Les 11: Economische tendensen

1 / 27
volgende
Slide 1: Video
MAEVSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Case circulaire economie Ikea  (HB p. 67)

Slide 2 - Tekstslide

Waarom werkt Ikea aan circulaire economie volgens het artikel?
A
De afvalberg is te groot.
B
Grondstoffen raken stilaan uitgeput.
C
Grondstoffen worden te duur.
D
Ikea wil een groen imago.

Slide 3 - Quizvraag

De consument wordt milieubewuster. Ikea speelt hier op verschillende manieren op in. Welke voorbeeld staat niet in het artikel?
A
Inzamelpunt voor recyclage in elke winkel.
B
Beschadigde of afgeleefde producten opfrissen en een nieuwe look geven.
C
Dozen steeds platter maken waardoor het transport efficiënter wordt.
D
Een textiellijn gemaakt van textieloverschotten.

Slide 4 - Quizvraag

Geef aan welke uitspraak over werkgelegenheid en circulaire economie niet klopt.
A
Er zijn meer werknemers nodig om nieuwe producten te produceren.
B
Er zijn meer werknemers nodig om de gebruikte producten te recycleren
C
Er zijn meer werknemers nodig om de producten langer in omloop te houden.
D
Er zijn meer werknemers nodig om met de gerecycleerde producten om te vormen tot nieuwe producten.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Case Colruyt

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is dit een voorbeeld van deeleconomie?
A
Er wordt tijd gedeeld.
B
Er wordt materiaal gedeeld.
C
Dit is geen voorbeeld van deeleconomie

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen voordeel van dit voorbeeld van deeleconomie?
A
Colruyt biedt klanten die hulp nodig hebben om boodschappen te doen, wat ze zoeken. Ze blijven trouw aan Colruyt.
B
Colruyt bindt zo klanten aan zich. Zonder deze dienst doen ze hun aankopen misschien bij een concurrent.
C
De klanten betalen een meerprijs aan Colruyt voor deze service.
D
Klanten die thuisbezorging wensen, kunnen gebruik maken van het platform Collect&Go Connect.

Slide 10 - Quizvraag

Actuele economische ontwikkelingen.

Zijn de volgende beweringen over de invloed van actuele ontwikkelingen op de beslissingen van ondernemingen en organisaties juist of fout?

Slide 11 - Tekstslide

De kringloopwinkel past het concept van de circulaire economie toe.
A
Juist
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

De kringloopwinkel past het concept van de circulaire economie toe.


Fout want:
Producten worden wel hergebruikt door anderen, maar later weggegooid. Bij de circulaire economie is er weinig of geen restafval.

Slide 13 - Tekstslide

Een van de ecologische voordelen van circulaire economie is een vermindering van broeikasgassen.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Een van de ecologische voordelen van circulaire economie is een vermindering van broeikasgassen.


Juist want:
Het verwerken van restafval zorgt vaak voor broeikasgassen. 
Bij de circulaire economie is er weinig of geen restafval.

Slide 15 - Tekstslide

Een mogelijk nadeel van de lineaire economie is een stijging van de grondstofprijzen.
A
Juist
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Een mogelijk nadeel van de lineaire economie is een stijging van de grondstofprijzen.


Juist want: 
Bepaalde grondstoffen zijn niet hernieuwbaar. Deze grondstoffen worden schaarser en duurder.

Slide 17 - Tekstslide

Door de beslissing om over te stappen naar een circulaire economie bereiken ondernemingen nieuwe markten.
A
Juist
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Door de beslissing om over te stappen naar een circulaire economie bereiken ondernemingen nieuwe markten. 


Juist want:
Oude materialen en producten worden omgevormd tot nieuwe producten waardoor nieuwe markten ontstaan.

Slide 19 - Tekstslide

De circulaire economie zorgt voor minder werkgelegenheid.
A
Juist
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

De circulaire economie zorgt voor minder werkgelegenheid.

Fout want:
Men heeft werknemers nodig om materialen te herstellen en een nieuw leven te geven. Bovendien ontstaan er ook nieuw beroepen.

Slide 21 - Tekstslide

Ondernemingen kunnen samenwerken met deelplatformen en zo hun diensten uitbreiden.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Ondernemingen kunnen samenwerken met deelplatformen en zo hun diensten uitbreiden.


Juist want:
Bijvoorbeeld naast het verkopen kunnen ze bepaalde producten ook verhuren, waardoor ze een andere markt bedienen.

Slide 23 - Tekstslide

Deeleconomie is gebaseerd op het beter benutten van niet volledig gebruikte goederen of diensten.
A
Juist
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Deeleconomie is gebaseerd op het beter benutten van niet volledig gebruikte goederen of diensten


Juist want:
producten die 1 individu maar af en toe nodig heeft worden gedeeld, waardoor ze vaker gebruikt worden door verschillende mensen.

Slide 25 - Tekstslide

Voor de ontwikkeling van het concept deeleconomie hebben de technologische ontwikkeling en de digitalisering een boost gegeven.
A
Juist
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Voor de ontwikkeling van het concept deeleconomie hebben de technologische ontwikkeling en de digitalisering een boost gegeven.


Juist want:
met apps is het veel gemakkelijker zichtbaar wie welke producten/diensten wil delen.

Slide 27 - Tekstslide