Orthopedagogiek - Les 7 (ADHD/ADD)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie ADHD & ADD
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie ADHD & ADD
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DYSLEXIE
DYSCALCULIE
Cliënten met deze leerstoornis hebben hardnekkige problemen met het aanleren van woorden, spellen en lezen.
Cliënten met deze leerstoornis hebben hardnekkige problemen met het leren rekenen.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sterke kant past bij iemand met dyslexie?
A
Systematisch
B
Goed kunnen automatiseren
C
Denken in beelden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart zit in groep 6 en heeft dyslexie. Hierdoor is hij vaak faalangstig als hij moet presteren.

Bart moet een toets begrijpend lezen maken. Hoe kun je deze toets het beste aanbieden?
A
De vragen voorlezen. Bart mondeling laten beantwoorden.
B
De vragen voorlezen. Bart schriftelijk laten beantwoorden.
C
Je geeft hem extra tijd om de toets te maken.
D
Je stelt om op z'n gemak. En laat een toets op makkelijk niveau maken.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van dyscalculie?
A
Maakt vaak omkeringen van getallen
B
Beweegt en schrijft houterig
C
Heeft moeite met communicatie en taal
D
Kan geen tafels leren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over AD(H)D?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de verschillen tussen ADHD en ADD?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ADHD
ADHD staat voor --> Attention Deficit Hyperactivity Disorder

Diagnose op basis van een combinatie van gedragskenmerken, vaak in de kindertijd

ADHD is een meestal aangeboren en erfelijke afwijking in van de kleine onderdelen van de hersenen

ADHD zonder hyperactiviteit werd vanuit vroeger ADD genoemd

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken ADHD
  1. Geslacht en leeftijd: Twee tot drie keer zo veel jongens dan meisjes
  2. Individuele kwetsbaarheid: Verschillen in hyperactiviteit, impulsiviteit en minder concentratievermogen zijn vooral erfelijk. Moeder die tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk had of rookte.
  3. Vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht
  4. Omgeving: Omgeving heeft geen invloed op het ontstaan van ADHD. Het heeft waarschijnlijk wel invloed op het blijven bestaan van de gevolgen van ADHD. Bepaalde zaken in het gezin maken de kans groter dat een kind 'last' houdt van ADHD.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Labels plakken"
Noem hier 1 voordeel en 1 nadeel van.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken ADHD


  • Aandachtsstoornissen: snel afgeleid, moeite om zich te concentreren;
  • Hyperactiviteit: overbeweeglijk, niet stil kunnen zitten, rusteloos;
  • Impulsiviteit: direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig;
  • Motorische stoornissen: onhandig, onbeheerst, houterig;
  • Leerproblemen: wat vandaag wordt geleerd, is morgen weer vergeten;
  • Lage frustratiedrempel: als iets niet lukt, roept dat snel en veel frustratie op.





Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteiten ADHD
  • Vaak heel enthousiast en spontaan
  • Ze kijken op een verfrissende manier tegen veel vanzelfsprekende dingen aan
  • Ze zijn vaak erg creatief, vindingrijk en vernieuwend
  • Zoveel prikkels te verwerken dat zij informatie kunnen combineren
  • Ze denken vaak probleemoplossend en met ruimtelijk inzicht

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten ADHD
ADHD - I: veel moeite om hun aandacht ergens bij te houden. Het zijn echte dromers.

ADHD-H: vooral hyperactief en impulsief

ADHD-C: zowel last van aandachtstekort als hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit is het meest voorkomende type.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose stellen
Alleen een gz-psycholoog of psychiater mag een DSM-diagnose stellen!

Psychiaters en therapeuten stellen alle psychische stoornissen vast aan de hand van de Diagnostic and Statical Manual, vijfde editie, oftewel DSM-V. Dit kan dus worden gezien als een handleiding voor psychiaters en therapeuten om klachten, problemen en stoornissen te categoriseren en te benoemen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen ADHD
Uit onderzoek blijkt dat 70% van de cliënten die op latere leeftijd de diagnose ADD of AHDH krijgen, nog één of meer andere stoornissen heeft. Veelvoorkomende stoornissen bij ADHD zijn: depressies, angst- en dwangstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. 

Bij volwassenen met ADHD komt alcohol- en drugsmisbruik tweemaal zo vaak voor als bij volwassenen zonder ADHD. Dit heeft twee redenen:

1. Bij cliënten met ADHD zien we vaak gedragsproblemen.Bijvoorbeeld verzetten of agressie.
2. Ook komt angstig en depressief gedrag voor. Daarnaast kunnen cliënten last hebben van faalangst en negatief zelfbeeld. Dit hangt samen met het krijgen van kritiek en negatieve aandacht. --> ZIT STIL, BLIJF AF, LUISTEREN! 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is ADHD herkenbaar voor jou?
JA, ABSOLUUT!
JA, IK HEB DAT SOMS.
NEE, IK HERKEN DAT NIET.

