Ontledingsreactie: als er uit één stof meerdere nieuwe stoffen ontstaan.
één beginstof --> twee of meer reactieproducten
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld ontledingsreactie
Als je brood in een reageerbuis verhit, treedt er een reactie op die je kunt vergelijken met het ontleden van hout. Het brood verdwijnt en er ontstaan koolstof, water en witte rook.
Hoe ziet het reactieschema eruit?
Brood (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Is dit een ontledingsreactie?
Ja! één beginstof, meerdere (3) reactieproducten
Slide 11 - Tekstslide
Organische stoffen
Organische stoffen: bv. Hout, papier en brood
Ontleding organische stoffen:
organische stof (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Bij de ontleding van organische stoffen ontstaat dus altijd koolstof, water en witte rook!
Slide 12 - Tekstslide
Verbranding vs ontleding
Verbranden
- Zuurstof nodig
- Voldoende brandstof en zuurstof? Verbranding blijft doorgaan.
- Er is warmte nodig voor de reactie te laten verlopen
één beginstof --> twee of meer reactieproducten
Slide 13 - Tekstslide
Reactieverschijnselen
Je kunt vertellen of er een reactie heeft plaatsgevonden, als één van de volgende reactieverschijnselen hebben plaatsgevonden:
Verandering van kleur
Verandering van geur
Verandering van smaak
Warmte
Rook
Vlammen
Licht
Gasvorming
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen 4.2 Atomen en moleculen
Je kunt de namen en symbolen van de meest voorkomende elementen (atoomsoorten) opsommen.
Je kunt de meest voorkomende elementen (atoomsoorten) indelen in metalen en niet-metalen.
Je kunt beschrijven dat moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Je kunt beschrijven dat bij een chemische reactie de atomen niet veranderen, maar anders worden gerangschikt.
Je kunt beschrijven hoe een moleculaire stof is opgebouwd.
Slide 15 - Tekstslide
Symbolentaal
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Slide 16 - Tekstslide
Symbolentaal
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Slide 17 - Tekstslide
Symbolentaal
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Elk atoomsoort heeft een eigen naam en een eigen symbool.
De eerste letter is ALTIJD een hoofdletter en als er een tweede letter is, is dat ALTIJD een kleine letter
Elementen: een stof die je niet verder in kleinere deeltjes kunt splitsen (atoomsoort=element)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Verbinding
Verbinding: een stof met meerdere atoomsoorten
Slide 22 - Tekstslide
Verbinding vs element
Verbindingen: ontleedbare stoffen. Bestaat uit twee of meer atoomsoorten.
H2O
C6H12O6
Elementen: niet-ontleedbare stoffen. Bestaat uit één atoomsoort.
H2
O2
Au
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Moleculaire stof
Moleculaire stof: een verbinding waar alleen niet-metalen in voorkomen!
Slide 25 - Tekstslide
Uitbreiding deeltjesmodel
Elke stoffen bestaan uit moleculen
Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
Elk molecuul is opgebouwd uit nog kleinere deeltjes: atomen.
Slide 26 - Tekstslide
Moleculaire stof
Geen moleculaire stof
NaCl
H2O
CO2
MgO
SO2
Slide 27 - Sleepvraag
Scheikundige reacties
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Stappenplan opstellen reactievergelijking
Stap 1: Reactieschema opschrijven. Stap 2: Molecuulformules van de stoffen opschrijven. Stap 3: Reactievergelijking kloppend maken door de coëfficiënten aan te passen: even veel atomen van elke soort voor, als na de pijl.
Beginnen met de atoomsoort die in zo min mogelijk molecuulformules voorkomt.
Wanneer dit niet van toepassing is, van voor naar achter werken.
Stap 4: Zorg voor zo klein mogelijke coëfficiënten (alleen hele getallen!). Stap 5: Controleer je reactievergelijking, tel altijd je atomen na: voor de pijl even veel atomen als na de pijl. En vergeet de toestandsaanduiding niet!
