4.6 Schaal en inhoud (GT)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, g
• Leerjaar 2

Welkom

Ga zitten naast iemand met wie je goed kan werken.Alleen zitten mag uiteraard ook.

Pak je boek en etui

Pak je chromebook, maar laat hem dicht.

Wat verwacht ik van jullie?

Jullie zijn stil als ik uitleg geef

Wat gaan we vandaag doen?

We gaan leren hoe we de inhoud van vergrote figuren gaan berekenen.

We maken 4.6 op je chromebook

Leerdoel van vandaag

Weten jullie nog?

1. Je berekent de oppervlakte van het schaalmodel, bijv 60 cm²

2. Je kwadrateert de vergrotingsfactor (bijv 4² = 16)

3. Je vermenigvuldigt het antwoord op stap 1 met het antwoord op stap 2

Bijv 60 x 16 = 960 cm²

4.5 Schaal en oppervlakte - herhaling

Bij het vergroten van een oppervlakte moet je kwadrateren (dus tot de tweede macht).

Bij het vergroten van de inhoud van bijvoorbeeld een kubus

rekenen we tot  de derde macht. 

4.6  Schaal en inhoud

De inhoud van de kleine kubus

is 10 cm³.

De vergrotingsfactor van de tweede

kubus is 2.

De inhoud van de vergrote kubus is dan 2³(= 2 x 2 x 2)=8

Inhoud van de grote kubus is dan 10 x 8 = 80 cm³.

4.6  Schaal en inhoud

Balk wordt 2 keer vergroot.

1a. Wat zijn de afmetingen van  de 

vergrote balk?

1b. Bereken de inhoud van de vergrote balk

4.6  Schaal en inhoud - blz 53

• 10 cm x 6 cm bij 4 cm

• 10 x 6 x 4 = 240 cm³

1c. Bereken de inhoud van de originele

balk

1d. Bereken de vergrotingsfactor 

4.6  Schaal en inhoud - blz 53

• 3 x 5 x 2 = 30 cm³

• 240 : 30 = 8 
• De vergrotingsfactor is 8³

1e. Bereken de inhoud van de vergrote 

balk met de vergrotingsfactor³

1f. Leg uit waarom de inhoud van de vergrote balk 8 keer zo groot is als de inhoud van de originele balk 

4.6  Schaal en inhoud - blz 53

30 x 2³ = 30 x 8 = 240 cm³

• Er passen 8 kleine balken in de  grote balk.
  

2. Het schaalmodel van een zwembad 

is gemaakt op een schaal van 1:10.

Het schaalmodel heeft een inhoud van

 2,5 m³. Bereken de inhoud van het

echte zwembad.

4.6  Schaal en inhoud - blz 53

2,5 x 10³ = 2,5 x 1000 = 2500 m³

De eerste 3 is 'tot de derde macht'

De tweede 3 is 'kubieke' meter.

4.6  Schaal en inhoud - blz 53

2,5 x 10³ = 2,5 x 1000 = 2500 m³

Afsluiting

Aan de slag

 Paragraaf 4.6 op je chromebook

Afsluiting

Volgende les

 Samenvatting maken en oefenen

Paragraaf 4.6  afmaken

           Niet gemaakt?

          Aantekening in magister

          Einde van mijn lesdag

terugkomen om huiswerk in te 

halen.

Huiswerk

4.3 Rekenen met schaal vergroten