In de gezondheidszorg worden verschillende classificatie systemen gebruikt zoals ICD en ICF.Waarop ligt de nadruk op het classificatiesysteem ICD?
A
Gezondheid
B
Handicap
C
Mensenlijk functioneren
D
Ziekte
1 / 50
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnHBOStudiejaar 4
In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
In de gezondheidszorg worden verschillende classificatie systemen gebruikt zoals ICD en ICF.Waarop ligt de nadruk op het classificatiesysteem ICD?
A
Gezondheid
B
Handicap
C
Mensenlijk functioneren
D
Ziekte
Slide 1 - Quizvraag
De griepsprik wordt jaarlijks aan veel mensen gegeven.Wat wordt er toegediend in een griepprik?
A
Antibiotica tegen het griepvirus
B
Antistoffen tegen het griepvirus
C
Antistoffen tegen het griepvirus
D
Onschadelijk gemaakte griepvirussen
Slide 2 - Quizvraag
Een patient wil stoppn met roken, denkt dat hij hierdoor een betere conditie krijgt en minder stinkt. Bij welke begrip uit het Health Belief Model past bovenstaand voorbeeld?
A
waargenomen nadelen
B
waargenomen vatbaarheid
C
waargenomen ernst
D
waargenomen voordelen
Slide 3 - Quizvraag
In de anatomie worden begrippen gebruikt om de positie van de lichaamsdelen ten opzicht van elkaar aan te geven. Hoe ligt de elleboog ten opzicht van de pols?
A
Distaal
B
perifeer
C
Proximaal
D
Transversaal
Slide 4 - Quizvraag
Na pensionering als tuinman heeft meneer van Asch obesitas ontwikkeld. De verpleegkundige heeft geconstateerd dat meneer moeite heeft om zich aan zijn vermageringsdieet te houden. Hij zegt: '' Ik ken de risico's wel en ik wil ook wel afvallen, maar vroeger was ik nooit te dik en kon ik alles eten. Ik vind het best moeilijk om nu te minderen. welke gezondheidskundige interventie zal de verpleegkundige toepassen bij meneer van Asch?
A
Leren omgaan met de sociale invloed uit zijn omgeving
B
Nogmaals de ernst van de gezondheidsrisico's benadrukken
C
Vergroten van eigen effectiviteit van meneer van Asch
D
Zorgen dat er een attitudeverandering optreedt bij meneer van Asch
Slide 5 - Quizvraag
wat moet Sanne (14) doen om deze week te voldoen aan deze beweegrichtlijn?
A
Zij moet haar beweeg activiteiten meer verspreiden over de week
B
zij moet haar bewegingsactiviteiten verhogen que intensiteit
C
zij moet meer op meer dagen in de week bot en spier versterkende oefeningen doen
D
zij moet meer dagen in de week minimaal 1 uur matig tot zwaar intensief bewegen
Slide 6 - Quizvraag
onderzoek van lichaamsvloeistoffen kan helpen om een bepaalde diagnose te stellen. welke stof in de urine kan wijzen op een aandoening?
A
amoniak
B
eiwit
C
ureum
D
zout
Slide 7 - Quizvraag
Op een basisschool is vastgesteld dat de kinderen te dik zijn. De ouders vinden hun kinderen mollig en zien dit als teken van welvaart. De schoolverpleegkundige echter wil acties ondernemen ter preventie van obesitas. welke interventie zal de schoolverpleegkundige ten 1e toepassen volgens het Model van gedragsverandering door voorlichting?
A
Inzicht geven in de ernst van de gezondheidsrisico's
B
vergroten van de eigen effectiviteit van de kinderen en hun ouders
C
verwerven van aandacht voor haar boodschap
D
zorgen dat er een attitudeverandering optreedt bij de kinderen
Slide 8 - Quizvraag
Wat moet je doen als een slachtoffer een snijwond heeft van 10 cm id arm?
A
De arm hooghouden en daarna een mitella aanbrengen
B
De wond steriel afdekken en naar de huisarts gaan
C
een wonddrukverbrand aanleggen
D
hechtstropjes gebruiken en stelsel afdekken
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een kenmerkend symptoom van een alcholdelier of alcoholdelirium?
A
Hallucinaties
B
hypoactiviteit
C
obstipatie
D
Slaperigheid
Slide 10 - Quizvraag
Atil (42) merkt dat hij zijn boek steeds verder van zich f moet houden om de letters nog te kunnen zien. Hoe wordt dit verschijnsel genoemd?
