In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Programma
1. Discussie bedreiging politici
2. Vragen over 2.1 en 2.2
3. Zelfstandig werken aan 2.3
4. Uitleg 2.3
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet het verschil tussen een misdrijf en een overtreding.
Je weet welke bevoegdheden de politie heeft.
Je weet wanneer de officier van justitie kiest voor seponeren, transactie of strafbeschikking of voor vervolgen.
Slide 2 - Tekstslide
www.rtlnieuws.nl
Slide 3 - Link
Slide 4 - Tekstslide
Mensen die politici bedreigen verdienen hogere straffen dan bij andere gevallen.
Slide 5 - Tekstslide
In een dictatuur heeft de staat een geweldsmonopolie, in een rechtsstaat niet
A
Juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Agenten hoeven zich in een rechtsstaat niet aan wettelijke regels te houden.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Regering en parlement behoren tot de wetgevende macht.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De Tweede Kamer maakt deel uit van de uitvoerende macht
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Het doel van de trias politica is dat:
A
burgers hun belangen beter kunnen verdedigen.
B
burgers en overheid evenveel macht krijgen.
C
politici meer bevoegdheden krijgen om te besturen.
D
burgers beschermd worden tegen de overheid.
Slide 10 - Quizvraag
De vrijheid van meningsuiting is een klassiek grondrecht.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Als een misdrijf niet in het Wetboek van Strafrecht beschreven staat, moet de rechter zelf een redelijke straf voorstellen.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Iemand zoekt al twee jaar naar een baan. Op grond van de sociale grondrechten kan hij via de rechter van de overheid een baan eisen.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Paragraaf 2.3 opdr. 4, 5, 8, 11, 12 en 13
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Terugkoppeling
1. Schrijf op de post it een situatie waarbij de politie je mee mag nemen voor verhoor op het politiebureau.
2. Schrijf op de post it een situatie op waarbij de officier van justitie besluit de verdachte te vervolgen.
3. Gaat het bij jouw situatie om een misdrijf of een overtreding?
Slide 17 - Tekstslide
1. Beschrijf een situatie waarbij de politie je mee mag nemen voor verhoor op het politiebureau. 2. Beschrijf een situatie op waarbij de officier van justitie besluit de verdachte te vervolgen. 3. Gaat het bij jouw situatie om een misdrijf of een overtreding?