Formatieve toets H3 Krachten

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Formatieve toets

quiz vragen over hoofdstuk 3 Krachten

Wie scoort meer vragen goed dan fout?

Wat is het symbool voor de kracht?

1. M
2. F
3. f
4. r

Wat kan je van krachten zien?

1. de kracht zelf
2. het effect van de kracht
3. de grootte van de kracht
4. de nettokracht

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?

1. Magnetische kracht
2. Elektrische kracht
3. Zwaartekracht
4. Kleefkracht

Krachten kan je meten met een

1. weegschaal
2. Krachtmeter
3. thermometer

Kan je krachten zien?

1. Ja
2. Nee

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?

1. Magnetische kracht
2. Elektrische kracht
3. Zwaartekracht
4. Spankracht

Wat is NIET een soort kracht?

1. Spierkracht
2. Massakracht
3. Magnetische kracht
4. Veerkracht

Links wint omdat hij met een grotere kracht trekt.
Wat is de netto kracht naar links?

1. 40 Newton
2. 50 Newton
3. 60 Newton
4. 100 Newton

Zwaartekracht is de kracht die

1. voorwerpen naar de aarde toe trekt
2. voorwerpen laat zweven
3. kracht die als zwaar wordt ervaren
4. kracht die door een zwaard geleverd wordt

Hoeveel Newton is de netto kracht als de krachten in evenwicht zijn?

1. 1 N
2. 0 N
3. 10 N
4. 0,1 N

Kracht is een

1. Gevoel
2. Eenheid
3. Grootheid
4. Uitvoering

Lees de grootte van de kracht op de krachtmeter af.
De kracht is...

1. 2,5N
2. 2,2N
3. 2,6N
4. 2,8N

Een kracht kun je tekenen.
Waarmee kun je een kracht in een tekening weergeven?

1. met een punt
2. met een lijn
3. met een pijl

Hoe wordt de krachtpijl ook wel genoemd?

1. Pijlpunt
2. Richtingpijl
3. Loodpijl
4. Vector

Een kracht kan:

1. vorm en richting veranderen
2. richting en snelheid veranderen
3. vorm en snelheid veranderen
4. vorm, snelheid en richting veranderen.

Welke kracht is bij wielrennen de grootste tegenwerkende kracht ?

1. Zwaartekracht
2. Kleefkracht
3. Wrijvingskracht
4. Luchtweerstandskracht

Wat is de eenheid van kracht?

1. Watt
2. Newton
3. Centimeter
4. Newton per kilogram

Hoeveel kilogram is 86 N?

1. 86kg
2. 8,6 kg
3. 0,86 kg
4. 8600 gram

Wat voor een kracht oefent een trampoline uit?

1. Spankracht
2. Zwaartekracht
3. Veerkracht
4. Spierkracht

Wat is geen kenmerk van een kracht

1. je kan een voorwerp van richting veranderen
2. Je kan een voorwerp vervormen
3. Je kan een voorwerp van snelheid veranderen
4. Je kan krachten zien

De krachtenschaal is 1cm ≘ 30 N.
Een pijl is 7,3 cm lang.
Hoe groot is de kracht?

1. 73 N
2. 730 N
3. 4,1 N
4. 219 N

De arm van een kracht is

1. De kortste afstand tussen kracht en draaipunt
2. De kortste afstand tussen draaipunt en kracht
3. De kortste afstand tot het draaipunt waarbij de kracht loodrecht op de arm staat.

Wat voor een kracht oefent een expander uit?

1. Spankracht
2. Zwaartekracht
3. Veerkracht
4. Spierkracht

hoeveel kracht is er nodig om 2 kg te verplaatsen?

1. 0,2 N
2. 2 N
3. 20 N
4. 200 N

Op een bal werken twee krachten van
72N en 119N.
Welke krachtenschaal kies je?

1. 1 cm ≘ 5 N
2. 1 cm ≘ 8 N
3. 1 cm ≘ 15 N
4. 1 cm ≘ 25 N

Hoeveel gram is 100 N?

1. 10000 gram
2. 1000 gram
3. 100 gram
4. 10 gram

Je hebt de beschikking over 100 N aan kracht. Hoeveel massa kun je verplaatsen?

1. 100 kg
2. 10 kg
3. 1 kg
4. 10 gram

De krachtenschaal is 1cm ≘ 20 N.
Hoe lang wordt de pijl voor een kracht van 80 N ?