A
Bijziendheid
B
Cylinder afwijking
C
Staar
D
Verziendheid
Slide 11 - Quizvraag
Een AED kan helpen levens te redden In welke situatie gebruik je een AED?
A
Bij een aanwezige bewustzijn, maar geen normale ademhaling
B
Bij een bewusteloosheid en geen normale ademhaling
C
Bij een bewusteloosheid en niet reageren op pijnprikkel
D
Bij een bewusteloosheid en normale ademhaling
Slide 12 - Quizvraag
Drugs zijn in te delen naar het effect dat ze veroorzaken op het bewustzijn. Welk middel wordt primair gebruikt om zijn bewustzijnveranderende werking?
A
Alcohol
B
Morfine
C
Paddo's
D
Ritalin
Slide 13 - Quizvraag
Om gezondheidsgedrag te berijpen wordt gebruikt gemaakt van diverse modellen. Wat beoogt het ASE- model?
A
Het analyseert de gezondheidszorg
B
Het evalueert de gezondheidsproblemen
C
Het onderscheidt de overtuigingen over gezondheid
D
Het verklaart gedrag in de gezondheidsbevordering
Slide 14 - Quizvraag
Een jongen in de vierde klas van het vmbo '' komt uit de kast'' hij vertelt aan zijn klasgenoten dat hij op jongens en meisjes valt. Welke term past bij de seksuele oriëntatie van deze jongen?
A
Biseksueel
B
Heteroseksueel
C
homoseksueel
D
Transseksueel
Slide 15 - Quizvraag
Een tonisch conisch insult in een uitingsvorm van epilepsie. Wat doe je als iemand een tonisch conisch epileptisch insult krijgt?
A
Houd tijdens de schudkrampen de armen en benen tegen zodat de patiënt zich niet bezeert
B
Maak in de tonische fase van de aanval knellende kledingstukken los
C
Probeer de patiënt te beademen.
D
Probeert iets tussen de tanden te stoppen o een tongbeet te voorkomen
Slide 16 - Quizvraag
Wat zorgt ervoor dat eten vanuit maag in de darmen terecht komt?
A
De slijmlaag van de maagwand
B
De sluitspier in de maag
C
De werking van de zwaartekracht
D
Het maagzuur in de maag (??)
Slide 17 - Quizvraag
Wat wordt gezoen als een negatief symptoom bij een schizofrenie?
A
Agressie
B
Apathie
C
Hallucinatie
D
Waan
Slide 18 - Quizvraag
HACPP staat voor ''Hazard Analystics and Critical Points'' Dat betekent oa dat gevaren tijdens het kook en distributieproces in een instelling worden geanalyseerd. Van welk type gevaar is er sprake als er glassplinters in een gerecht zitten?
A
Biologische gevaar
B
Chemisch gevaar
C
Fysisch gevaar
Slide 19 - Quizvraag
In de warenwet staan eisen en regels voor de producenten in de levensmiddelenindustrie. Wat is een doelstelling van de Warenwet?
A
Het bevorderen van gezonde voeding
B
Het controleren van geïmporteerde voedingswaren
C
Het handhaven van de voedselveiligheid
Slide 20 - Quizvraag
Welke voedingsstof zit veel in vette vis?
A
Calcium
B
Ijzer
C
Vitamine C
D
Vitamine D
Slide 21 - Quizvraag
Welke van de onderstaande producteb zak iemand met principieel ecologische opvattingen in Nederland niet eten in de winter?
A
Appels
B
Frambozen
C
Spruitjes
D
Zuurkool
Slide 22 - Quizvraag
Routing omvat in een instellingskeuken diverse stroeven die van elkaar gescheiden moeten worden om de hygiene en de veiligheid in de keuken te bevorderen. Welke maatregel is van belang in het kader van een goede routing in een instellingskeuken?
A
Afvalbakken staan buiten het keukenproces van de instelling in een apart gebouw
B
Ontvangst goederen is zo gesitueerd dat de leveranciers niet in de keuken ruimte kunnen komen
Slide 23 - Quizvraag
In een instelling wordt 's ochtends in de centrale keuken door de koks gekookt en direct om 12 uur wordt het eten geserveerd op de afdelingen. Volgens welk kooksyteem wordt in deze instelling gekookt?
