herhaling lesstof ch. 5 objectif santé lj 2

Ch. 5 Objectif santé
Grammaire:
De ontkenning
Een vraag stellen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ch. 5 Objectif santé
Grammaire:
De ontkenning
Een vraag stellen 

Slide 1 - Tekstslide

Ontkenningen in het NL zijn: niet, nooit, niets, niet meer, nog niet.
Welke Franse ontkenningen ken je?

Slide 2 - Open vraag

Op welke plek staat de ontkenning in de Franse zin?

Slide 3 - Open vraag

Maak ontkennend:
Tu aimes la pizza (niet meer)

Slide 4 - Open vraag

Maak ontkennend:
C'est cher (niet)

Slide 5 - Open vraag

Maak ontkennend:
Je parle anglais (nooit)

Slide 6 - Open vraag

Maak ontkennend:
Je vais au restaurant (nog niet)

Slide 7 - Open vraag

Maak ontkennend:
Je peux manger (niets)

Slide 8 - Open vraag

Les questions
- Vraagteken achter gewone zin (stem omhoog einde zin)
- "Est-ce que" + gewone zin
- Vraag met vraagwoord: aan het begin of einde van de zin. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke Franse vraagwoorden ken je?

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin vragend:
Tu es malade.

Slide 11 - Open vraag

Maak de zin vragend, gebruik
'est-ce que':
Vous faites du sport.

Slide 12 - Open vraag

Kies de juiste vraag:
Je vais au collège.
A
Tu vas quand ?
B
Tu vas où ?
C
Tu vas comment ?

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste vraag:
Nous rentrons demain.
A
Vous rentrez quand?
B
Vous rentrez comment?
C
Vous rentrez combien ?

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vraag:
J'ai mal au ventre.
A
Pourquoi tu as ?
B
Quand tu as ?
C
Qu'est-ce que tu as ?

Slide 15 - Quizvraag

Maak deze zin vragend op 3 manieren:
il est arrivé en train.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Frans:
Hij heeft oorpijn (aan beide oren!)

Slide 17 - Open vraag

wat is de juiste vertaling van :
wij hebben hoofdpijn
A
nous avons mal au tête
B
vous avez mal à la tête
C
nous avons mal à la tête
D
vous avez mal au tête

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
Zij heeft pijn in haar hand.

Slide 19 - Open vraag

Na deze les ga ik....
alle grammatica herhalen
de ontkenning herhalen
de vragen herhalen
de uitdrukkingJ'ai mal...herhalen
niets...ik weet (bijna) alles:)

Slide 20 - Poll

wat is de juiste vertaling van:
Martin heeft keelpijn
A
Martin a mal aux gorge
B
Martin as mal à la gorge
C
Martin a mal à l`gorge
D
Martin a mal à la gorge

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide