Ch 2 - les 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Qu'est-ce qu'on va faire?

• planning
• vocabulaire A B
• parler
• bijvoeglijk naamwoord
• kahoot
• chanson

We verwachten van jou dat je...

• rustig het lokaal binnenkomt zonder telefoon: je telefoon zit in je tas.
  
• jouw spullen/boeken op tafel legt.
  
• laptop is opgeladen.
  
• vriendelijk praat tegen je klasgenoten en de docenten.
  
• stil 🤫 bent als dat gevraagd wordt. Je praat niet door de docent of door je klasgenoten heen!
  
• een actieve houding hebt (je zit rechtop, doet goed mee en stelt vragen als je het niet begrijpt)
• goed voorbereid naar de les komt (je hebt je huiswerk gemaakt en geleerd)

Script:

eerste keer waarschuwing

tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Planning

Toets in de toetsweek:

Chapitre 2 woorden/zinnen A B  + gram. D 

+ leesteksten

Chapitre 2

• Ik kan mijn familieleden voorstellen.
  
• Ik kan vertellen welke huisdieren ik heb en wat ik van ze vind.
• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  

Vocabulaire

Leren woorden/zinnen A+B

Nu: 10 minuten in stilte oefenen met de woordjes (Slim Stampen, Quizlet, WRTS, vanuit je boek)

Vocabulaire 

A B

Parler

Vocabulaire A

Réponds aux questions en phrases complètes.

Het bijvoeglijk naamwoord

De rode neus.

Het grote huis.

De kleine jongen.

Hoe vorm je een
bvnw in het Frans?

Basisregel

un grand homme

une grande femme

deux grands hommes

deux grandes femmes

	ev	mv
mnl	-	+s
vrl	+e	+es

Onregelmatige vormen

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm in het Frans.

	mnl ev	mnl mv	vrl ev	vrl mv
goed	bon	bons	bonne	bonnes
mooi	beau	beaux	belle	belles
nieuw	nouveau	nouveaux	nouvelle	nouvelles
oud	vieux	vieux	vieille	vieilles

Plaats van het bvnw

In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd voor het zelfstandig naamwoord, in het Frans staat het er meestal achter:

Un chat noir

Une fille française

Un lapin adorable

Plaats van het bvnw

Let op: de volgende bijvoeglijke naamwoorden staan in het Frans altijd vóór het zelfstandig naamwoord.

goed     bon

mooi     beau                                                       C'est une belle fille.

groot    grand                                                     J'ai un grand frère.

nieuw   nouveau                                               Mon père a une nouvelle voiture.

klein      petit

oud        vieux

J'ai un (petit) ... frère.

1. petit
2. petite
3. petits
4. petites

J'ai deux (petit) ... soeurs.

1. petit
2. petite
3. petits
4. petites

La (vieux) ... dame

1. vieux
2. vieille
3. vieuxe
4. vieilles

une (nouveau) ... voiture

1. nouveau
2. nouveaux
3. nouvelle
4. nouvelles

J'habite dans une (grand) ... maison.

1. grand
2. grande
3. grands
4. grandes

C'est une (vieux) .... maison.

1. vieux
2. vieuse
3. vieille
4. vieilles

Bijvoeglijk naamwoord

Basiskennis Frans

Chanson

Claude - Layla

0

www.maxitaal.net/mv

grammaire - bijv. nw

devoirs

leren woorden/zinnen A B

leren grammatica D