Les 1 - H9.1 _ Reactiesnelheid


H9.1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


H9.1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Voorkennis

  • Leerdoelen

  • Uitleg §9.1

  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de omschrijving naar de juiste energiediagram
endotherm
exotherm
reactie heeft energie nodig
reactie staat energie af aan omgeving

Slide 3 - Sleepvraag

Dit is een energiediagram
van:
A
het branden van een kaars
B
het smelten van chocolade
C
het condenseren van alcoholdamp
D
de elektrolyse van water

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de energie-diagrammen komt overeen met de verbranding van een moeilijk ontvlambare stof?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
Na deze les weet ik...:
  • Welke factoren er zijn om reacties te versnellen 

Na deze les kan ik...:
  • Reactie versnellende factoren beschrijven middels botsende deeltjesmodel

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg §9.1
  • Verloop chemische reacties
  • Het botsende deeltjes model

Slide 7 - Tekstslide

Botsende-deeltjes model
  • Hoe meer botsingen, hoe groter de kans is op een effectieve botsing
  • Hoe meer effectieve botsingen, hoe sneller de reactie gaat 

Slide 8 - Tekstslide

Welke factoren beïnvloeden
de reactiesnelheid?

Slide 9 - Woordweb

Uitleg §9.1
Factoren die de snelheid van 
een reactie bepalen:
  1. Soort stof
  2. Concentratie
  3. Temperatuur
  4. Verdelingsgraad
  5. Katalysator
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 10 - Tekstslide

Invloed van verdelingsgraad
  • Door een grotere verdelingsgraad is het contactoppervlakte groter
  • Hierdoor is de kans op bostingen en dus effectieve botsingen groter
  • En gaat de reactie sneller

Slide 11 - Tekstslide

Invloed van concentratie
  • Een hogere concentratie betekent dat er meer botsingen zijn
  • Meer botsingen betekent meer effectieve botsingen
  • Meer effectieve botsingen, betekent hogere reactiesnelheid

Slide 12 - Tekstslide

Invloed van temperatuur
  • Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller deeltjes bewegen
  • Grotere kans dat de deeltjes botsen
  • Ook grotere kans dat deeltjes hard genoeg botsen
  • Meer effectieve botsingen, dus reactie gaat sneller

Slide 13 - Tekstslide

Invloed van soort stof
  • Elke reactie heeft eigen activeringsenergie
  • Afhankelijk van de soort stof is die lager en verloopt de reactie sneller

Slide 14 - Tekstslide

Invloed van katalysator
  • Een katalysator verlaagt de activeringsenergie, zodat de reactie sneller verloopt

Slide 15 - Tekstslide

Reactietijd - Reactiesnelheid
  • Reactietijd = De tijd die verstrijkt tussen het begin en het einde van een reactie.

  • Reactiesnelheid = Een maat voor de hoeveelheid stof die er per seconde en per Liter reactiemengsel ontstaat of verdwijnt.
Wat is dan de relatie tussen reactietijd en reactiesnelheid?
Antwoord
Hoe korter de reactietijd is, hoe sneller de reactie verloopt, dus hoe groter de reactiesnelheid is. 

Slide 16 - Tekstslide

Gemiddelde reactiesnelheid
  • Gedurende de reactie, wordt de snelheid van de reactie steeds lager (concentratie beginstoffen neemt af!)
  • Voor het berekenen van de gemiddelde reactiesnelheid kun je de volgende formule gebruiken:

Slide 17 - Tekstslide

Gemiddelde reactiesnelheid
  • Hoeveel stof wordt er gevormd of afgebroken?
  • -> reken dit om naar mol/L (indien nodig)
  • => Let op: het gaat om de verandering tussen twee tijdstippen

  • Hoeveel tijd is er voor nodig geweest? 
  • -> reken dit om naar seconden (indien nodig)

Slide 18 - Tekstslide

Bereken de gemiddelde reactiesnelheid
  • Bereken de gemiddelde reactiesnelheid bij het tijdsinterval van 50-60 s. 


Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 

  • Doorlezen §9.1
  • Maken:
       * §9.1 opdr.: 3, 6, 8, 9




  • Fluisterend overleggen met buur / muziek

  • Vraag? Steek je vinger op
  • Klaar? => Géén huiswerk

Slide 20 - Tekstslide

Explosie in Beiroet 4 augustus 2020

Slide 21 - Tekstslide