wk 13: les 1 (grammatica les 6)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Dinsdag 29 maart - G2a (30-minutenrooster)

• 10 minuten lezen
  

• Grammatica: zinsontleding wwg/nwg t/m bwb
  
• Aan de slag!

Vorige les heb je geleerd...

...wat het verschil is tussen het wwg en het nwg.

...wat een hww, zww en kww is.

Deze les ga je leren...

...om alles wat we tot nu toe hebben behandeld toe te passen bij zinsontleding.

...om een zin te ontleden - van pv t/m bwb -inclusief nwg.

De volgorde van ontleden en de vraag die je erbij stelt:

 1. PV             Tijdproef, getalproef (vraagproef)

2. Verdeel de zin in zinsdelen
                      
3a. WWG     Alle werkwoorden in een zin (pv + inf/vdw/te + inf)
3b. NWG    Alle werkwoorden (minstens één koppelwerkwoord) + het naamwoordelijk deel

4. OND        Vraag O: WIE of WAT + PV + andere werkwoorden?

5. LV              Vraag LV: WAT of WIE + PV + O + andere werkwoorden?
                       ! Als je te maken hebt met een NWG, heb je NOOIT een LV !

6. MV            Vraag: AAN WIE of VOOR WIE + PV + O + LV + andere werkwoorden?

7. BWB         Geeft antwoord op: Waar? Wanneer? Hoe laat? Hoe vaak? Waarom? Waardoor? Waarmee?                                   Waaruit? Met wie? Door wie? Hoe? Hoeveel? De woordjes: wel, niet, nog, ook en toch zijn altijd                               BWB. Als je PV t/m MV goed hebt ontleed, zijn je overgebleven zinsdelen (meestal) BWB.

! ! In een zin met een NWG staat NOOIT een lijdend voorwerp ! !

Vergelijk:

    Ond   NWG           NWG
/ Tom / is / een goede schilder. /

     Ond     WWG               LV

/ Tom / zoekt / een goede schilder. /

Zinsontleding

/Volgens wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie / is /veel schermtijd /voor kinderen /ongezond.

Pv = is

Verdeel in zinsdelen

Wwg/nwg = nwg is ongezond

Ond = veel schermtijd

Lv = -

Mv = voor kinderen

Bwb = Volgens wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie

Zinsontleding

Volgens wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie / is / veel schermtijd / voor kinderen / ongezond.

Pv = is

Verdeel in zinsdelen

Wwg/nwg = nwg - is ongezond

Ond = veel schermtijd

Lv = -

Mv = voor kinderen

Bwb = Volgens wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie

Zinsontleding

/Volgens een onderzoek / is /mediaopvoeding onder ouders van jonge kinderen /geen urgent onderwerp./

Pv = is

Verdeel in zinsdelen

Wwg/nwg = nwg is geen urgent onderwerp

Ond = mediaopvoeding onder ouders van jonge kinderen

Lv = -

Mv = -

Bwb = Volgens een onderzoek

Zinsontleding

Volgens een onderzoek / is / mediaopvoeding onder ouders van jonge kinderen / geen urgent onderwerp.

Pv = is

Verdeel in zinsdelen

Wwg/nwg = nwg - is geen urgent onderwerp

Ond = mediaopvoeding onder ouders van jonge kinderen

Lv = -

Mv = -

Bwb = Volgens een onderzoek

Aan de slag!

1. De situatie schijnt steeds gevaarlijker te worden.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

1. De situatie schijnt steeds gevaarlijker te worden.

2. Jarenlang is hij krantenloper geweest.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

2. Jarenlang is hij krantenloper geweest.

3. Nu heeft hij een wat winstgevender bijbaantje.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

3. Nu heeft hij een wat winstgevender bijbaantje.

4. Hij is hulpje geworden bij een apotheek.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

4. Hij is hulpje geworden bij een apotheek.

5. Hij krijgt nu een beloning van de apotheker en van de klanten.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

5. Hij krijgt nu een beloning van de apotheker en van de klanten.

6. Hij zal later ook wel apotheker worden.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

6. Hij zal later ook wel apotheker worden.

7. De leraar is lange tijd ziek gebleven.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

7. De leraar is lange tijd ziek gebleven.

8. De leerlingen gingen hem na een week wel missen.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

8. De leerlingen gingen hem na een week wel missen.

9. De kleinkinderen kochten gisteren een mooi boeket voor hun oma.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

9. De kleinkinderen kochten gisteren een mooi boeket voor hun oma.

10. Spinazie is voor velen een lekkernij.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

10. Spinazie is voor velen een lekkernij.

11. Sommigen hebben een grondige afkeer van spruiten.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

11. Sommigen hebben een grondige afkeer van spruiten.

12. Sla is een frisse zomergroente.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

12. Sla is een frisse zomergroente.

13. Van aardbeien kun je helaas pukkels krijgen.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

13. Van aardbeien kun je helaas pukkels krijgen.

14. Deze stad is ook nu nog het middelpunt van het Duitse Rijnland.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

14. Deze stad is ook nu nog het middelpunt van het Duitse Rijnland.

15. Dat kleine kaartje daar is mijn abonnement van de bibliotheek.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

15. Dat kleine kaartje daar is mijn abonnement van de bibliotheek.

16. We waren met z’n vijven in de tuin.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

16. We waren met z’n vijven in de tuin.

17. Fluitend is hij naar zijn moeder vertrokken.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

17. Fluitend is hij naar zijn moeder vertrokken.

18. De oorzaak van dat ongeval in de mist blijft voorlopig duister.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

18. De oorzaak van dat ongeval in de mist blijft voorlopig duister.

19. Dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken!

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

19. Dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken!

20. Hij schijnt met zijn lantaarn in mijn gezicht.

1. wwg
2. nwg

Ontleed de zin (pv, ond, wwg/nwg, lv, mv, bwb). Verdeel de zin eerst in zinsdelen.

20. Hij schijnt met zijn lantaarn in mijn gezicht.

Einde van deze les