VenA 5.3 Prijselasticiteit en omzet

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
5. de prijselasticiteit van de vraag omschrijven en toepassen.
6. de prijselasticiteit van de vraag berekenen.
7. uitleggen wat het effect is van een prijsverandering bij een elastische/inelastische vraag op de omzet van het product.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

2

Slide 4 - Video

00:24
Noem een positief extern effect van de hoge brandstofprijzen

Slide 5 - Open vraag

01:16
Is brandstof een elastisch of inelastisch goed?
A
Elastisch
B
Inelastisch

Slide 6 - Quizvraag

Kilometerheffing
  • positieve externe effecten
       - terugdringing files
       - minder milieuschade
  • profijtbeginsel (wie profijt heeft van de wegen betaalt er ook voor)
  • motorrijtuigenbelasting verlagen
  • substitutie (bevorderen openbaar vervoer, thuiswerken, fiets...)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De prijselasticiteit van de vraag naar een goed is -0,5.
Dit betekent dat...
A
als de prijs 10% daalt, de gevraagde hoeveelheid 5% stijgt
B
als de prijs 10% stijgt, de gevraagde hoeveelheid 5% stijgt
C
als de prijs € 10 daalt, de gevraagde hoeveelheid 5 stijgt
D
als de gevraagde hoeveelheid 10% moet stijgen, de prijs 5% moet dalen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het basistarief dat taxi's bij hun klanten in rekening mogen brengen, wordt aangepast.

In welk geval leidt de aanpassing tot een stijging van de omzet?
A
bij een verhoging van het tarief bij een prijselastische vraag
B
bij een verhoging van het tarief bij een prijsinelastische vraag
C
bij een verlaging van het tarief bij een prijsinelastische vraag
D
in geen van de genoemde gevallen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Als het inkomen met 10% stijgt en de vraag naar product X met 15% stijgt, dan is er sprake van een...
A
inferieur goed
B
primair goed
C
luxe goed
D
abnormaal goed

Slide 18 - Quizvraag

Leerdoelen
5. de prijselasticiteit van de vraag omschrijven en toepassen.
6. de prijselasticiteit van de vraag berekenen.
7. uitleggen wat het effect is van een prijsverandering bij een elastische/inelastische vraag op de omzet van het product.

Slide 19 - Tekstslide

Maakwerk
Maken 5.12 t/m 5.14

Slide 20 - Tekstslide