1. 10 cm
2. 8 cm
3. 4 cm
4. 2 cm

phet.colorado.edu

pHet-simulatie

https://phet.colorado.edu/sims/html/forces-and-motion-basics/latest/forces-and-motion-basics_nl.html

Je hangt een gewicht aan een krachtmeter. Door welke kracht rekt de krachtmeter uit?

1. Veerkracht
2. Zwaartekracht
3. Magnetische kracht
4. Mechanische kracht

Een veer kan slap of stug zijn.
Wat kun je zeggen over slappe veren?

1. Slappe veren rekken moeilijker uit dan stugge veren.
2. Slappe veren rekken makkelijker uit dan stugge veren.
3. Slappe veren rekken net zo makkelijk uit als stugge veren.
4. Slappe veren rekken net zo moeilijk uit als stugge veren.

De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:

1. 1 een Noordpool; 2 een Zuidpool
2. 1 een Zuidpool; 2 een Noordpool
3. 1 een Noordpool; 2 een Noordpool
4. 1 een Zuidpool; 2 een Zuidpool

Wat voor een kracht oefent een trampoline uit?

1. Spankracht
2. Zwaartekracht
3. Veerkracht
4. Spierkracht

Als je de kracht op een spiraalveer verdubbelt:

1. wordt de lengte van de veer 2x zo groot
2. wordt de uitrekking van de veer 2x zo groot
3. wordt de lengte van de veer 4x zo groot
4. wordt de uitrekking van de veer 4x zo groot

Je gaat een kracht meten van ongeveer 4,5 N welke meter neem je dan

1. 1 N
2. 3 N
3. 5 N
4. 10 N

Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp van 1 kg?

1. 0,1 N
2. 10 000 N
3. 10 N
4. 100 N

Jaap tekent een krachtenpijl van 5 cm. Hij zet er bij: 1 cm = 10 N.
Hoe groot is de kracht die Jaap met zijn pijl aangeeft?

1. 1 N
2. 5 N
3. 10 N
4. 50 N

massa en gewicht zijn hetzelfde

1. waar
2. niet waar

Wat is de eenheid van zwaartekracht?

1. Kg
2. Newton per kilogram
3. Newton
4. Volt

Het blokje heeft een massa van 350 g. Hoe groot is de zwaartekracht?

1. 0,35 N
2. 3,5 N
3. 35 N
4. 3500 N

Astronaut André (massa 80 kg) bevindt zich op de maan. Hij gaat op één been staan. De sterkte van de zwaartekracht op de maan is 1,6 N/kg.
Welke uitspraak is – natuurkundig gezien – het meest juist?

1. Het gewicht van André is 80 kg
2. Het gewicht van André is 50 kg
3. Het gewicht van André is 64 N
4. Het gewicht van André is 128 N

Wat is de
nettokracht?

1. 186 N naar links
2. 8360 N naar rechts
3. 1,45 N naar rechts
4. 34 N naar links

7. Als ik een fruitschaal op een bureaublad plaats dan duwt deze fruitschaal het bureaublad een heel klein beetje in. de kracht die hier door ontstaat noemen we de normaalkracht. Welke uitspraak is juist?

1. De normaalkracht maakt evenwicht met de zwaartekracht zodat de fruitschaal op zijn plaats blijft staan.
2. De zwaartekracht werkt in dezelfde richting als de normaalkracht en zet zo de fruitschaal op zijn plaats.
3. De normaalkracht maakt geen evenwicht met de zwaartekracht zodat de fruitschaal op zijn plaats blijft staan.
4. De zwaartekracht en normaalkracht kan ik bij elkaar optellen, zo kan ik het gewicht van de fruitschaal bepalen.

Waar grijpt de normaalkracht aan?

1. In het massamiddelpunt
2. Onderaan het voorwerp
3. Waar de kracht terugduwt
4. Waar de krachten elkaar raken

Wat ik vind van het spelen van zo'n soort quiz:

1. dit hoeft van mij niet
2. fantastisch
3. neutraal
4. leuk

Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃

wat vond je van de les?

😒🙁😐🙂😃

Hoe was je inzet deze les?

😒🙁😐🙂😃

Deze les heb ik duidelijk iets geleerd

😒🙁😐🙂😃