4VWO Parlementaire democratie

Parlementaire democratie
4VWO
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Parlementaire democratie
4VWO

Slide 1 - Tekstslide

Belang van politiek
  • Manier waarop het besluit wordt genomen. 
  • De mogelijkheid om invloed en controle uit te oefenen op de politieke besluiten 
  • In NL: representatieve of parlementaire democratie. Volk kiest vertegenwoordigers die beslissingen en bij verkiezingen verantwoording moeten afleggen aan burgers.

Slide 2 - Tekstslide

Democratie
  • Individuele vrijheid
  • Politieke grondrechten
  • Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden
  • Onafhankelijke rechtspraak
  • Persvrijheid.  

Slide 3 - Tekstslide

Parlementair en presidentieel stelsel 
Parlementair: 
  • Rechtstreeks gekozen parlement hoogste macht
  • Samenstelling parlement bepaalt samenstelling kabinet
  • Niet gekozen staatshoofd
Presidentieel: 
  • Naast parlement ook president gekozen (bij veel bevoegdheden: presidentieel stelsel) 
  • President hoofd regering kan ministers benoemen en ontslaan.

Slide 4 - Tekstslide

Dictatuur
  • De 3 machten zijn niet gescheiden, maar in handen van een klein groep mensen.  
  • Beperkte individuele vrijheid 
  • Nauwelijks politieke vrijheid 
  • Overheidsgeweld 
  • Geen onafhankelijke rechtspraak 
  • Massamedia en cultuur onder censuur overheid

Soorten dictaturen: 
  • Op basis van ideologie; strenge controle, indoctrinatie 
  • Op basis van religie, theocratie 
  • Op basis van militaire macht

Slide 5 - Tekstslide

Politieke stromingen
  • Ideologie: samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichtingen van de samenleving. 

Standpunten over: 
  1. Normen en waarden 
  2. Sociaaleconomische verhoudingen: dingen die te maken hebben met werk en inkomen (links= te veel maatschappelijke ongelijkheid, actieve overheid op het gebied van de economie, uitkeringen, onderwijs en gezondheidszorg) (rechts: niet actieve overheid, de markt moet het werk doen) 
  3. (Machtsverdeling) 

Slide 6 - Tekstslide

Politieke stromingen
Liberalen (VVD, D66) 
  • Individuele en economische vrijheid, verantwoordelijkheid, tolerantie
  • Vrijemarkteconomie 
  • Overheid beperken tot kerntaken: defensie, onderwijs en rechtstaat



Slide 7 - Tekstslide

Politieke stromingen
Socialisme
  • Een eind maken aan de armoede en de ongelijkheid
  • Gelijke kansen
  • Solidair met elkaar (sterkste schouders de zwaarste lasten)
  • Communisten (extreem) en sociaaldemocraten (gematigd)
Sociaaldemocraten nu: (SP, Groen Links en PvdA) 
  • Niet tegen vrijemarkteconomie, wel eerlijker verdeling kennis, macht en inkomen 

Slide 8 - Tekstslide

Politieke stromingen
Confessionalisme 
  • Basis van politieke ideeën is de geloofsovertuiging 
  • Organische staatsopvatting (functionalisme) 
Christendemocraten nu: (CDA, CU en SGP) 
  • Maatschappelijk middenveld (gespreide verantwoordelijkheid) 
  • Rentemeesterschap 
  • Solidariteit (naastenliefde) 

Slide 9 - Tekstslide

Politieke stromingen
Populisme (PVV, FvD) 
  • Niet uitgaan van een ideologie (meer een bepaalde stijl van politiek bedrijven) 
  • Stem van het volk 
  • Daadkrachtig ogende oplossingen 
  • Niet veel overheidsbemoeienis, wel bescherming zwakkeren (rechts en links) 
  • Nationalistische standpunten

Slide 10 - Tekstslide

Politieke stromingen
Eenvoudige indelingen 
  • Progressief (vooruitstrevend) 
  • Conservatief (behoudend) 
  • Reactionair 

  • Links: actieve rol (gelijke kansen en gelijkwaardigheid, bv, onderwijs, inkomen en werk)
  • Rechts: passieve rol (eigen verantwoordelijkheid en vrijheid van mensen) 
  • Politiek midden: gezamenlijke verantwoordelijkheid burgers en overheid

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Politieke partijen

Groep mensen met dezelfde ideeën over de samenleving. 
Soorten partijen: 
  • Op basis van een ideologie, populistisch, pragmatisch, (inter)nationaal gericht 
  • One-issuepartijen
  • Antidemocratische partijen 
Functies politieke partijen: 
  • Integratiefunctie (aggregatie) 
  • Informatiefunctie (communicatie) 
  • Participatiefunctie 
  • Selectiefunctie (rekrutering en selectie)

Slide 13 - Tekstslide

Politieke partijen

Groep mensen met dezelfde ideeën over de samenleving. 
Soorten partijen: 
  • Op basis van een ideologie, populistisch, pragmatisch, (inter)nationaal gericht 
  • One-issuepartijen
  • Antidemocratische partijen 
Functies politieke partijen: 
  • Integratiefunctie (aggregatie) 
  • Informatiefunctie (communicatie) 
  • Participatiefunctie 
  • Selectiefunctie (rekrutering en selectie)

Slide 14 - Tekstslide