Routing blok 2

Wat fijn dat je er bent!
Start je PC op en Lesson up
Pak je boek, pen en schrift 

timer
3:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat fijn dat je er bent!
Start je PC op en Lesson up
Pak je boek, pen en schrift 

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Winkelinterieur 

Slide 2 - Tekstslide

Winkelinterieur
-De binnenkant van de winkel noem je het interieur. 
-Het winkelinterieur moet aansluiten bij de winkelformule.
-De winkelinrichting is vaak voor een langere periode vastgesteld.
-Bij een goede winkelinrichting is aandacht besteed aan het ontwerp, van       het interieur. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De lay-out van de winkel
-De lay-out van de winkel is de indeling van de ruimte. De indeling moet overzichtelijk en herkenbaar voor de klant zijn en in overeenstemming met de winkelformule.

-Iedere vierkante meter winkeloppervlak kost geld. Er wordt huur betaald. De opbrengst van het vloeroppervlak is een belangrijk gegeven bij de indeling van de winkel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Verkoopruimte
De verkoopruimte is het deel van de winkel dat wordt gebruikt om de artikelen te presenteren. Hier komen klanten winkelen.

Slide 7 - Tekstslide

Kassaruimte
De grootte van een kassaruimte is mede afhankelijk van de artikelen die je verkoopt.

Slide 8 - Tekstslide

Routing
Met de routing wordt de looproute in de winkel bedoeld. Bij de inrichting van de winkel moet je rekening houden met het creëren van looppaden waardoor de klant zo doelmatig mogelijk door de winkel wordt geleid. De klant wordt eigenlijk langs alle artikelen geleid voor hij de winkel weer verlaat

Slide 9 - Tekstslide

Routing

Slide 10 - Tekstslide

Soorten routing
Looppadenpatroon= Paden met wegbewijzering, looproute met kleuren op de vloer aangegeven
Gedwongen routing=In sommige winkels kun je echt maar een richting uit lopen meestal langs alle producten
Vrijerouting=In deze winkels kun je als klant zelf bepalen hoe je door de winkel loopt. Dit noem je Circuleren.

Slide 11 - Tekstslide

Een goede routing creëert verkoopkansen door rekening te houden met het winkel gedrag van klanten. Denk aan............
-Klanten die de winkel binnenkomen, moeten zich eerst oriënteren. Ga ervan uit dat zij de eerste vijf meters nog niet bezig zijn om iets te kopen.

-Klanten zijn vooral rechts georiënteerd als ze artikelen pakken. ze houden in het looppad automatisch rechts aan.

-Veel klanten houden niet van lange rechten paden

-Veel klanten doen aan omtrek winkelen. zij kiezen vooral voor de buitenste looppaden en mijden de binnenste looppaden

Slide 12 - Tekstslide

Sterke plekken in de routing:

plekken waar de klant langzaam loopt, even stilstaat of waar zijn aandacht wordt getrokken bijvoorbeeld:

-Afrekenpunt
-Kopstelling
-Schap op ooghoogte
Zwakke plekken in de routing:

-eerste paar meter wandstelling nadat de je de winkel bent binnen gekomen
-De binnenste looppaden
-De linkerkant looppaden
-De achterwand van de winkel
-De hogere en lagere schappen in een stelling of meubel

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht klassikaal 
Bekijk de volgende 2 filmpjes  

-Kies een filmpje en vorm je eigen mening, beschrijf met vijf argumenten waarom je deze mening hebt. 
-Beschrijf hoe jij als winkelmedewerker hiermee om zou gaan.
-Deel je mening met je klasgenoten.

(Duur opdracht max 20 minuten)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Presentatiehoogte
Je kunt invloed uitoefenen door het artikel op een bepaalde hoogte te plaatsen. Afhankelijk van het soort artikel plaats je de artikelen op een bepaalde presentatiehoogte.
-Het schap op ooghoogte (1.20 en 1.60 meter) noem je ook wel het gouden schap omdat artikelen op ooghoogte het beste  verkopen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Verlichting
Goede verlichting zorgt voor prettig winkelen. Het geeft sfeer en versterkt de routing. Meestal kun je verschillende lichtbronnen apart aan-of uitschakelen. Veel winkels werken met een verlichtingsplan. De gekozen verlichting moet passen bij de formule.

-Basisverlichting
-Accentverlichting
-Etalageverlichting

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

In een verlichtingsplan heb je vaak de volgende mogelijkheden
Basisverlichting= Wanneer de winkel gesloten is en er wel medewerkers aan het werk zijn, wordt de basisverlichting ingeschakeld. 
Accentverlichting=Met accentverlichting kun je de aandacht vestigen op een gedeelte van de collectie. Het geeft sfeer en vraagt extra aandacht. Deze staat aan als de winkel open is.
Etalageverlichting=De etalage moet je goed verlichten zodat deze goed opvalt. 
 

Slide 21 - Tekstslide

Filmpjes
Bekijk de volgende filmpjes
De mogelijkheden en toepassingen zijn oneindig!
let hierbij op de vormen, kleuren en materialen.



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video