Help Hoe maak ik een kruisingsvraag

Help! Hoe maak ik een kruisingsvraag?
Kruisingsvragen stap voor stap uitgelegd
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zit 30 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Help! Hoe maak ik een kruisingsvraag?
Kruisingsvragen stap voor stap uitgelegd

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een kruisingsvraag?
Kruisingsvragen zijn vragen die gaan over hoe erfelijke eigenschappen overerven naar de volgende generatie. De vragen gaan dus over genen en genotypes. Maar in de vraagstelling wordt ook vaak gevraagd naar de fenotypes die daar uit voorkomen. Let dus bij het lezen van de vraag altijd goed op!
Een naam voor welke allelen een individu heeft.
Een naam voor welke uiterlijke kenmerken een individu heeft.

Slide 2 - Tekstslide

De vraag:
Voor konijnen wordt het wel of
niet hebben van hangende oren
bepaald door 1 gen. Het allel voor
staande oren (H) is dominant en het allel voor hangende oren (h) is recessief. Stel je kruist een konijn met staande oren met een konijn met hangende oren, wat is de kans dat het kind hangende oren heeft? Ga er van uit dat beide ouders homozygoot zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Waar let je op in zo'n vraag? Ik heb de belangrijke stukken onderstreept. Druk op de vraagtekens voor uitleg waarom.
Voor konijnen wordt het wel of niet hebben van hangende oren
bepaald door 1 gen. Het allel voor staande oren (H) is dominant en het allel voor hangende oren (h) is recessief. Stel je kruist een konijn met staande oren met een konijn met hangende oren, wat is de kans dat het kind hangende oren heeft? Ga er van uit dat beide ouders homozygoot zijn.
1 gen. Dus het is een monohybride kruising (mono -> een). Dit ene gen bepaald dus of een konijn het fenotype hangende of staande oren heeft.
Het gen heeft 2 allelen H en h. H is het dominante allel en veroorzaakt het fenotype staande oren. h is het recessieve allel en veroorzaakt het fenotype hangende oren
Kruist, het is inderdaad een kruisingsvraag.

van beide ouders weten wij het fenotype. Een van de ouders heeft hangende oren, en de andere ouder heeft staande oren.
van de ouder met hangende oren kunnen wij nu ook het genotype bedenken. Hangende oren worden namelijk veroorzaakt door het recessieve allel. Dat betekent dat de ouder met hangende oren wel "hh" moet hebben als genotype.
Van de andere ouder weten wij het genotype nog niet van omdat zowel een homozygoot dominant, als een hetrozygoot genotype resulteert in het fenotype staande oren.
het woord kans zegt iets over hoe het antwoord er uiteindelijk uit moet zien. Een kans is in procenten, dus dat zal ons eindantwoord ook moeten zijn
Wij willen dus gaan kijken naar het fenotype hangende oren. Maar kruisen gaat over de genen. schrijf dus ook op welk genotype daar bij hoort, in dit geval is dat "hh".
Van de ouder met de hangende oren wisten we dit eigenlijk al maar de ouder met het fenotype staande oren heeft dus het genotype "HH"

Slide 4 - Tekstslide

De genotypen van de ouders
De volgende stap voor het maken van de kruisingsvraag is goed opschrijven welke genotypen de ouders hebben. Dominante allelen noteren wij altijd met een hoofdletter, en recessieve allelen met een kleine letter.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het genotype van de ouder met staande oren?

Slide 6 - Open vraag

En de ouder met hangende oren?

Slide 7 - Open vraag

Geslachtscellen
Om twee organismen te kunnen kruisen moeten twee geslachtscellen van beide organismen bij elkaar komen.
Geslachtscellen zijn uniek in het lichaam want deze zijn haploïd. Welke van de twee kopieën in de geslachtscellen terechtkomen is totaal willekeurig.

de meeste cellen in je lichaam zijn diploïd, dat betekent dat deze cellen van elk chromosoom twee kopieën hebben. Je geslachtscellen zijn haploïd, dat betekent dat deze cellen van elk chromosoom maar een kopie hebben.

Slide 8 - Tekstslide

De genotypen van de ouders
beide ouders zijn homozygoot, ze hebben dus twee dezelfde allelen. Staande oren werd veroorzaakt door allel H. De ouder met staande oren heeft dus als genotype HH. Hangende oren werd veroorzaakt door allel h dus de ouder met hangende oren heeft als genotype hh
LET OP JE NOTATIE

Slide 9 - Tekstslide

Geslachtscellen
voor de volgende stap in het oplossen van een kruisingsvraagstuk is het belangrijk dat je opschrijft welke geslachtscellen je kan krijgen uit de ouders.

