Orthopedagogiek Autisme en ADHD

Wat weten we nog?
Dyslexie, dyscalculie, faalangst, TOS
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat weten we nog?
Dyslexie, dyscalculie, faalangst, TOS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DYSLEXIE
DYSCALCULIE
Cliënten met deze leerstoornis hebben hardnekkige problemen met het aanleren van woorden, spellen en lezen.
Cliënten met deze leerstoornis hebben hardnekkige problemen met het leren rekenen.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sterke kant past bij iemand met dyslexie?
A
Systematisch denken
B
Goed kunnen automatiseren
C
Denken in beelden
D
Goed kunnen lezen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart zit in groep 6 en heeft dyslexie. Hierdoor is hij vaak faalangstig als hij moet presteren.

Bart moet een toets begrijpend lezen maken. Hoe kun je deze toets het beste aanbieden?
A
De vragen voorlezen. Bart mondeling laten beantwoorden.
B
De vragen voorlezen. Bart schriftelijk laten beantwoorden.
C
Je geeft hem extra tijd om de toets te maken.
D
Je stelt om op z'n gemak. En laat een toets op makkelijk niveau maken.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van dyscalculie?
A
Maakt vaak omkeringen van getallen
B
Beweegt en schrijft houterig
C
Heeft moeite met communicatie en taal
D
Kan geen tafels leren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is faalangst?
A
Een angst uit schaamte. Omdat er uitstelgedrag is
B
Een angst die voortkomt uit uit schaamte die mensen voelen bij een mislukking.
C
Een angst om er niet mooi uit te zien.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anisa ziet op tegen de presentatie van haar werkstuk voor haar klasgenoten, terwijl haar schriftelijke werkstuk al met een 8 beoordeeld is.

'Straks kan ik de vragen niet beantwoorden' is een van de gedachtes die haar faalangstig maakt. Wat kan een helpende gedachte zijn?
A
Ik ga een geweldige spreekbeurt over een goed onderwerp houden.
B
Ik ga me niet zenuwachtig maken. Je kunt je over zoveel dingen druk maken.
C
Ik ga mij ziekmelden. Dan komt de presentatie later. Nu rust pakken.
D
Ik vind het houden van een spreekbeurt spannend, maar ik weet meer dan mijn klasgenoten.

Slide 7 - Quizvraag

Tegen je zelf zeggen 'ik ben niet bang, ik ben geweldig, ik ga me dat niet aantrekken' zal niet als waarheid door jezelf gezien worden. En daarom onjuist.
Orthopedagogiek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autisme
Kun je autisme aan de buitenkant zien???

Autisme is een informatieverwerkingsprobleem 

Zintuigen - verwerking - respons

Eenzijdige intelligentie (sterke gebieden en zwakke gebieden)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 gebieden
1. Beperking in de sociale interactie: Inlevingsvermogen minder ontwikkeld 

2. Beperking in de communicatie
Afwijkende non-verbale communicatie - expressieve en receptieve communicatie
Onze communicatie -> te abstract! waarom?
Spraakafwijkingen - monotoon

3. Beperking in inbeeldingsvermogen
Gebrek aan fantasie -> wereld onveilig -> structuur extra belangrijk
Niet vooruit kunnen denken




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is autisme niet?
Autisme is GEEN defect. Het is een stoornis. Juiste begeleiding kan nog wel verbetering geven.

- autisme wordt niet veroorzaakt door opvoeding
- autisme is niet voorbijgaand (niet te genezen)
- autisme ontstaat niet door vaccinatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vroeger en nu
Vroeger werd onderscheid gemaakt binnen ASS
- Klassiek Autisme
- Asperger 
- PDD-NOS

Nieuwe DSM-5: alle kenmerken vallen onder ASS (autisme-spectrum stoornis)
Termen worden in praktijk nog wel gebruikt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie 
Communicatie is gebrekkig omdat men onvoldoende aanvoelt 
  • Wat er in de ander omgaat
  • Moeite met concentreren
  • Moeite met begrijpen van taal
  • Taalontwikkeling kan goed zijn maar communicatie is lastig
  • Gebrek aan voorstellingsvermogen
  • Taaleigenaardigheden (echolalie of zelfgemaakte woorden)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orthopedagogiek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Prikkelverwerking 
  • Betekenis afkorting ADHD
  • Wat is het verschil tussen ADHD en ADD?
  • Kenmerken
  • Begeleiding 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

"Labels plakken"
Noem hier 1 voordeel en 1 nadeel van.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelverwerking
Prikkels die ons bereiken. De hele dag door.

