Herhalingsles §1.1, 1.2 en 1.3.

Na vandaag kan jij;
  • Antwoord geven op de gestelde leerdoelen;
  • De berekeningen op de JUISTE manier maken. 

Let op; er staan vragen in de video's! Nog niet klaar? Dan is de rest huiswerk.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Na vandaag kan jij;
  • Antwoord geven op de gestelde leerdoelen;
  • De berekeningen op de JUISTE manier maken. 

Let op; er staan vragen in de video's! Nog niet klaar? Dan is de rest huiswerk.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen §1.1
- Je kunt beschrijven wat de gevolgen voor een voorwerp zijn als er een kracht op werkt.
- Je kunt verschillende krachten beschrijven. 

- Je kunt de grootte van een kracht meten. 

- Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen. 

- Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal. 

- + Je kunt het zwaartepunt in een voorwerp bepalen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen §1.2
- Je kunt beredeneren hoe groot de krachten zijn in een situatie van evenwicht.

- Je kunt de veerconstante van een veer bepalen.

- Je kunt de resulterende kracht berekenen van krachten die in dezelfde lijn liggen.

- + Je kunt de resulterende kracht samenstellen van krachten die niet in dezelfde lijn liggen met de parallellogrammethode

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen §1.3
- Je kunt uitleggen dat de zwaartekracht in het heelal de middelpuntzoekende kracht is.

- Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen.

- Je kunt het verschil uitleggen tussen gewicht en zwaartekracht.

- Je kunt het begrip gewichtloosheid uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Gebruik de formule Fz = m * g. m ALTIJD in kg.
Als voorbeeld;
Bepaal de zwaartekracht op een fles cola (2.0 kg). 

m = 2.0 kg. 
Fz = m * g
Fz = 2.0 * 9.8 = 18,6 N
Zet dit ALTIJD zo neer. Ook in je schrift.

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Maak nu opdracht 8 in je schrift. 
Deze MOET jij in de gegeven tijd kunnen maken.

Schrijf ALTIJD de VOLLEDIGE berekening op (en de gegevens)!
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

3

Slide 7 - Video

01:36
Hoe moet jij een kracht(vector) tekenen?

Slide 8 - Open vraag

05:55
Waar zit het 'zwaartepunt' (massamiddelpunt) van een object?

Slide 9 - Open vraag

08:28
Wat doet meneer Wietsma niet helemaal correct bij de schaal?
A
Je bepaald het altijd per 2 centimeter.
B
Het dakje (^) bovenop het = teken.

Slide 10 - Quizvraag

Tekenen/rekenen met krachten.
Maak nu opdracht 7 in je schrift. 
Deze MOET jij in de gegeven tijd kunnen maken.

Schrijf ALTIJD de VOLLEDIGE berekening op (en de gegevens)!
timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

1

Slide 12 - Video

02:18
Wat wordt er bedoeld met de 'nettokracht'?

Slide 13 - Open vraag

Nettokracht
Maak nu opdrachten 14 en 15 in je schrift. 
Deze MOET jij in de gegeven tijd kunnen maken.

timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

02:03
Hoe teken jij de resultante lijn?

Slide 16 - Open vraag

04:06
Hoe bepaal je de kracht van jouw resultante?
A
Door deze op te meten
B
Met behulp van de krachtenschaal.

Slide 17 - Quizvraag

3

Slide 18 - Video

01:14
Leg in eigen woorden uit wat uitrekking betekent.

Slide 19 - Open vraag

02:59
Leg uit wat de 'veerconstante' betekent.

Slide 20 - Open vraag

03:55
Wat voor soort verband wordt weergegeven in deze grafiek?

Slide 21 - Open vraag

Veerconstante.
Maak nu opdracht 17 in je schrift. 
Deze MOET jij in de gegeven tijd kunnen maken.

Schrijf ALTIJD de VOLLEDIGE berekening op (en de gegevens)!
timer
4:00

Slide 22 - Tekstslide

Veerconstante
Opdracht 18 is representatief voor de toets. Maak deze zodra jij zeker weet dat de vorige opdracht goed ging.

Schrijf ALTIJD de VOLLEDIGE berekening op (en de gegevens)!

Slide 23 - Tekstslide

2

Slide 24 - Video

03:08
Wat is het verschil tussen gewicht en zwaartekracht?

Slide 25 - Open vraag

03:20
Verdieping
Wil jij beter begrijpen wat gewicht precies is? Kijk dan vooral verder.

Slide 26 - Tekstslide

Gewicht.
Maak nu opdracht 31 in je schrift. 
Deze MOET jij in de gegeven tijd kunnen maken.

Schrijf ALTIJD de VOLLEDIGE berekening op (en de gegevens)!
timer
4:00

Slide 27 - Tekstslide

Na vandaag kan jij;
  • Antwoord geven op de gestelde leerdoelen;
  • De berekeningen op de JUISTE manier maken. 

Controleer of jij dit nu inderdaad kan.

Slide 28 - Tekstslide