Project 5
Door wie is de grondwet geschreven?
A
Johan Rudolph Thorbecke
B
Plato
C
Aristoteles
D
Carl Linneaus
1 / 30
Onderdelen in deze les
Door wie is de grondwet geschreven?
A
Johan Rudolph Thorbecke
B
Plato
C
Aristoteles
D
Carl Linneaus
Slide 1 - Quizvraag
Voor wie gelden wetten
A
Burgers
B
Overheid
C
Burgers en overheid
D
De koning
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel wetboeken zijn er?
A
2
B
15
C
8
D
10
Slide 3 - Quizvraag
Wie voert publiekrecht uit?
A
Burgers onderling
B
Burgers en overheid
C
Overheid
D
Koning
Slide 4 - Quizvraag
Wat is jurisprudentie?
A
Een soort wet
B
Een functie
C
Uitspraak van de koning
D
Uitspraak van alle rechters
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
A
Rechtbank, Hoge raad, Gerechtshof
B
Rechtbank, Gerechtshof, Hoge raad
C
Hoge raad, Gerechtshof, Rechtbank
D
Gerechtshof, Hoge raad, Rechtbank
Slide 6 - Quizvraag
Waaruit bestaat de Staten-Generaal?
A
Eerste en Tweede kamer
B
Het parlement
C
Tweede kamer en de koning
D
Alle volksvertegenwoordigers en de koning
Slide 7 - Quizvraag
Uit hoeveel leden bestaat de Tweede kamer?
A
100
B
150
C
75
D
50
Slide 8 - Quizvraag
Uit hoeveel leden bestaat de Eerste kamer?
A
25
B
75
C
125
D
30
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel rechtsgebieden zijn er
A
2
B
3
C
5
D
6
Slide 10 - Quizvraag
Hoe hoog is de boete als je met je telefoon fietst?
A
120
B
140
C
95
D
70
Slide 11 - Quizvraag
Wat is formeel recht?
A
Net recht
B
Verplichting dat mensen netjes gekleed zijn
C
Rechten voor tweede kamer leden
D
Inhoud van het proces
Slide 12 - Quizvraag
Wat is recht?
A
Rechten en plichten van burgers
B
Een boek
C
Alle regels
D
Regels en plichten
Slide 13 - Quizvraag
Wie zitten er in het kabinet?
A
De koning en de Tweede kamer
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Ministers
D
Koning en ministers
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen passief en actief kiesrecht?
Slide 15 - Open vraag
Wat is een ander woord voor Staten-Generaal?
A
Parlement
B
Tweede kamer
C
Eerste kamer
D
Ministers
Slide 16 - Quizvraag
Wie mogen wetten maken?
A
De Eerste kamer
B
De Tweede kamer
C
De koning
D
Minsters
Slide 17 - Quizvraag
Wie controleert de wet?
A
De koning
B
Parlement
C
Minister
D
Eerste kamer
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor Civiel recht?
A
Burgerlijkrecht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Staatsrecht
Slide 19 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd heb je passief en actief stemrecht?
A
21
B
18
C
16
D
24
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel hoofdstukken heeft de Grondwet?
A
2
B
6
C
8
D
12
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel gerechtshoven zijn er?
A
1
B
6
C
4
D
2
Slide 22 - Quizvraag
Waar kan je in hoger beroep?
A
Gerechtshof of bijzondere college
B
Rechtbank
C
Bijzondere college
D
Gerechtshof
Slide 23 - Quizvraag
Wat is in hoger beroep gaan?
A
Naar een andere rechtbank gaan
B
De zaak opnieuw laten bekijken door een hogere rechter
C
Naar de Hoge Raad gaan
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een kantonrechter?
A
Een rechter die zaken behandeld over dieren
B
Een rechter die ook burgermeester is
C
Een rechter die zaken tot 25000 euro behandeld
D
Een rechter die zaken over karton afval behandeld
Slide 25 - Quizvraag
Moet je een advocaat hebben als een rechtszaak start bij de kantonrechter?
A
Een stukje uit de krant
B
Een vak op school
C
Een stukje tekst
D
De benaming van een wet
Slide 26 - Quizvraag
Moet je een advocaat hebben als een rechtszaak start bij de kantonrechter?
Slide 27 - Open vraag
Wat is seponeren?
A
In hoger beroep gaan
B
Veroordelen van een verdachte
C
De zaak niet voortzetten
Slide 28 - Quizvraag
Waar staat het strafrecht?
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht
C
Civiel recht
D
Jurisprudentie
Slide 29 - Quizvraag
Wat houdt trias politica in?
A
Scheiding van het macht
B
Een wet
C
Ander woord voor Eerste en Tweede kamer
D
Een rechtspraak
