Inleiding: bepaald verschijnsel.
Voorbeeld: Waarom zie je vaak twee regenbogen naast elkaar bij een regenbui?
Middenstuk:
1. Wat voor kenmerken heeft het verschijnsel?
2. Hoe kun je het verschijnsel verklaren: oorzaken/redenen?
3. Staat de verklaring vast of zijn er meningsverschillen over een of meer verklaringen?
4. Hoe aannemelijk zijn dan die mogelijke verklaringen?
5. Wat is volgens jou de beste verklaring?
Slot: samenvatting