Chapitre 5 uitleg delend lidwoord

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Apprendre voca A et B
10 minutes
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Les phrases clés page 40
Parler ensemble
Quelle est la traduction?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Le programme: Notez!
datum        toets          duur                  weging

25 mei         Luister      50 min               2x

2 juni           ET ch 5      50 min               3x

toetsweek  Lees           50 min               3x

Toetsweek begint 14 juni!



Slide 5 - Tekstslide

Het delend lidwoord
Nu leer je het delend lidwoord:
Du (mannelijk)
De la (vrouwelijk)
De l' (klinker, stomme h)
Des (meervoud)
Deze gebruik je als we in het Nederlands niets zeggen..! >

Slide 6 - Tekstslide

Explication: Delend lidwoord (1)
Delend lidwoord: Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt. (Ik drink_koffie/zij eet_sla/ik wil graag_frietjes etc.)




mnl
du
je bois du café
vrl
de la
elle mange de la salade
mv
des
Je voudrais des frites
klinker/h
de l'
J'ai de l'argent

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveelheidwoorden
Woorden van hoeveelheid: Zie ook page 22

Attention! Na hoeveelheidwoorden krijg je altijd het woordje 'de'.

Il y a beacoup de pommes dans le panier.

Donnez-moi un verre d'eau s'il vous plaît!

Woorden van hoeveelheid zijn: 
beaucoup, trop, peu, un kilo, un verre, une bouteille, une boite, un paquet.
Leer deze uit je hoofd!

Slide 8 - Tekstslide

LET OP
Na de woorden: aimer, adorer, préférer en détester krijg je wel
 le, la, l' of les. Zie ook page 23

Slide 9 - Tekstslide

Faire les exercices
15 ABC en classe à la page 22 et 23

Slide 10 - Tekstslide