Routing

Routing
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Routing

Slide 1 - Tekstslide

Winkelinterieur 

Slide 2 - Tekstslide

Winkelinterieur
-De binnenkant van de winkel noem je het interieur. 
-Het winkelinterieur moet aansluiten bij de winkelformule.
-De winkelinrichting is vaak voor een langere periode vastgesteld.
-Bij een goede winkelinrichting is aandacht besteed aan het ontwerp, van       het interieur. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De lay-out van de winkel
-De lay-out van de winkel is de indeling van de ruimte. De indeling moet overzichtelijk en herkenbaar voor de klant zijn en in overeenstemming met de winkelformule.

-Iedere vierkante meter winkeloppervlak kost geld. Er wordt huur betaald. De opbrengst van het vloeroppervlak is een belangrijk gegeven bij de indeling van de winkel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ruimtes
-Verkoopruimte 
-Serviceruimte
-Operationele ruimte
-Kassaruimte

Slide 7 - Tekstslide

Ruimtes
Werkwijze:            volg de lessen
Lezen:                     reader blz. 19 t/m 21
Maken vragen:    blz. 17 t/m 19 blz. 36  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verkoopruimte
De verkoopruimte is het deel van de winkel dat wordt gebruikt om de artikelen te presenteren. Hier komen klanten winkelen.

Slide 10 - Tekstslide

Serviceruimte
De serviceruimte is het vloeroppervlak dat is gereserveerd om service te kunnen verlenen

Slide 11 - Tekstslide

Kassaruimte
De grootte van een kassaruimte is mede afhankelijk van de artikelen die je verkoopt.

Slide 12 - Tekstslide

Routing
Met de routing wordt de looproute in de winkel bedoeld. Bij de inrichting van de winkel moet je rekening houden met het creëren van looppaden waardoor de klant zo doelmatig mogelijk door de winkel wordt geleid. De klant wordt eigenlijk langs alle artikelen geleid voor hij de winkel weer verlaat

Slide 13 - Tekstslide

Routing
Werkwijze:                volg de lessen
Lezen:                         reader blz. 26 t/m 21
Maken vragen:        blz. 20 t/m 22 blz. 36  

Slide 14 - Tekstslide

Routing

Slide 15 - Tekstslide

Soorten routing
Looppadenpatroon= Paden met wegbewijzering, looproute met kleuren op de vloer aangegeven
Gedwongen routing=In sommige winkels kun je echt maar een richting uit lopen meestal langs alle producten
Vrijerouting=In deze winkels kun je als klant zelf bepalen hoe je door de winkel loopt. Dit noem je Circuleren.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Een goede routing creëert verkoopkansen door rekening te houden met het winkel gedrag van klanten. Denk aan............
-Klanten die de winkel binnenkomen, moeten zich eerst oriënteren. Ga ervan uit dat zij de eerste vijf meters nog niet bezig zijn om iets te kopen.

-Klanten zijn vooral rechts georiënteerd als ze artikelen pakken. ze houden in het looppad automatisch rechts aan.

-Veel klanten houden niet van lange rechten paden

-Veel klanten doen aan omtrek winkelen. zij kiezen vooral voor de buitenste looppaden en mijden de binnenste looppaden

Slide 18 - Tekstslide

Sterke plekken in de routing:

plekken waar de klant langzaam loopt, even stilstaat of waar zijn aandacht wordt getrokken bijvoorbeeld:

-Afrekenpunt
-Kopstelling
-Schap op ooghoogte
Zwakke plekken in de routing:

-eerste paar meter wandstelling nadat de je de winkel bent binnen gekomen
-De binnenste looppaden
-De linkerkant looppaden
-De achterwand van de winkel
-De hogere en lagere schappen in een stelling of meubel

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht klassikaal 
Bekijk de volgende 2 filmpjes  

-Kies een filmpje en vorm je eigen mening, beschrijf met vijf argumenten waarom je deze mening hebt. 
-Beschrijf hoe jij als winkelmedewerker hiermee om zou gaan.
-Deel je mening met je klasgenoten.

(Duur opdracht max 20 minuten)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Presentatiehoogte
Je kunt invloed uitoefenen door het artikel op een bepaalde hoogte te plaatsen. Afhankelijk van het soort artikel plaats je de artikelen op een bepaalde presentatiehoogte.
-Het schap op ooghoogte (1.20 en 1.60 meter) noem je ook wel het gouden schap omdat artikelen op ooghoogte het beste  verkopen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Verlichting
Werkwijze:                  volg de lessen
Lezen:                           reader blz. 27 t/m 29
maken vragen:          23 t/m 24 blz. 36
Leren:                            begrippen reader

Slide 25 - Tekstslide

Verlichting
Goede verlichting zorgt voor prettig winkelen. Het geeft sfeer en versterkt de routing. Meestal kun je verschillende lichtbronnen apart aan-of uitschakelen. Veel winkels werken met een verlichtingsplan. De gekozen verlichting moet passen bij de formule.

-Basisverlichting
-Accentverlichting
-Etalageverlichting

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

In een verlichtingsplan heb je vaak de volgende mogelijkheden
Basisverlichting= Wanneer de winkel gesloten is en er wel medewerkers aan het werk zijn, wordt de basisverlichting ingeschakeld. 
Accentverlichting=Met accentverlichting kun je de aandacht vestigen op een gedeelte van de collectie. Het geeft sfeer en vraagt extra aandacht. Deze staat aan als de winkel open is.
Etalageverlichting=De etalage moet je goed verlichten zodat deze goed opvalt. 
 

Slide 29 - Tekstslide

Filmpjes
Bekijk de volgende filmpjes
De mogelijkheden en toepassingen zijn oneindig!
let hierbij op de vormen, kleuren en materialen.



Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video