Slide 33 - Tekstslide
Stappenplan opstellen reactievergelijking
Stap 1: Reactieschema opschrijven. Stap 2: Molecuulformules van de stoffen opschrijven. Stap 3: Reactievergelijking kloppend maken door de coëfficiënten aan te passen: even veel atomen van elke soort voor, als na de pijl.
Beginnen met de atoomsoort die in zo min mogelijk molecuulformules voorkomt.
Wanneer dit niet van toepassing is, van voor naar achter werken.
Stap 4: Zorg voor zo klein mogelijke coëfficiënten (alleen hele getallen!). Stap 5: Controleer je reactievergelijking, tel altijd je atomen na: voor de pijl even veel atomen als na de pijl. En vergeet de toestandsaanduiding niet!
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Stappenplan opstellen reactievergelijking
Stap 1: Reactieschema opschrijven. Stap 2: Molecuulformules van de stoffen opschrijven. Stap 3: Reactievergelijking kloppend maken door de coëfficiënten aan te passen: even veel atomen van elke soort voor, als na de pijl.
Beginnen met de atoomsoort die in zo min mogelijk molecuulformules voorkomt.
Wanneer dit niet van toepassing is, van voor naar achter werken.
Stap 4: Zorg voor zo klein mogelijke coëfficiënten (alleen hele getallen!). Stap 5: Controleer je reactievergelijking, tel altijd je atomen na: voor de pijl even veel atomen als na de pijl. En vergeet de toestandsaanduiding niet!
Slide 43 - Tekstslide
Voorbeeld (schrijf mee in je boekje)
Het roesten van ijzer met zuurstof tot roest (roest = Fe2O3)
Slide 44 - Tekstslide
Voorbeeld (schrijf mee in je boekje)
Het roesten van ijzer met zuurstof tot roest (roest = Fe2O3)
Antwoord:
RS: ijzer + zuurstof --> roest
RV: …Fe + … O2 --> … Fe2O3
RV: 4 Fe + 3 O2 --> 2 Fe2O3
Slide 45 - Tekstslide
4.4 Stoffen veranderen door ontleden
Je kunt drie typen ontledingsreacties noemen en aangeven welke soort energie er nodig is voor elk type.
Je kunt voorbeelden geven van ontledingsreacties.
Je kunt zuivere stoffen onderverdelen in ontleedbare stoffen en niet-ontleedbare stoffen.
Je kunt op basis van de formule van een stof aangeven of deze een ontleedbare of niet-ontleedbare stof is.
Slide 46 - Tekstslide
Herhaling ontleding(reactie)
Ontledingsreactie: als er uit één stof meerdere nieuwe stoffen ontstaan.
één beginstof --> twee of meer reactieproducten
Slide 47 - Tekstslide
Voorbeeld ontledingsreactie
Als je brood in een reageerbuis verhit, treedt er een reactie op die je kunt vergelijken met het ontleden van hout. Het brood verdwijnt en er ontstaan koolstof, water en witte rook.
Hoe ziet het reactieschema eruit?
Brood (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Is dit een ontledingsreactie?
Ja! één beginstof, meerdere (3) reactieproducten
Slide 48 - Tekstslide
Je kunt stoffen ontleden door middel van:
Thermolyse: ontleden doormiddel van warmte
Fotolyse: ontleden doormiddel van licht
Elektrolyse: ontleden doormiddel van elektrische stroom
Slide 49 - Tekstslide
Ontleding
Thermolyse
Warmte
Fotolyse
Licht
Elektrolyse
Elektriciteit
Slide 50 - Tekstslide
Ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen
Ontleedbare stoffen: Bestaat uit twee of meer atoomsoorten (verbindingen)
H2O
C6H12O6
Niet-ontleedbare stoffen: Bestaat uit één atoomsoort. (elementen)