Van buitenaf:
- geluiden, geuren, beelden, tast, smaak

Van binnen:
- honger, pijn, dorst, denken, voelen (spierspanning)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervarings-oefening
Ervaar de prikkels.
Sluit je ogen. 
Luister naar het geluidsfragment. (1.30min)
Wat valt je op?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Waar staat de afkorting ADHD eigenlijk voor?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Attention Deficit Hyperactivity Disorder. 

Wat is hyperactiviteit?
Wat is impulsiviteit?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht en hyperacviteit
Cliënten met een aandachtsstoornis zijn snel afgeleid. 
Hebben moeite zich te concentreren. 
Veel cliënten daarnaast ook hyperactief. 
Die combinatie noemen we ADHD.

Attention Deficit Hyperactivity Disorder. 
Cliënten met ADHD kunnen probleemgedrag laten zien. Ze zijn zo druk en reageren impulsief, dat het storend is. Eerst doen, dan pas denken. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragskenmerken
Aandachtsstoornis
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Motorische stoornis
Leerproblemen
Lage frustratiedrempel
snel afgeleid, moeite met concentratie
overbeweeglijk, rusteloos, niet stil kunnen zitten
direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig
onhandig, onbeheerst, houterig
wat vandaag wordt geleerd, is morgen weer vergeten
als iets niet lukt, geeft dat snel veel frustratie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is ADHD herkenbaar voor jou?
JA, ABSOLUUT!
JA, IK HEB DAT SOMS.
NEE, IK HERKEN DAT NIET.

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

En wat is ADD?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADD
Als er sprake is van een aandachtstekortstoornis ZONDER hyperactiviteit en impulsiviteit. Dat noemen we ADD.

Attention Deficit Disorder. 
Cliënten die snel afgeleid zijn. Moeite om zich te concentreren. En daardoor bijvoorbeeld slordig en vergeetachtig.
Door snelle afleiding niet taakgericht. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt 
het dat mensen met AD(H)D deze klachten ervaren?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Uitleg bij deze afbeelding.
Bij normale prikkelverwerking is er in het brein een soort 'filter'. Linker afbeelding. De persoon kan hier redelijk goede controle over hebben. Dus kiezen wat van alle prikkels binnen komt. Waar ga je op letten? Bv in de woonkamer een boek lezen, maar er speelt ook muziek, de wasmachine draait, een hond blaft. En toch focus op letters in het boek. Bij rechterafbeelding werkt dit filter minder goed. Met alle gevolgen van dien. Alle prikkels: geuren, smaak, gevoel, licht, kleur, geluid enzovoorts...komt als het ware tegelijk binnen. Grote moeite zich dan te focussen op 1 ding tegelijk of filteren van belangrijke / onbelangrijke informatie. 
Gedragskenmerken
  • Concentratie - snel afgeleid zijn
  • Organiseren - impulsiviteit
    (ongeduldig, anderen onderbreken, overhaast, te spontaan)
  • Hyperactief - rusteloosheid in lichaam en/of hoofd
    (verschil kinderen / volwassenen)
  • Lage frustratiedrempel - invloed op de stemming
    (prikkelbaar, gevoelig voor stress, chaotisch zijn)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsproblemen
Bij cliënten met ADHD zien we vaak gedragsproblemen.
Bijvoorbeeld snel in de weerstand schieten.
Ook komt angstig en depressief gedrag voor. 

Daarnaast kunnen cliënten last hebben van faalangst en negatief zelfbeeld. Dit hangt samen met het krijgen van kritiek en negatieve aandacht. --> ZIT STIL, BLIJF AF, LUISTEREN! 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk in de begeleiding voor cliënten met AD(H)D?
A
Niet teveel aandacht geven aan impulsiviteit
B
Voor regelmaat zorgen
C
Voldoende fysieke afstand houden
D
Strenge regels opstellen.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronding PPO periode 1
- Oefentoets maken in de KTB
- Portfolio opdracht 1 t/m 3 afmaken (vrijdag 11 april inleveren)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies