Herhaling De Overheid

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de drie overheden?
A
Rijk, provincie, gemeente
B
Rijk, gemeente, burgermeester
C
Provincie, Rijk, Belastingdienst

Slide 2 - Quizvraag

Een andere naam voor de rijksoverheid is..
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid

Slide 3 - Quizvraag

Ambtenaren zijn....
A
de overheid
B
personen die werken voor de overheid
C
de personen waarvoor de overheid werkt
D
de Rijksoverheid

Slide 4 - Quizvraag

Gemeente
Provincie
Het Rijk

Slide 5 - Sleepvraag

Collectieve sector
Particuliere sector
ABN Amro bank
Ziekenhuis
School voortgezet onderwijs
Stadspark
Supermarkt

Slide 6 - Sleepvraag

Renske verdiende als bakker € 2300 per maand. Nu ze werkloos is krijgt ze de eerste 2 maanden:
A
75% van haar loon
B
70% van haar loon

Slide 7 - Quizvraag

Meneer van Alteren moet een factuur betalen voor het repareren van een tafel. Kosten 50 euro + 10,50 euro BTW.
Welk bedrag gaat direct naar de overheid?
A
50 euro
B
10,50
C
60,50

Slide 8 - Quizvraag

Tim heeft als postbode gewerkt. Hij verdiende 1800 per maand. Hoeveel is zijn uitkering in de derde maand?

Slide 9 - Open vraag

Een ijsje kost € 0,90 exclusief BTW. Hoeveel kost het ijsje inclusief BTW? Denk aan de berekening.

Slide 10 - Open vraag

Je koopt een paar Nike schoenen in het Outlet. Deze kosten € 45 exclusief BTW. Bereken de prijs inclusief BTW. Denk aan de berekening.

Slide 11 - Open vraag

Een subsidie betekent:
A
de burger moet geld betalen aan de overheid
B
de burger ontvangt geld van de overheid

Slide 12 - Quizvraag

Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, frisdrank, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine

Slide 13 - Quizvraag

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat de overheid extra inkomsten heeft.

Slide 14 - Quizvraag

Wat kan de overheid doen als zij een begrotingstekort hebben?
A
De belastingen verlagen
B
Meer geld uitgeven aan de gezondheidszorg
C
Geld lenen bij de bank
D
Niks

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kan de overheid haar inkomsten verhogen?

A
Bezuinigen
B
Accijns verlagen
C
BTW verhogen
D
BTW verlagen

Slide 16 - Quizvraag

Rekenen met grote getallen
1 miljard euro = 1.000.000.000 (9 nullen)
1 miljoen euro = 1.000.000 (6 nullen)


Slide 17 - Tekstslide

Typ het getal 4,46 miljard voluit

Slide 18 - Open vraag