A
Gekoppeld kooksysteem, centraal
B
Gekoppeld kooksysteem decentraal
C
Ontkoppeld kooksysteem, centraal
D
Ontkoppeld kooksysteem, decentraal
Slide 24 - Quizvraag
Sam eet op dinsdag en donderdag vlees. op de andere dagen vd week eet hij geen vlees, gevogelte of vis. Onder welke vorm van vegetarisme valt dit voedingspatroon van Sam?
A
Flexstatier
B
Lacto-vegatarier
C
Pesco-Vegatarier
D
Veganist
Slide 25 - Quizvraag
Er zijn vrouwen met overgewicht voor aanvang van de zwangerschap. Waarom is afvallen tijdens de zwangerschap ongewenst?
A
Bij vermageren komen antioxidanten stoffen vrij uit het lichaamsvet
B
De kans op complicaties tijdens de bevalling neemt toe
Slide 26 - Quizvraag
Bij diabetes mellitus kan zowel een hyperglykemie als een hypoglykemie ontstaan. Wanneer ontstaat bij diabetes mellitus een hypoglykemie?
A
Als er bij een verjaardag te veel taart wordt gegeten. Zonder extra insuline te spuiten
B
Als er bij het drinken van een glaasje alchocol te veel zoutjes worden gegeten.
C
Als er voor een intensieve sportinspanning geen extra koolhydraten worden gegeten
D
Als er voor een maaltijd onvoldoende insuline wordt gespoten.
Slide 27 - Quizvraag
Coeliakiepatienten zijn overgevoelig voor gluten. Welke van de onderstaande maaltijden kan een coeliakiepatienten eten?
A
Beschuit met roomboter en jam
B
Ontbijtkoek met margarine
C
Wit brood met halvarine en Goudse kaas
D
Yoghurt met cornflakes en suiker.
Slide 28 - Quizvraag
De lysteriabacterie, die in rauwmelkse producten kan voorkomen, behoort tot de psychotrofe micro-organismen. Bij welke temperatuur kan deze bacterie zich vermeerderen?
A
Alleen bij kamertemperatuur
B
Alleen bij koelkasttemperatuur
C
Zowel bij kamer-als koelkasttemperatuur
D
Zowel bij koelkasttemperatuur als bij 0 graden
Slide 29 - Quizvraag
HACCP, Hazard Analysis Critical Control Points, is een voedingsveiligheidssysteem. Welke bedrijven zijn verplicht een HACCP-systeem in te voeren en toe te passen?
A
Aannemers, slagerijen en supermarkten
B
Aannemers, sportkantines en supermarkten
C
Drukkerijen, gevangenissen en ziekenhuizen
D
gevangenissen, schoolkantines en supermarkten.
Slide 30 - Quizvraag
Miek gebruikt een ontbijt dat 15 gram eiwit, 45 gram koolhydraten en 10 gram et bevat. Hoeveel energie (kcal) wordt geleverd door de koolhydraten uit dit ontbijt?
A
90 kcal
B
180 kcal
C
315 kcal
D
405 kcal
Slide 31 - Quizvraag
Een facilitair manage van een verpleeghuis overweegt de was uit te besteden. Wat is een voordeel van het uitbesteden van de was?
A
Daling van de financiële lasten
B
minder afhankelijkheid van derden
C
Naleving van de HACCP-richtlijnen
D
Optimale inzet van expertise
Slide 32 - Quizvraag
In een instellingskeuken wordt gewerkt met proffesionele apparatuur. Met welk apparaat kan in heel korte tijd voedsel worden gekoeld?
A
Au-bain mariewagen
B
Blastchiller
C
Combisteamer
D
Lowerator
Slide 33 - Quizvraag
Wanneer loopt een duursporter een verhoogd risico op een secundaire dehydratie?
A
Bij een tekort aan eiwit
B
bij een tekort aan glucose
C
Bij een tekort aan water
D
Bij een tekort aan zout
Slide 34 - Quizvraag
Wanneer wordt een natriumbeperkt dieet voorgeschreven door een arts?
A
Bij hyperalgesie
B
Bij hyperbilisbinemie
C
Bij een hyperglycemie
D
Bij een hypertensie
Slide 35 - Quizvraag
Een douchebak kan op twee manieren handmatig worden schoongemaakt: met een klamvochtige doek of met een schuurspons. Welke factor uit de cirkel van Sinner zal kleiner worden bij het gebruik van een schuurspons ipv. een klamachtige doek?
