2B - 1.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 1: Zakgeld en inkomen

Paragraaf 2: Zakgeld vergelijken

Deze les:

• Korte terugblik
• uitleg 1.2
• opdrachten 1.2 maken

Vorige les

Verschillende soorten inkomsten:

Vorige les

Verschillende soorten inkomsten:

geld - natura

met tegenprestatie - zonder tegenprestatie 

Vorige les

Verschillende soorten inkomsten:

geld - natura

met tegenprestatie - zonder tegenprestatie 

inkomen = alle inkomsten samen

Doel van deze les:

- ik kan ontvangsten vergelijken met elkaar

Zakgeld vergelijken

Van maand naar jaar

Van maand naar jaar

maandbedrag * 12 = jaarbedrag

voorbeeld

Klaas krijgt € 25 per maand. Hoeveel krijgt hij per jaar?

Samira krijgt € 57,50 per maand. Hoeveel krijgt zij per jaar?

Henk krijgt € 13,75 per maand. Hoeveel krijgt hij per jaar?

Van week naar jaar

Van week naar jaar

Weekbedrag * 52 = jaarbedrag

Diane krijgt € 7,50 per week. Hoeveel krijgt zij per jaar?

Ryan krijgt € 11 per week. Hoeveel krijgt hij per jaar?

Elvira krijgt € 4 per week. Hoeveel krijgt zij per jaar?

Van maand naar week

Van maand naar week

stap 1: Reken van maand naar jaar

           

Van maand naar week

stap 1: Reken van maand naar jaar

               maandbedrag * 12 = jaarbedrag

Van maand naar week

stap 1: Reken van maand naar jaar

               maandbedrag * 12 = jaarbedrag

stap 2: Reken van jaar naar week

              

Van maand naar week

stap 1: Reken van maand naar jaar

               maandbedrag * 12 = jaarbedrag

stap 2: Reken van jaar naar week

               jaarbedrag / 52 = weekbedrag

Van maand naar week

stap 1: Reken van maand naar jaar

               maandbedrag * 12 = jaarbedrag

stap 2: Reken van jaar naar week

               jaarbedrag / 52 = weekbedrag

Dus: 

maandbedrag * 12 / 52 = weekbedrag

Elysa krijgt € 35 per maand. Hoeveel krijgt ze per week?

Stan krijgt € 24,50 per maand. Hoeveel krijgt hij per week?

Noor krijgt €70 per maand. Hoeveel krijgt zij per week?

Van week naar maand

Van week naar maand

Stap 1: reken van week naar jaar  
              

Van week naar maand

Stap 1: reken van week naar jaar  
              weekbedrag * 52 = jaarbedrag

Van week naar maand

Stap 1: reken van week naar jaar  
              weekbedrag * 52 = jaarbedrag

Stap 2: reken van jaar naar maand
              

Van week naar maand

Stap 1: reken van week naar jaar  
              weekbedrag * 52 = jaarbedrag

Stap 2: reken van jaar naar maand
               jaarbedrag / 12 = maandbedrag

Van week naar maand

Stap 1: reken van week naar jaar  
              weekbedrag * 52 = jaarbedrag

Stap 2: reken van jaar naar maand
               jaarbedrag / 12 = maandbedrag

Dus: 

weekbedrag * 52 / 12 = maandbedrag                         (staat fout in je boek!)

Truus krijgt € 8 per week. Hoeveel krijgt zij per maand?

Lex krijgt € 12,50 per week. Hoeveel krijgt hij per maand?

Aan de slag!

- maak bladzijde 12, 13, 14

Moeilijk? lees de leerteksten!

Afsluiting

Lesdoel behaald?

- ik kan ontvangsten vergelijken met elkaar.