5VWO: trappen van vergelijking

voorbereiding
lessonup open op je mobiel?
lesboek open op pagina 190
handboek bij nummer 36

We wachten even tot iedereen is aangemeld op Microsoft Teams. Ondertussen kun je vast het volgende doen: Je microfoon staat automatisch op stil, laat dat nog even zo. De docent vertelt je wanneer je de microfoon aan kunt zetten. Je camera staat aan, je kunt er voor kiezen om die uit te zetten. Stel een eventuele vraag vast via de chat aan de docent.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

voorbereiding
lessonup open op je mobiel?
lesboek open op pagina 190
handboek bij nummer 36

We wachten even tot iedereen is aangemeld op Microsoft Teams. Ondertussen kun je vast het volgende doen: Je microfoon staat automatisch op stil, laat dat nog even zo. De docent vertelt je wanneer je de microfoon aan kunt zetten. Je camera staat aan, je kunt er voor kiezen om die uit te zetten. Stel een eventuele vraag vast via de chat aan de docent.

Slide 1 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
Steigerungsstufen

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 3 trappen
1. de stellende trap        schnell
         2. de vergrotende trap     schneller
         3. de overtreffende trap  schnellst

Slide 3 - Tekstslide

de vergrotende trap
In het Duits maak je de vergrotende trap door -er achter het woord (stellende trap) te zetten:

schneller

Slide 4 - Tekstslide

de overtreffende trap
In het Duits maak je de overtreffende trap door  -st achter het woord te zetten:

 schnellst

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vorm je de vergrotende en overtreffende trap?
A
-er, -e
B
-e, st
C
-st, -e
D
-er, st

Slide 6 - Quizvraag

Let op !:

De meeste eenlettergreperige woorden met een a, o of u in de stam krijgen een Umlaut in de vergrotende en overtreffende trap: 

stellende trap: warm

vergrotende trap: wärmer
overtreffende trap: wärmst

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de vergrotende trap van kalt?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de vergrotende trap van jung?

Slide 9 - Open vraag

Let op !:


Woorden die eindigen op -d, -t of -s klank (-s,-ss,-ß, z, sch) krijgen in de overtreffende trap: est!:

stellende trap: süß
vergrotende trap: süßer
overtreffende trap: süßest

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de overtreffende trap van weit?
A
weit
B
weiter
C
weitst
D
weitest

Slide 11 - Quizvraag

Let op !:

bij een bijvoeglijk naamwoord dat eindigt op -er met daarvoor een tweeklank (au, eu) of op -el vervalt de e in de vergrotende trap:

stellende trap: sauer

vergrotende trap: saurer
overtreffende trap: sauerst

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de vergrotende trap van teuer?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

woorden van vergelijking

Slide 16 - Tekstslide

Wir sind ..... alt.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 17 - Quizvraag

Du bist schneller.... ich.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 18 - Quizvraag

Der Berg ist höher.... der Zugspitze.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 19 - Quizvraag

Der Berg ist genauso hoch ... jener.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 20 - Quizvraag

Das Leben in einer Großstadt ist teurer .... in diesem Dorf.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 21 - Quizvraag

Die beiden Freundinnen sind ... alt.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 22 - Quizvraag

Es ist heute so warm ... gestern.
A
als
B
wie
C
gleich

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Machen
Lektion 4: Aufgabe 13.2 t/m 4


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide