M3 paragraaf 3 afkortingen

Taalverzorging § 3
 Afkortingen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging § 3
 Afkortingen

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

- je kunt afkortingen goed spellen en gebruiken. 
afkortingen goed spellen en gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Welke afkortingen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Afkortingen 
Afkortingen schrijf je op verschillende manieren: met hoofdletters en met kleine letters, met of zonder punten.

Zo schrijf je afkortingen:
-Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: BMW, VVD, GB, PSV, RTL, VN

- Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: a.u.b., bijv. 
- De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: vmbo, bh, cv, ov, pin, sms.

Slide 4 - Tekstslide

Kort op de juiste manier af:
in plaats van

Slide 5 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
per persoon

Slide 6 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
In combinatie met

Slide 7 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
diskjockey

Slide 8 - Open vraag

Kort op de juiste manier af:
algemene periodieke keuring

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!

Slide 10 - Tekstslide