In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Overzicht Periode #
Benodigde lesmaterialen: Kern oefenboek
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
herhalen
Gesch.
Wiskunde
economie
muziek
Herhalen
NaSk
Ak
Bio
herhalen
vakantie
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de woorden van de vorige lessen. Welk woord begrijp je niet?
Slide 3 - Woordweb
2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.
Leerdoelen
Ik kan een omschrijving geven van de woorden van de vorige lessen.
Ik kan de woorden van de vorige lessen begrijpen en gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Instructie
1. Woordenschat oefenen.
Slide 5 - Tekstslide
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Voorbeelden
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 6 - Tekstslide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Aan de slag
1. Werk in groepen van 3 a 4 personen.
Bespreek de woorden op het kaartje.
Slide 8 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Hoe heet jij?
Hoe oud ben je?
Wanneer ben je jarig?
Waar kom je vandaan?
Heb je broers of zussen?
Waar woon je?
Sinds wanneer woon je in Nederland?
Wat is je telefoonnummer?
Slide 9 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Hoe heet jij?
Hoe oud ben je?
Wanneer ben je jarig?
Waar kom je vandaan?
Heb je broers of zussen?
Waar woon je?
Sinds wanneer woon je in Nederland?
Wat is je telefoonnummer?
Slide 10 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Waar zit je op school?
In welke klas zit je?
Hoe lang duren de lessen?
Hoe vaak heb je pauze?
Hou je meer van geschiedenis of van wiskunde?
Vind je biologie moeilijk?
Hou je van economie?
Wil jij verder met kunst of muziek?
Wat is je favoriete vak?
Slide 11 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Hou je van kunst?
Welke Nederlandse schilders ken je?
Hou je meer van realistische of abstracte schilderijen?
Vind je kleurrijke schilderijen mooi?
Is contrast belangrijk bij een foto?
Ben jij creatief?
Verf je zelf ook?
Slide 12 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Wat weet je van de aarde?
Heeft de aarde een maan?
Hoe snel draait de aarde om de zon?
Welke andere planeten heeft ons zonnestelsel?
Heeft de planeet Mars een goede atmosfeer?
Is de baan van de planeet Neptunus langer of korter dan van de aarde?
Welke planeet staat dicht bij de zon?
Is het oppervlakte van de maan van gas, vloeibaar of vast?
Slide 13 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Waar zit je hoofd?
Waar zitten je billen?
Welke zintuigen hebben mensen?
Wat stroomt door de aderen?
Wat gebeurt er in het hart?
Welk orgaan is belangrijk voor de ademhaling?
Wat is de functie van de hersenen?
Waarom hebben mensen een skelet?
Slide 14 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Welke rivieren stromen door Oekraïne?
Wat is het stroomgebied van de rivier de Rijn?
Ligt de bron van een rivier hoog of laag?
Waarom is sneeuw belangrijk voor een rivier?
Welke andere vorm van neerslag is belangrijk?
Wat is het verschil tussen een kanaal en een rivier?
Op welke manier kan je goederen transporteren over de rivier?
Wat zijn de functies van een rivier?
Slide 15 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Speeddates
Op welk niveau is jouw Nederlands?
Wat wil jij volgend jaar gaan doen?
Welk Nederlands niveau heb je daarvoor nodig?
Hoe wil je dit niveau gaan bereiken?
Wat kan de docent doen om jou te helpen?
Wat ga je zelf doen?
Slide 16 - Tekstslide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.
Slide 17 - Quizvraag
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.
Begrippen uit deze les
...
...
...
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Afsluiting
Ik kan een omschrijving geven van de woorden van de vorige lessen.
Ik kan de woorden van de vorige lessen begrijpen en gebruiken.
Slide 19 - Tekstslide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.