● CO2 lost op in oceaanwater als koolzuur (H2CO3). Plankton en andere zeediertjes kunnen met het CO3 (carbonaat) een kalkskelet bouwen. Als deze diertjes doodgaan, zakt hun skelet naar de bodem van de oceaan en verdwijnt er dus CO2 uit de atmosfeer.
● CO2 lost op in water, dus ook in de kleine waterdruppeltjes die in de lucht aanwezig zijn. Koolzuur (H2CO3) valt opgelost in neerslag op aarde en zorgt voor verwering van mineralen in gesteenten. Zo ontstaat klei, dat samen met het koolzuur uiteindelijk via oppervlaktewater en/of grondwater in zee terechtkomt. Hier kunnen plankton en andere zeediertjes er weer een skelet van bouwen. Zo verdwijnt er CO2 uit de atmosfeer.
● CO2 komt in de atmosfeer terecht door vulkanisme dat optreedt onder invloed van de platentektoniek. Maar CO2 kan ook als gas uit het zeewater naar de atmosfeer ontsnappen. Of dit gebeurt, hangt onder andere af van de temperatuur van het zeewater en van de atmosfeer.