1A - dinsdag 30-1 (grammatica vzv + bwb)

Welkom!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
  1. Planning
  2. Keuzemenu
  3. Aan de slag!
  4. Huiswerk & Taalvout

Slide 2 - Tekstslide

De komende lessen
  • Tot nu toe behandeld:
Zinsdelen: Persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, werkwoordelijk gezegde
Woordsoorten: Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord

  • Dinsdag 11 februari: koppelwerkwoord + naamwoordelijk gezegde 
  • Donderdag 13 februari: voorzetselvoorwerp + bijwoordelijke bepaling
  • Dinsdag 18 februari: samengestelde zinnen
  • Donderdag 20 februari: voorbereiden op de toets

Toetsweek: toets Grammatica


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:
Na deze les:

  • Ben je klaargestoomd voor de toets

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag!
KEUZEMENU
  • Oefentoetsje via Socrative: roomname = 
MEVROUWKOONINGS

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeldzin toets

Daarom gaat Jelle zaterdag niet mee naar het feest!


Persoonsvorm:
Zinsdelen
Onderwerp:
Soorten werkwoorden
Werkwoordelijk gezegde:
Naamwoordelijk gezegde:
Lijdend voorwerp:
Meewerkend voorwerp:
Voorzetselvoorwerp:
Bijwoordelijke bepaling:
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldzin toets
                     ZWW
Daarom | gaat | Jelle | zaterdag | niet | mee | naar het feest!


Persoonsvorm: gaat
Zinsdelen
Onderwerp: Jelle
Soorten werkwoorden
Werkwoordelijk gezegde: gaat mee
Naamwoordelijk gezegde: -
Lijdend voorwerp:
Meewerkend voorwerp:
Voorzetselvoorwerp:
Bijwoordelijke bepaling: Daarom, zaterdag, niet, naar het feest
timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldzin toets

Mevrouw Koonings is al maanden aan het verlangen naar de zomervakantie.


Persoonsvorm:
Zinsdelen:
Onderwerp:
Soorten werkwoorden
Werkwoordelijk gezegde:
Naamwoordelijk gezegde:
Lijdend voorwerp:
Meewerkend voorwerp:
Voorzetselvoorwerp:
Bijwoordelijke bepaling:
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldzin toets
                                           hww                                           zww
Mevrouw Koonings | is | al maanden | aan het verlangen | naar de zomervakantie.


Persoonsvorm: is
Zinsdelen
Onderwerp: mevrouw Koonings
Soorten werkwoorden
Werkwoordelijk gezegde: is aan het verlangen
Naamwoordelijk gezegde:
Lijdend voorwerp: -
Meewerkend voorwerp: - 
Voorzetselvoorwerp: naar de zomervakantie
Bijwoordelijke bepaling: al maanden
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldzin toets

Omar  blijkt een enorm voorstander  te zijn van een grote verjaardagstaart.

Persoonsvorm: 
Zinsdelen
Onderwerp: 
Soorten werkwoorden
Werkwoordelijk gezegde:
Naamwoordelijk gezegde:
Lijdend voorwerp:
Meewerkend voorwerp:
Voorzetselvoorwerp:
Bijwoordelijke bepaling:
timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldzin toets
                hww                                                         kww
Omar | blijkt | een enorm voorstander | te zijn | van een grote verjaardagstaart.

Persoonsvorm: blijkt
Zinsdelen
Onderwerp: Omar
Soorten werkwoorden
Werkwoordelijk gezegde: -
Naamwoordelijk gezegde: blijkt een enorm voorstander te zijn
Lijdend voorwerp: -
Meewerkend voorwerp: -
Voorzetselvoorwerp:
Bijwoordelijke bepaling: van een grote verjaardagstaart
timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Oefen spelling en werkwoordspelling via PLOT ->
App werkwoordspellen en spellingapp


Via deze link kun je grammatica oefenen: https://www.cambiumned.nl/zinsdelen/

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoel:
Na deze les:

  • Weet je wat het voorzetselvoorwerp is;
  • Weet je wat de bijwoordelijke bepaling is;
  • Kun je de behandelde zinsdelen toepassen in oefenvragen.

Slide 13 - Tekstslide

Ik ben klaar voor de toets!
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Huiswerk & TaalVout
Donderdag: toets

Slide 15 - Tekstslide