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Snel afgeleid, moeite met concentreren
Overbeweeglijk, rusteloos, niet goed kunnen stilzitten
Direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig
Onhandig, onbeheerst, houterig
Wat vandaag wordt geleerd is morgen weer vergeten
Iets wat niet lukt geeft snel veel frustratie
Lage frustratiedrempel
Hyperactiviteit
Leerproblemen
Motorische stoornis
Impulsiviteit
Aandachtsstoornis

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 ADD
Als er sprake is van een aandachtsstoornis ZONDER hyperactiviteit en impulsiviteit. Dat noemen we ADD.

Attention Deficit Disorder. 
We zien cliënten die snel afgeleid zijn. En moeite hebben om zich te concentreren. En daardoor bijvoorbeeld slordig en vergeetachtig. Door snelle afleiding niet taakgericht. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken ADD


  • Aandachtsstoornissen: snel afgeleid, moeite om zich te concentreren;
  • Apathisch gedrag: niet tot actie overgaan, dromerig reageren, niet taakgericht bezig zijn;
  • Ongeorganiseerd gedrag: vergeetachtig, niet taakgericht bezig zijn, slordig, chaotisch gedrag;
  • Niet-sociaal gedrag: moeite om vrienden te maken en vriendschappelijke contacten te onderhouden.









Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteiten ADD
  • Medeleven: enorme kracht om zich met anderen te verbinden, veel empathie en kunnen kijken vanuit meerdere perspectieven
  • Creatief: meer dan gemiddeld creatief. Elvis Presley, Albert Einstein, Bill Clinton, Hans Teeuwen, John Lennon; allemaal ADD'ers.
  • Drive/hyperfocus: dingen die moeten zijn vaak erg lastig, dingen waar interesse voor is zorgen voor een ontzettende drive en flow.
  • Out of the box: vindingrijke oplossingen kunnen bedenken voor problemen, kunnen goed brainstormen en zaken voor zich zien (beelddenkers)
  • Humor: goed gevoel voor humor

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADHD
ADD
Op de voorgrond
Op de achtergrond
Dagdromen
Snel afgeleid
Afwachtend
Impulsief
Multitasken
1 ding tegelijk

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelverwerking
Prikkels bereiken ons de hele dag door. Er zijn verschillende soorten prikkels.

Externe prikkels:
- geluiden, geuren, beelden, tast, smaak

Interne prikkels:
- honger, pijn, dorst, denken, voelen (spierspanning)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervaringsoefening
Ervaar de prikkels.
Sluit je ogen. 
Luister naar het geluidsfragment. (1.30min)
Wat valt je op?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Uitleg bij deze afbeelding.
Bij normale prikkelverwerking is er in het brein een soort 'filter'. Linker afbeelding. De persoon kan hier redelijk goede controle over hebben. Dus kiezen wat van alle prikkels binnen komt. Waar ga je op letten? Bv in de woonkamer een boek lezen, maar er speelt ook muziek, de wasmachine draait, een hond blaft. En toch focus op letters in het boek. Bij rechterafbeelding werkt dit filter minder goed. Met alle gevolgen van dien. Alle prikkels: geuren, smaak, gevoel, licht, kleur, geluid enzovoorts...komt als het ware tegelijk binnen. Grote moeite zich dan te focussen op 1 ding tegelijk of filteren van belangrijke / onbelangrijke informatie. 
Wat is belangrijk in de begeleiding voor cliënten met AD(H)D?
A
Niet teveel aandacht geven
B
Voor regelmaat zorgen
C
Voldoende fysieke afstand houden
D
Strenge regels opstellen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiding
  1. Zorg voor regelmaat (balans in prikkels, structuur)
  2. Wees duidelijk (doe wat je zegt, zeg wat je doet)
  3. Help bij selecteren van informatie (wat is belangrijk?)
  4. Geef positieve aandacht (heb geduld, toon begrip, pluspunten)
  5. Ruimte voor uitleven (energie kwijt kunnen)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weetjes
  • Jongens hebben drie keer zo vaak ADHD als meisjes
  • Bij één op de drie volwassenen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal
  • 20 tot 30% lijdt aan depressies
  • 30% blijft op school een jaar zitten
  • 50% heeft een leerstoornis
  • ⅔ heeft ook oppositioneel-opstandige stoornis
  • 25 tot 30% heeft een angststoornis
  • 25 tot 50% van de volwassenen heeft een oppositionele of antisociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkeld

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag (3-Tallen)
Jij werkt op een woongroep voor jongeren die om verschillende redenen niet huis kunnen wonen. Er komt een nieuwe jongen op de groep, hij heet Jona is 17 jaar en heeft ADHD. Dit is voor het eerst dat er een jongen met ADHD op de groep komt. Hij is erg druk beweeglijk, impulsief en druk.

Bedenk wat jij en je collega's kunnen doen om aan te sluiten bij Jona zijn behoefte. 

1. Zoek uit wat de behoefte zijn van iemand met ADHD
2. Bedenk hoe jullie dit gaan toepassen als begeleiders
3. Jij wilt dat Jona zich thuis voelt op de groep hoe ga je ervoor zorgen dat de andere jongeren hier aan bijdrage?

timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Licentie profielboek GGZ

  • Thema 8    -->     hoofdstuk 17  (opdracht 9a t/m 10c)
  • Afmaken infographic
  • Verder met het portfolio

Slide 32 - Tekstslide

    opdracht 9a t/m 10c