les adjectifs qualificatifs et passé composé

Grandes Lignes Chap 1
Grammaire : L'adjectif qualificatif
le passé composé
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Grandes Lignes Chap 1
Grammaire : L'adjectif qualificatif
le passé composé

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoe heet het bijvoeglijk naamwoord in het Frans ?
A
le pronom
B
l'adjectif qualificatif
C
le sujet
D
le verbe

Slide 3 - Quizvraag

Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden (enkelv.)krijgt het bijv. nw :
A
s
B
niets
C
e
D
es

Slide 4 - Quizvraag

In het meervoud [ mannelijk ] krijgt het bijv. nw :
A
e
B
es
C
niets
D
s

Slide 5 - Quizvraag

In het meervoud [ vrouwelijk ] krijgt het bijv.nw :
A
s
B
e
C
es
D
ée

Slide 6 - Quizvraag

la fille est............
A
petite
B
petits
C
petites
D
petit

Slide 7 - Quizvraag

Oui, elles sont des filles____________(intelligent).
A
intelligent
B
intelligents
C
D
intelligentes

Slide 8 - Quizvraag

Simon et Dave sont des garçons_______(intelligent)
A
intelligent
B
intelligentes
C
intelligents

Slide 9 - Quizvraag

De onregelmatige vormen  
Par exemple : -on wordt -onne, -eux wordt -euse, -if wordt -ive, --ier wordt ière etc...


Slide 10 - Tekstslide

onregelmatige vormen:
welke vorm is niet juist ?
A
amoureuxe
B
belle
C
italiennes
D
grands

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in :
Marie-Antoinette est très ....
A
heureux
B
heureus
C
heureuses
D
heureuse

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in :
c'est une casquette...(wit)
A
blancs
B
blanche
C
blanches
D
blanc

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in :
les grands-mères sont ...
A
vielles
B
vieux
C
vieille
D
vieilles

Slide 14 - Quizvraag

Om de passé composé te maken heb ik een 2e werkwoord nodig:
schrijf op welk werkwoord dat is:

Slide 15 - Open vraag

zet in de passé composé:
Zij spreken Frans
A
ils sont parlé français
B
Vous avez parlé français
C
Ils ont parlé français
D
Nous avons parlé français

Slide 16 - Quizvraag

Zet deze zin in de passé composé:
Nous…………………………………..(rencontrer) notre copain

Slide 17 - Open vraag