Leren SO 1 2V

      Leren SO 1 2V
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

      Leren SO 1 2V

Slide 1 - Tekstslide

Apprendre: 
Kunnen
Het juiste woord in de juiste zin zetten in het Frans 
De werkwoorden avoir - être - faire - w.w.-er vervoegen in een zin
Een zin schrijven met het gegeven plaatje
Leren 
Vocabulaire APRRENDRE 1-2-4-6-8 
Passé Composé met avoir (avoir - être - faire - w.w.-er) § 8.1 p. 137

Slide 2 - Tekstslide

le train
en Allemagne
le voyage
la piscine
parler
l'hôtel

Slide 3 - Sleepvraag

bref
A
vervolgens
B
kortom
C
verder

Slide 4 - Quizvraag

la montagne
A
het vliegtuig
B
het eiland
C
de zee
D
de berg

Slide 5 - Quizvraag

Les Pays-Bas
changer
De rotonde
La carte bancaire
le carrefour
Nederland
overstappen
Le rondpoint
Pinpas
Het kruispunt

Slide 6 - Sleepvraag

le retard
l'aller simple
garer
une place assise
occupé
de vertraging
bezet
een zitplaats
het enkeltje
parkeren

Slide 7 - Sleepvraag

Vertaal:
Dépêche-toi! L'avion en direction de Bordeaux part dans 10 minutes

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
Il a acheté un aller-simple au quichet

Slide 9 - Open vraag

la gare
le guichet
la voie
la ligne
la grève

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is 'faire de l'escalade'
A
wandelen
B
een soort balspel
C
klimmen
D
een watersport

Slide 11 - Quizvraag

Traduis: de rien

Slide 12 - Open vraag

de terugreis, terugkeer
de file
de omleiding
rijden
vanwege
la déviation
à cause de
le retour
le bouchon
rouler

Slide 13 - Sleepvraag

Vervoeg: je - avoir - passé composé

Slide 14 - Open vraag

ik heb gehad
jij hebt gehad
hij heeft gehad
wij hebben gehad
jullie hebben gehad
zij hebben gehad
j'ai eu
il a eu
vous avez eu
ils ont eu
tu as eu
nous avons eu

Slide 15 - Sleepvraag

Tu - avoir - passé composé)

Slide 16 - Open vraag

Tu - être - passé composé

Slide 17 - Open vraag

Être: U bent geweest

Slide 18 - Open vraag

Vous -être -passé composé

Slide 19 - Open vraag

Elles -faire- passé composé

Slide 20 - Open vraag

Nous - avoir -passé composé

Slide 21 - Open vraag

Il ___ (habiter, passé composé) aux Pays-Bas.

Slide 22 - Open vraag

Elles ___ (jouer, passé composé) ensemble.

Slide 23 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "avoir"?
A
avé
B
eu
C
été
D
fait

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van "être"?
A
êté
B
eu
C
été
D
fait

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van "faire"?
A
fairé
B
eu
C
été
D
fait

Slide 26 - Quizvraag

Nous ___ (regarder, passé composé) la télé.

Slide 27 - Open vraag

Noé et Alex ___ (faire, passé composé) du tennis.

Slide 28 - Open vraag