bij doorbraak: ontstaat opening > operculum
  • Operculum geeft kans op pericoronitis
  • klachten: pijn, zwelling en kaakkramp (trismus)

Slide 29 - Tekstslide

Element KAN NIET doorbreken
A
Geretineerd element
B
Geïmpacteerd element

Slide 30 - Quizvraag

Komt voor bij verstandskies OK
A
Geretineerd element
B
Geïmpacteerd element

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van een geretineerd element?

Slide 32 - Open vraag

8.7 Tumoren
  • Tumor = Latijnse woord voor zwelling
  • Verschijnselen die neoplasmata of nieuwvormingen genoemd worden
  • Nieuwvorming/gezwel: woekering van cellen met ongecontroleerde groei
  • Gezonde mens: aantal cellen is in balans met vervanging van verloren cellen
  • Op tumorcellen heeft het regelmechanisme geen invloed
                                                        Gezwellen: benigne en maligne tumoren

Slide 33 - Tekstslide

Benigne tumor (goedaardige)
Soms hebben benigne tumoren een premaligne karakter
  • Gezwel waarvan cellen bij elkaar blijven liggen;
  • Door groei wordt omgeving opzij geduwd;
  • Dringen niet tussen organen of gezonde cellen;
  • Omgeven met kapsel van weefsel;
  • Makkelijk chirurgisch te verwijderen;
  • Tumor komt bijna nooit terug; ontstaan zelden recidief
  • Klachten mogelijk           komt door hun groei andere weefsels verdringen/afknellen

Slide 34 - Tekstslide

Maligne tumor (kwaadaardige)
Gevaarlijke tumor (twee eigenschappen)
1. Infiltratieve groei:
  • Cellen dringen tussen het omringende gezonde weefsel;
  • Cellen kunnen zich daarin verdelen;
  • Raakt gevuld met abnormaal weefsel    
gezonde weefsel/orgaan kan niet normaal functioneren.
2. Mogelijkheid om te metastaseren:
  • Cellen kunnen losraken en via bloed- of lymfebanen op andere 
plaatsen komen;
  • Deze nieuwe tumor noemen we: metastase (uitzaaiing).

Slide 35 - Tekstslide

Benigne tumor =
A
Goedaardige
B
Kwaadaardige

Slide 36 - Quizvraag

Dringen NIET tussen organen of gezonde cellen =
A
Benigne tumor
B
Maligne tumor

Slide 37 - Quizvraag

Ander woord voor uitzaaiing =

Slide 38 - Open vraag

8.7.1 Indeling van tumoren
  • Meeste tumoren in de mond zijn goedaardig;
  • Goed onderzoek van mondholte bij controle is belangrijk;
  • Symmetrie en asymmetrie in het gezicht;
  • Goedaardige tumor groeit langzaam;
  • Kwaadaardige tumor groeit snellen;
- Eerder klachten: trismus (kaakkramp), paralyse (verlamming) en pijn
  • Zwelling 2-3 dagen is komen opzetten > acute ontsteking
  • Niet vertrouwd? vervolgafspraak 2 weken
  • MKA-chirurg voor naderonzoek
Elke zweer, wrat, zwelling, witte verkleuring in de mondholte, aan de lippen/tong/speekselklieren die niet binnen 2-3 weken spontaan is verdwenen > kwaadaardig?

Slide 39 - Tekstslide

Paralyse
A
verlamming
B
kaakkramp

Slide 40 - Quizvraag

8.7.2 Tumoren in het hoofd-halsgebied
Alle soorten lichaamscellen kunnen tumoren veroorzaken. 
Cellen die bij de tan betrokken zijn > ontaarden en veroorzaken tumor > odontogene tumor

Behandeling bestaat meestal uit chirurgische verwijdering




Slide 41 - Tekstslide

Tumoren
Epulis: zwelling van een gingivapapil
  • ontwikkelen tijdens zwangerschap o.i.v. hormonale veranderingen
Fibroom: fibreuze zwelling van het mondslijmvlies
  • oorzaak is chronische irritatie bv. slecht passende gebitsprothese/ wang-lipbijten
Osteoom/osteosarcoom
  • komt voor in kaken
Plaveiselcelcarcinoom: meest voorkomende kwaadaardige tumor
  • overal in mondholte
  • ziet uit als een zweer
  • roken en alcohol > belangrijkste oorzaken

Slide 42 - Tekstslide

zwelling op gingivapapil
A
Epulis
B
Fibroom
C
Plaveiselcelcarcinoom
D
Osteoom

Slide 43 - Quizvraag

Belangrijkste oorzaken zijn roken en gebruik van alcohol ...
A
Epulis
B
Fibroom
C
Plaveiselcelcarcinoom
D
Osteoom

Slide 44 - Quizvraag

8.7.3 Therapie bij tumoren
1. Chirurgische verwijderen van het tumorweefsel; bij maligne tumor wordt er meer weefsel weggenomen dan bij benige tumor

2. Bestraling van het tumorgebied; zodanig dat cellen zich niet meer delen

3. Chemotherapie; toedienen van geneesmiddelen die celdeling afremmen/stopzetten > cytostatica. Afremmen van de groei van ook normale lichaamscellen > rustpauzes

4. Dieet; moermandieet kan positieve invloed hebben op genezingsproces van tumoren. twijfelachtig

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Bestraling hoofd-halfgebied
  • Gebit moet goed onderzocht worden            elementen die moeilijk behandeld kunnen worden / dubieuze elementen          verwijderen
  • Ruim voor de eerste bestraling > bestraling van de kaken remt het vermogen om te genezen
Toch een extractie tijdens de bestraling, wat nu?
  • Bestraling verminderd speekselproductie > remineralisatie van het glazuur verminderen > cariës
  • Pat. die wordt bestraald            extra fluoride

Elementen die in een tumor of in het gebied van een tumor staan, mogen niet worden geëxtraheerd > kans op metastasering van tumor.
Genezingskans: tumor grootte > genezen als na 5 jaar niet is teruggekeerd/metastasen


Slide 47 - Tekstslide

4 soorten therapieën bij tumoren

Slide 48 - Woordweb

Terugblikken op leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kan je het verschillen tussen geretineerde en geïmpacteerde elementen omschrijven
  • Weet ik het Latijnse woord voor zwelling
  • Weet ik het verschil tussen benigne tumor en maligne tumor
  • Kan ik opnoemen op welke verschillende manieren tumor behandeld kan worden

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk
Studievragen les 4 H8.6 en 8.7
zie itslearning!


Inleveren in bijbehorende map

Slide 50 - Tekstslide

Vooruitblikken

Week 6: 
8.8 + 8.9

Lees deze alvast door voor de volgende les!


Slide 51 - Tekstslide