Slide 10 - Tekstslide

De ouder met staande oren
De ouder met staande oren heeft genotype:
HH



De twee verschillende geslachtscellen die kunnen ontstaan hebben alle twee het allel H want deze ouder is homozygoot
H
H

Slide 11 - Tekstslide

Welke geslachtscellen kan de ouder met hangende oren maken?
A
Alleen één geslachtscel met het allel h
B
Twee verschillende geslachtscellen met allebei allel h
C
twee precies dezelfde geslachtscellen waar het allel h in zit
D
Een geslachtscel met het allel h en een met het allel H

Slide 12 - Quizvraag

Welke geslachtscellen kan de ouder met hangende oren maken?
Antwoord B is het goede antwoord.
De ouder met hangende oren is homozygoot voor het gen voor hangende oren, maar voor andere genen niet. Omdat de chromosomen zich willekeurig verdelen over de geslachtscellen zijn geen twee geslachtscellen het zelfde.

Slide 13 - Tekstslide

De kruising zelf
elk van de verschillende geslachtscellen
kan met beide geslachtscellen van de
andere ouder samensmelten.
Er smelt wel altijd maar 1 zaadcel
samen met 1 eicel
h
h
H
H

Slide 14 - Tekstslide

kruisingsschema
Om zo'n kruising nou een beetje
overzichtelijk te houden schrijven
wij de mogelijke combinaties van de
geslachtscellen vaak op in een kruisingsschema. Hierbij zet je de twee verschillende geslachtscellen van de ene ouder horizontaal boven aan een tabel, en de geslachtscellen van de andere ouder er verticaal voor.
A
a
A
a
Ouder 1
Ouder 2

Slide 15 - Tekstslide

Welke van deze kruisingsschema's is goed voor onze kruising bij de konijnen?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Kruisingsschema's
Antwoord B en C zijn allebei goed.
Het maakt namelijk niet uit welke ouder
je aan welke kant zet zolang je er maar
voor zorgt dat beide geslachtscellen van de zelfde ouder aan de zelfde kant staan.
h
h
H
H

Slide 17 - Tekstslide

Kruisingsschema's
Je vult de rest van het schema in door
De allelen van beide ouders bij elkaar te
doen. Zet wel altijd de dominante letter
vooraan.
h
h
H
Hh
H

Slide 18 - Tekstslide

Welk genotype hoort in het omcirkelde vakje te staan
Hh

Slide 19 - Open vraag

Welk genotype hoort in het omcirkelde vakje te staan
Hh

Slide 20 - Open vraag

Welk genotype hoort in het omcirkelde vakje te staan
Hh

Slide 21 - Open vraag

Antwoord geven op de vraag
Als je alles goed hebt gedaan zou je
op een kruisingsschema als dat hier
rechts staat moeten zijn uitgekomen.

Dan kunnen we nu gaan kijken of wij de vraag kunnen beantwoorden.
h
h
H
Hh
Hh
H
Hh
Hh

Slide 22 - Tekstslide

De vraag was wat de kans is op een nakomeling met hangende oren. Dus we gaan kijken naar de kans op een bepaald:
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 23 - Quizvraag

Van fenotype naar genotype
Hangende oren zijn natuurlijk een uiterlijk kenmerk en dus een fenotype. Maar het kruisingsschema wat wij net hebben gemaakt gaat over genotype. We moeten dus eerst kijken welk genotype hoort bij het fenotype wat wij zoeken.

Slide 24 - Tekstslide

Welk genotype hoort bij het fenotype hangende oren?

Slide 25 - Open vraag

Kijkend naar ons kruisingsschema, wat is dan de kans op dit genotype?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 26 - Quizvraag

Ons antwoord
Het genotype hh wat hoort bij het fenotype hangende oren komt niet voor in ons kruisingsschema. De kans dat een homozygoot konijn met staande oren gekruist met een homozygoot konijn met hangende oren samen een nakomeling krijgen met hangende oren is dus 0%

Slide 27 - Tekstslide

Welk fenotype krijg je wel uit onze kruising?
A
Hh
B
Staande oren
C
homozygoot dominant
D
heterozygoot

Slide 28 - Quizvraag

Vervolg vraag
Stel nu dat we twee nakomelingen van onze kruising van net met elkaar kruisen. Wat is dan de kans dat de nakomelingen daarvan dan wel hangende oren hebben?

Slide 29 - Tekstslide

Stel nu dat we twee nakomelingen van onze kruising van net met elkaar kruisen. Wat is dan de kans dat de nakomelingen daarvan dan wel hangende oren hebben?

Slide 30 - Open vraag