Grammatica Hakken, PV, WWG, O, LV, MV, bwb

Inloggen Lesson-up

Stap 1: download app Lesson-up
Stap 2: registreren
Stap 3: klassencode: vlngz
Stap 4: registreer met je schoolmail
stap 5: gebruik je eigen voor- en achternaam
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Inloggen Lesson-up

Stap 1: download app Lesson-up
Stap 2: registreren
Stap 3: klassencode: vlngz
Stap 4: registreer met je schoolmail
stap 5: gebruik je eigen voor- en achternaam

Slide 1 - Tekstslide

Doelen

- je weet dat taal een grammatica nodig heeft

- je weet wat de PV, infinitief, voltooid deelwoord zijn

- je weet wat ontleden van een zin betekent

- je weet wat redekundig ontleden is

- je weet wat taalkundig ontleden is



Slide 2 - Tekstslide

Wat is redekundig ontleden
Taalkundig ontleden = woorden benoemen (LW, VZ,WW,)
Redekundig ontleden = zinsdelen benoemen (PV, O, LVW)

- Blijft terugkomen;
- Nodig bij andere vreemde talen;
- Helpt je bij beter formuleren van zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Alle zinsdelen!
1. (PV): tijdproef, getalproef,         (vraagproef)
2. |zinsdelen|: zo groot mogelijk stuk zin dat voor de PV past
3. (O): WIE/ WAT + PV
4. WWG: PV + een rest
                  {ww-rest}
                  [niet-ww rest]
                 

5. LV:     WIE/ WAT + WG + O
6. MV:    
AAN/ VOOR WIE/ WAT + WG + O + LV
7. BWB: plaats/ tijd/ vraagwoord



Slide 4 - Tekstslide

De volgorde van ontleden en de vraag die je erbij stelt:

 1. PV             Tijdproef, getalproef (vraagproef)

2. Verdeel de zin in zinsdelen hfst 2
                      
3a. WWG     Alle werkwoorden in een zin (pv + inf/vdw/te + inf)
3b. NWG    Alle werkwoorden (minstens één koppelwerkwoord) + het naamwoordelijk deel

4. OND        Vraag O: WIE of WAT + PV + andere werkwoorden?

5. LV              Vraag LV: WAT of WIE + PV + O + andere werkwoorden?
                       ! Als je te maken hebt met een NWG, heb je NOOIT een LV !

6. MV            Vraag: AAN WIE of VOOR WIE + PV + O + LV + andere werkwoorden?

7. BWB         Geeft antwoord op: Waar? Wanneer? Hoe laat? Hoe vaak? Waarom? Waardoor? Waarmee?  Waaruit? Met wie? Door wie? Hoe? Hoeveel? De woordjes: wel, niet, nog, ook en toch zijn altijd BWB. Als je PV t/m MV goed hebt ontleed, zijn je overgebleven zinsdelen (meestal) BWB.

Slide 5 - Tekstslide

In welke volgorde ontleed je een zin?
BWB
PV
o
zinsdelen
WWG
Lv
MV

Slide 6 - Sleepvraag

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
Tekst
wwg
ond
mv
lv
bwb
Aan wie
zal
de president
de medaille
straks
geven?

Slide 7 - Sleepvraag

Ontleed de zin. Sleep de zinsdelen naar de juiste benamingen.
wwg
ond
mv
lv
bwb
Onderweg
heeft
zij
een high-five
haar zus
gegeven.

Slide 8 - Sleepvraag

Na dat zware werk
smaakt
een glas limonade
BWB
heerlijk.
PV
Onderwerp

Slide 9 - Sleepvraag

Die tentoonstelling
werd
door de minister
BWB
geopend
Onderwerp
WWG

Slide 10 - Sleepvraag

Ontleed de volgende zin
De brugklas gaat volgende week op zeilkamp.
A
pv= de brugklas, o= gaat wwg= gaan op zeilkamp
B
pv= gaat o= de brugklas wwg = gaan op zeilkamp
C
pv= gaat o= de brugklas wwg= gaan
D
pv= gaat o= de brugklas wwg= volgende week

Slide 11 - Quizvraag

Ontleed de volgende zin.
Zou hij dat echt niet gedaan hebben?

A
pv= gedaan o= hij wwg= gedaan hebben
B
pv = hij o= dat wwg = gedaan hebben
C
pv=zou o= dat wwg= zou gedaan hebben
D
pv= zou o= hij wwg= zou gedaan hebben

Slide 12 - Quizvraag

Ontleed de volgende zin.
De jarige had dat helemaal niet verwacht.
A
pv= de jarige o= had wwg= had verwacht
B
pv= had o= de jarige wwg= had verwacht
C
pv= de jarige o= dat wwg= had verwacht
D
pv= had o= de jarige wwg= verwacht

Slide 13 - Quizvraag

Maak het werkblad
Zet je naam erop
zet een streep onder de persoonsvorm
zet een cirkel om het onderwerp
schrijf het werkwoordelijke gezegde op achter de zin
klaar? mag je het inleveren.

Slide 14 - Tekstslide

digitale leeromgeving
Extra oefenen?
ga naar je magister
leermateriaal
dan naar grammatica hfst 1 en maak hier je opdrachten van dit hoofdstuk


Slide 15 - Tekstslide

Wat kies je?
Ik snap het! Ik wil graag zelf aan de slag.
Ik snap het nog niet zo goed. Ik wil graag opdrachten samen maken

Slide 16 - Poll

Hoe vind je dat je het hebt gedaan?
0100

Slide 17 - Poll

Maak de volgende opdrachten

Slide 18 - Tekstslide

Extra uitleg?
op YouTube vind je Arnoud Kuipers
Hij heeft van alle onderdelen van de Nederlandse taal uitleg filmpjes gemaakt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video