A
Chemie
B
Kracht
C
Temperatuur
D
Tijd
Slide 36 - Quizvraag
Nick is een gezonde jongen van 20j met een lengte van 1,75 m. Wat is voor Nick een gezond lichaamsgewicht berekend van de Bodymass methode?
A
55 kg
B
70 kg
C
80 kg
Slide 37 - Quizvraag
Welke van de onderstaande producten is een goede vleesvervanger, die voldoende ijzer bevat?
A
Melkprodcuten
B
Fruit
C
Peulvruchten
Slide 38 - Quizvraag
Een van de manieren om een levensmiddel langer houdbaar te maken, is het doden van aanwezige micro-organismen. Bij welke van de onderstaande conserveermethoden worden alle aanwezige micro-organismen gedood?
A
Diepvries
B
Pasteuriseren
C
Steriliseren
D
Vacuum verpakken
Slide 39 - Quizvraag
Nick heeft een energie behoefte van 2500 kcal per dag. zijn ontbijt levert 500 kcal op. Hoeveel van de totale energiebheofte wordt door dit ontbijt geleverd?
A
10
B
20
C
30
D
40%
Slide 40 - Quizvraag
Ouderen hebben over het algemeen een lagere energiebehoeften dan jongeren. Hoe komt het dat de energiebehoefte na het 50e levensjaar steeds verder afneemt?
A
De bassaalstofwisseling neemt af
B
De werking van de schildklier neemt toe
C
Het activiteitenpatroon neemt af
D
Het lichaamsgewicht neemt toe
Slide 41 - Quizvraag
In het skelet komen platte beenderen, pijpbeenderen en onregelmatige beenderen voor. Welke gebeente behoort tot de platte beenderen?
A
Heupbeen
B
Middenvoetbeentjes
C
Scheenbeen
D
Spaakbeen
Slide 42 - Quizvraag
Andreas rookte 35 jaar en is nu 1 maand gestopt met roken. Hij bevindt zich in de activiteit van het Transtheoretisch model (stages of Change). Er zijn verschillende methodieken om het nieuwe gedrag te stimuleren om te voorkomen dat Andreas terugvalt in het oude gedrag. Wat is een passende methodiek om als gezondheidscoach in te zetten in deze fase?
A
Andreas de voor en nadelen van roken laten afwegen
B
Angst gevende voorlichting geven over roken
C
Complimenten geven voor het stoppen met roken
D
Informatie verstrekken over de risico's van roken
Slide 43 - Quizvraag
Medicijnen kunnen enteraal en parenteraal worden toegediend. Wat is een voorbeeld van een enterale toedingswijze?
A
Een infuus
B
Inhalatie
C
Injectie
D
Zetpil
Slide 44 - Quizvraag
In welke deel van een zenuwcel vindt de prikkeloverdracht plaats?
A
In de dendriet
B
in de myelineschede
C
in de synaps
D
In het motorische eindplaatje
Slide 45 - Quizvraag
Bij welke aandoening werkt antibiotica?
A
Koortslip
B
Longontsteking
C
worminfectie
D
Wratten
Slide 46 - Quizvraag
Er zijn verschillende visies op gezondheid. Van welke visie getuigt de uitspraak: ' Gezond zijn is zich geestelijk optimaal voelen'?
A
Holistische gezondheidsvisie
B
Medische-biologische gezondheidsvisie
C
Psychologiscge gezondheidsvisie
D
Sociologische gezondheidsvisie
Slide 47 - Quizvraag
Merel is gevallen. Haar voet staat als gevolg van de val scheef. Wat is een juiste actie van de EHBO'er?
A
Beweeg de voet niet
B
Koel de vet met ijs
C
Zet de voet rechts
D
Zwachtel de voet
Slide 48 - Quizvraag
Marie Jose (64) heeft de ziekte van Parkinson. Om zicht te krijgen op haar functioneren, wil je als verpleegkundige weten hoe het gesteld is met haar woonomgeving. Op welke factoren van de ICF-classificatie let je in deze cursus?
A
Externe factoren
B
Medische factoren
C
Persoonlijke factoren
Slide 49 - Quizvraag
Acryl, katoen, linnen, wol en zijde zijn voorbeelden van textielvezels. Welke textielvezels zijn van dierlijke oorsprong?