1.1 Zakgeld

1.1 Zakgeld
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.1 Zakgeld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Lesdoelen bespreken
- Terugblik
- Instructie
- Begeleid oefenen: oefenen m.b.v. wisbordjes
- Zelfstandig werken
- Evaluatie
Programma

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert bedragen omrekenen naar verschillende perioden en je leert de betekenis van de begrippen chartaal en giraal geld, zakgeld en zwart werk.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Methode LWEO: Dit schooljaar twee katernen. Veel overlap met Havo 2 stof. 
- Maak je huiswerk elke keer, zodat je niet achter gaat lopen. Het huiswerk staat vooruit gepland in Somtoday. Je mag verder werken, als dit voor jouw planning beter uitkomt. Je doet wel mee in de lessen met de instructie.
Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakgeld is geld dat je zonder tegenprestatie per week of per maand krijgt van jouw ouders of verzorgers en dat je vrij mag besteden.
Instructie

Slide 5 - Tekstslide

- Wie van jullie krijgt zakgeld? 
- Hoeveel zakgeld krijgt iedereen?
Je kunt je zakgeld chartaal of giraal ontvangen. 

Chartaal geld betekent, dat je het cash ontvangt. In bankbiljetten en munten.

Giraal geld wil zeggen dat je het op jouw bankrekening ontvangt. 
Instructie

Slide 6 - Tekstslide

- Wie ontvangt giraal zakgeld en wie chartaal zakgeld?
Zwart werk is betaald werk waarvan de inkomsten niet worden opgegeven bij de belastingdienst. 

Hoe komt het dat zwart werk bijna altijd chartaal wordt uitbetaald?
Instructie

Slide 7 - Tekstslide

Dat is niet/ moeilijk te traceren.
Je zakgeld ontvang je per periode. De ene leerling krijgt het per week, de ander per maand. Om het zakgeld te kunnen vergelijken, zul je de periodes moeten omrekenen naar dezelfde eenheid. 

Dit doe je altijd door eerst het jaarbedrag te berekenen.
Dus weekbedrag x 52 en een maandbedrag x 12. Daarna deel je het door 12 om een maandbedrag te krijgen of door 52 voor het weekbedrag.
Instructie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit doe je altijd door eerst het jaarbedrag te berekenen.
Dus weekbedrag x 52 en een maandbedrag x 12. Daarna deel je het door 12 om een maandbedrag te krijgen of door 52 voor het weekbedrag.

Bijvoorbeeld: 

€3,- per week is (€3 x 52) / 12 = €13,- per maand.

Instructie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 5,- per week. 

Hoeveel is dat per maand?
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 5,- per week. 

Hoeveel is dat per maand?
( 5x52) / 12 = € 21, 67 per maand
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 120,- per maand.  

Hoeveel is dat per week?
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 120,- per maand.  

Hoeveel is dat per week?
(120 x 12) / 52 = € 27, 69 per week
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 560,- per jaar.  

Hoeveel is dat per week?
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 560,- per jaar. 

Hoeveel is dat per week?
560 / 52 = € 10,77 per week
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 320,- per kwartaal.  

Hoeveel is dat per week?
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

€ 320,- per kwartaal.  

Hoeveel is dat per week?
(320 x 4 ) / 52 = € 24,62 per week
Begeleid oefenen - wisbordjes

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basis en intensief: maken 1.1 t/m 1.4
Plus: 1.2 t/m 1.4
Zelfstandig werken

Slide 18 - Tekstslide

Dat is niet/ moeilijk te traceren.
Je leert bedragen omrekenen naar verschillende perioden en je leert de betekenis van de begrippen chartaal en giraal geld, zakgeld en zwart werk.
Evaluatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies