5V argumentatie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

Lesoverzicht

Herhaling theorie

5 vwo

Wat is het verschil tussen een betoog en een beschouwing?

Mijn broertje haalt morgen een onvoldoende voor zijn proefwerk geschiedenis, want ik heb hem helemaal niet zien leren.
Is dit een feitelijke of waarderende uitspraak? Leg uit.

Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.
Van welk type argumentatie is sprake?

1. Argumentatie op basis van vergelijking
2. Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
3. Argumentatie op basis van autoriteit
4. Argumentatie op basis van voorbeelden

Benoem de argumentatiestructuur.
Koop wasmiddel Flut, want met wasmiddel Flut wordt al uw was superschoon. Bovendien is Flut goedkoop en ook nog goed voor het milieu.

Nevenschikkende argumentatie

Stelling: Koop Flut.
Argument 1: De was wordt superschoon
Argument 2: het is goedkoop
Argument 3: het is goed voor het milieu

Bij die scheikundeleraar leer je helemaal niets, weet je dat hij zijn vrouw bedriegt met de onderbuurvrouw?
Welke drogreden herken je?

1. Overhaaste generalisatie
2. Verkeerde vergelijking
3. Persoonlijke aanval
4. Vertekenen van het standpunt

Zoë en Chloé hadden hun huiswerk weer eens niet gemaakt. ‘Niemand hier op school maakt zijn huiswerk!’ zuchtte de lerares Frans.

1. Onjuist oorzaak-gevolgrelatie
2. Onjuist beroep op autoriteit
3. Overhaaste generalisatie
4. Vertekenen van een standpunt

'Iemand die niet studeert, zal nooit slagen.’

1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
2. Cirkelredenering
3. Beroep op traditie
4. Bespelen van het publiek

'Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.'

1. Persoonlijke aanval
2. Cirkelredenering
3. Vertekenen van het standpunt
4. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap

Als je geen geweren mag verkopen, moet je hamers ook verbieden, want die zijn ook gevaarlijk.

1. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
2. Ontduiken van bewijslast
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking

Man: ‘Ik vind vrouwen soms zo snel geïrriteerd.’
Vrouw: ‘Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!’

1. Stok achter de deur
2. Ontduiken van bewijslast
3. Persoonlijke aanval
4. Vertekenen van het standpunt

'U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.'

1. Overhaaste generalisatie
2. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
3. Bespelen van het publiek
4. Verschuiven van de bewijslast

'Pieter zal vast een goede leraar zijn, want hij kan goed met mensen omgaan.'

1. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
2. Verkeerde vergelijking
3. Cirkelredenering
4. Overhaaste generalisatie

'Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!’

1. Vals dilemma
2. Cirkelredenering
3. Verschuiven van de bewijslast
4. Vertekenen van het standpunt

Toetsanalyse