De lineaire versus de circulaire economie

De lineaire versus de circulaire economie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De lineaire versus de circulaire economie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kun je...
  • Het verschil tussen een lineaire en circulaire economie beschrijven.
  • De rol van herbruikbaarheid en hernieuwbare energiebronnen in een circulaire economie begrijpen.
  • De historische ontwikkeling van het denken over circulaire economie kennen.
  • De impact van de industriële revolutie en de groeiende bevolking op het gebruik van grondstoffen uitleggen.
  • Het belang van ecologie in relatie tot de circulaire economie toelichten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de circulaire economie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie en belang van circulaire economie
Een economisch en industrieel systeem dat geen eindige grondstofvoorraden uitput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen lineaire en circulaire economie
Lineaire economie: eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en als afval in het milieu terechtkomen. Circulaire economie: geen eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en reststoffen volledig opnieuw worden ingezet.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van afvalhergebruik en circulaire concepten
Historisch was afvalhergebruik gebruikelijk, maar de industriële revolutie en bevolkingsgroei hebben geleid tot verhoogd grondstoffengebruik.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rol van hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind
Circulaire economie streeft naar gebruik van hernieuwbare energiebronnen en minimaliseert waardevernietiging.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De invloed van de industriële revolutie op grondstoffengebruik
Industriële revolutie en bevolkingsgroei hebben geleid tot verhoogd grondstoffengebruik.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het besef van de eindigheid van fossiele energie en de impact van de oliecrisis
Oliecrisis en energieanalyse benadrukten de eindigheid van fossiele energie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van energieanalyse en Bruto Energie-inhoud (GER)
Bruto Energie-inhoud (GER) geeft aan hoeveel energie nodig is om een product te verkrijgen, vanaf winning tot het eindproduct.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bijdrage van ecologie aan de circulaire economie
Ecologie heeft bijgedragen aan de visie dat afval opnieuw gebruikt moet worden en heeft geleid tot concepten zoals cradle to cradle.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van circulaire initiatieven zoals cradle to cradle
Cradle to cradle is een ontwerpfilosofie gericht op het creëren van producten met een gesloten kringloop, waarbij geen afval ontstaat.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Circulaire economie: Een economisch en industrieel systeem dat geen eindige grondstofvoorraden uitput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet.
Lineaire economie: Een economisch systeem waarbij eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en als afval in het milieu terechtkomen.
Bruto Energie-inhoud (GER): Een waarde die aangeeft hoeveel energie nodig is om een product te verkrijgen, vanaf winning tot het uiteindelijke product.
Cradle to cradle: Een ontwerpfilosofie gericht op het creëren van producten met een gesloten kringloop, waarbij geen afval ontstaat.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.