Hygiëne helpt!

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bacteriën zijn overal.
 Ook op en in jouw lichaam. Je hebt goede bacteriën, maar ook slechte: die kunnen je ziek maken. Hoe zit dat precies? Wat kunnen antibiotica doen als je ziek wordt? En wat is antibioticaresistentie? In deze les ga je het allemaal leren!
Hiernaast zie je de bacteriën op een smartphone...

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Microben
Op de volgende dia(link) stellen de drie microben zich voor. Welke ‘karaktereigenschap’ hoort bij wie? Sleep ze naar het juiste profiel.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Bah? Bacteriën
Overal in en op je lichaam, en op voorwerpen om je heen, zitten bacteriën. Wat weet jij al over bacteriën? 
Kies de juiste woorden door erop te klikken in de volgende dia (link).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Waar zitten meer bacteriën op?
A
WC bril
B
Smartphone

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat is een antibioticum en hoe werkt het?

Je hebt vast wel eens van antibiotica gehoord. Misschien heb je het ook wel eens gebruikt toen je ziek was. Maar wat doen antibiotica eigenlijk? De artsen leggen het uit in het filmpje.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoera voor antibiotica?
Bijna 100 jaar geleden werd het ‘wondermiddel’ antibiotica ontdekt om slechte bacteriën in je lichaam te doden. Klik de plaatjes aan voor meer informatie.
 Zet de gebeurtenissen vervolgens in de juiste volgorde door de plaatjes naar het juiste jaartal te slepen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

AntibiotiJA (of nee)
Je leest hier vier stellingen. 
Wat denk jij: waar of niet waar?

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende bacteriën moeten met verschillende soorten antibiotica bestreden worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Waar
Daarom moet een arts eerst weten wat een infectie veroorzaakt. Als er twijfel is, moet een lab een proefje doen om te zien welke bacteriën er bestreden moeten worden en welke antibiotica daarbij werken.

Slide 16 - Tekstslide

Een goede arts schrijft bij (bacteriële) keelontsteking meteen antibiotica voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Niet waar
Een goede arts schrijft alleen antibiotica voor als het écht nodig is. Veel mensen vinden keelontsteking vervelend. Logisch. Maar hoe meer antibiotica we gebruiken tegen de bacterie die keelontsteking veroorzaakt, hoe sneller die bacterie ongevoelig wordt voor het antibioticum. En trouwens: een keelontsteking geneest uit zichzelf vaak even snel…


Slide 18 - Tekstslide

Hoe vaker we antibiotica gebruiken, hoe gevaarlijker het is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar
Bacteriën worden zo resistent. En je doodt ook gezonde bacteriën, die we juist nodig hebben.

Slide 20 - Tekstslide

Antibiotica is overal ter wereld alleen op doktersrecept te verkrijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Niet waar
Helaas. In heel veel landen kun je antibiotica gewoon in de apotheek halen. Dat is niet goed: mensen gebruiken antibiotica voor milde infecties en zo worden bacteriën sneller resistent.

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun jij doen tegen resistentie?

Je kunt zelf ook iets doen tegen resistentie. Want hoe minder antibiotica je hoeft te gebruiken, hoe beter het is. 
Wat helpt (en wat helpt juist niet)? 
Klik op de juiste bolletjes. 
Als je antwoord goed is, worden ze groen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Wel goed
  • Goed slapen, lekker sporten
  • Geen antibiotica slikken als het niet nodig is
  • Je ouders een lesje leren
  • Regelmatig je handen wassen
  • Antibiotica altijd op hetzelfde tijdstip innemen
  • wondjes goed schoonmaken
Niet Goed
  • Niemand meer zoenen
  • Stoppen met antibioticum zodra je je beter voelt
  • Je mond spoelen met mondwater na het eten
  • Regelmatig aan de trapleuning likken
  • Vaak paracetamol slikken

Slide 25 - Tekstslide

De oplossing?
Natuurlijk doen wetenschappers er alles aan om de strijd aan te gaan met (resistente) bacteriën en zoeken ze nieuwe oplossingen voor infecties. Zo ontdekken onderzoekers regelmatig nieuwe antibiotica en ontwikkelen ze nieuwe vaccins. Ook wordt er veel onderzoek gedaan naar bacteriofagen. In dit filmpje wordt uitgelegd wat dat zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 28 - Open vraag