huiswerk schrijven in Nederland 5

huiswerk schrijven in Nederland 5
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

huiswerk schrijven in Nederland 5

Slide 1 - Tekstslide

oefening 1
Schrijf het woord in je eigen taal:
het brood

Slide 2 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
het fruit

Slide 3 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
gezond

Slide 4 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
de groente

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
houden van

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
het ijsje

Slide 7 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
de kaas

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het woord in je eigen taal:
de kilo

Slide 9 - Open vraag

Ik kan het drinken:

Slide 10 - Open vraag

oefening 2.
Ik kan het eten:

Slide 11 - Open vraag

oefening 3. Vul in.
Na het ontbijt ga ik naar de.........

Slide 12 - Open vraag

Ik kan daar goedkoop eten.....

Slide 13 - Open vraag

Mijn man wil graag sperziebonen eten. Ik wil ook een .......aardappelen en fruit kopen.

Slide 14 - Open vraag

Daarna drink ik een kopje.........bij mijn ouders.

Slide 15 - Open vraag

oefening 4. kies het goede antwoord.
Houd jij van vlees?

Slide 16 - Open vraag

oefening 4. kies het goede antwoord.
Wat drink jij 's ochtends?

Slide 17 - Open vraag

oefening 5. Maak goede zinnen.
1. vanavond-Wat-jij-eet-?

Slide 18 - Open vraag

2. wil-een broodje kaas-Pieter-.

Slide 19 - Open vraag

3. rijst-eten-vanavond-met kip en groente-Tanja-wil-.

Slide 20 - Open vraag

oefening 6.
1........u mij even helpen?
A
Willen
B
Wilt

Slide 21 - Quizvraag

2. Stefan.........naar buiten
A
wil
B
wilt

Slide 22 - Quizvraag

3. Ik.............een broodje kaas.
A
wil
B
wilt

Slide 23 - Quizvraag

4................jullie naar oma?
A
Willen
B
Wilt

Slide 24 - Quizvraag

5. ..................u een glas melk?
A
Willen
B
Wilt

Slide 25 - Quizvraag

oefening 7.
1. Vind jij koffie lekker?

Slide 26 - Open vraag

2. Eet je liever vis of vlees?

Slide 27 - Open vraag

3. Waar eet jij vanavond?

Slide 28 - Open vraag

oefening 8.
Maak een boodschappenlijstje:

Slide 29 - Open vraag

oefening 9 en 10 zelfstandig maken.

Slide 30 - Open vraag