Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 24 Future; will, going to, present simple, present continuous
Future: will, going to, present simple, present continuous
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Future: will, going to, present simple, present continuous
Slide 1 - Tekstslide
Lesson aims
At the end of the lesson I form sentences with will, going to, the present simple and present continuous.
At the end of the lesson you name two differences between the use of will, going to, present simple and present continuous.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer gebruik je will?
A
Als je iets van plan bent.
B
Een voorspelling zonder bewijs en een beslissing op het moment van spreken.
C
Een voorspelling met bewijs.
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer gebruik je to be going to?
A
Een voorspelling met bewijs en wanneer je iets van plan bent.
B
Een voorspelling zonder bewijs.
C
Wanneer je iets spontaan besluit.
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de present simple voor de toekomst?
A
Een voorspelling zonder bewijs en bij spontane acties.
B
Een voorspelling zonder bewijs.
C
Bij gebeurtenissen die volgens een schema gaan.
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer gebruik je de present continuous voor de toekomst?
A
Bij acties die gepland zijn, meestal een afspraak met personen.
B
Een voorspelling zonder bewijs.
C
Bij gebeurtenissen die volgens een schema gaan.
Slide 8 - Quizvraag
I ... my niece this week.
A
will visit
B
'm going to visit
Slide 9 - Quizvraag
You ... probably ... first prize.
A
will ... win
B
are ... going to win
Slide 10 - Quizvraag
Person A: 'You must be hungry.
I ... you a sandwich.'
A
am going to make
B
will make
Slide 11 - Quizvraag
I have no idea, but I have a feeling that my team ... tomorrow's match.
A
will win
B
is going to win
Slide 12 - Quizvraag
Look! He ... off his bike!
A
will fall
B
is going to fall
Slide 13 - Quizvraag
They ... there on time.
A
are not going to be
B
won't be
Slide 14 - Quizvraag
My sister and I ... to the zoo next week.
A
are going to visit
B
are visiting
C
will visit
D
visit
Slide 15 - Quizvraag
Marc ... this week. He has broken his knee.
A
isn't going to train
B
won't train
Slide 16 - Quizvraag
We ... a film tonight.
A
will watch
B
are going to watch
Slide 17 - Quizvraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
We ... (to fly) to Rome in June.
Slide 18 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
Hopefully, the problem ... (to disappear) on its own.
Slide 19 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
My students ... (to travel) to England next year.
Slide 20 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
The forecast says it ... (to be) sunny all week long.
Slide 21 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
When ... (to go - you) to America?
Slide 22 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
They ... (drive) to New York tomorrow morning.
Slide 23 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
The train .... (leave) at 8:45. Don't be late!
Slide 24 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
I ... (fly) with my sister to Paris next week.
Slide 25 - Open vraag
Use: will, to be going to, present simple or present continuous
She ... (not - come) to the meeting later.
Slide 26 - Open vraag
I understand the difference between the present simple, present continuous, will and to be going to.
A
Ja
B
Nee
C
Bijna
D
Een beetje
Slide 27 - Quizvraag
I can use the presents simple, present continuous, will and to be going to in a sentence.
A
Ja
B
Nee
C
Bijna
D
Een beetje
Slide 28 - Quizvraag
Will + hele werkwoord
Am/are/is + going to + hele werkwoord
Am/are/is + hele werkwoord + ing
Present simple (SHIT regel)
Belofte
It will rain.
I will help you with the bags.
Look at the clouds! It is going to rain.
I am going to Spain.
I am meeting her next week saturday.
The train leaves at four o'clock.
Slide 29 - Sleepvraag
Belofte
Will + hele werkwoord
Going to
Am/are/is + going to + hele werkwoord
Present continuous
Am/are/is + hele werkwoord + ing
Present simple (SHIT regel)
Besluit op het moment van spreken
Aankondiging
op het moment van spreken
Voorspelling zonder bewijs
Voorspelling met bewijs
Plan in de toekomst
Plan waarvan de tijd en/of plek bekend is (vaak met mensen)
Tijden volgens vast schema
Slide 30 - Sleepvraag
Time to practice more!
Ga naar Unit 5 van All Right online.
Maak daar de versterk jezelf over de Future.
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
futures 2B, 2D
Augustus 2022
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 24 Future; will, going to, present simple, present continuous
Februari 2024
- Les met
48 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Week 2: Passive (8B)
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Recap Present Perfect vs Past Simple
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2