Präteritum

Präteritum
= verleden tijd

Het is geweest en is herkenbaar aan woorden zoals: 
gestern, voriges Jahr, letzte Woche usw.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Präteritum
= verleden tijd

Het is geweest en is herkenbaar aan woorden zoals: 
gestern, voriges Jahr, letzte Woche usw.

Slide 1 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
machte
machtest
machte
machten
machtet
machten

Slide 2 - Sleepvraag

De vervoeging  
Stam maken: ww - (e)n

De uitgangen: 
ich stam + te
du stam + test
er/sie/es stam + te
wir stam + ten
ihr stam + tet
sie/Sie stam + ten




Slide 3 - Tekstslide

Uitzondering 
stam eindigt op d/t
Stam maken: ww - (e)n

De uitgangen: 
ich stam + ete
du stam + etest
er/sie/es stam + ete
wir stam + eten
ihr stam + etet
sie/Sie stam + eten




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

arbeiten
du.....
A
arbeitest
B
arbeittest
C
arbeitetest
D
arbeitetst

Slide 6 - Quizvraag

arbeiten
ihr.....
A
arbeitetet
B
arbeitet
C
arbeittet
D
arbeiten

Slide 7 - Quizvraag

tanzen
sie (enk)....
A
tanzt
B
tanzte
C
tanztet
D
tanzde

Slide 8 - Quizvraag

fragen
er....
A
fragt
B
fragtet
C
frug
D
fragte

Slide 9 - Quizvraag

heiraten
du
A
heiratest
B
heirattest
C
heiratetest
D
heiratet

Slide 10 - Quizvraag

Perfekt
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) wordt gevormd met een vorm van haben oder sein. Meestal gebruik je hetzelfde als in het NL, maar niet bij de volgende ww.....

Slide 11 - Tekstslide

Der Liebesbogen
anfangen              einschlagen
beginnen              gefallen (+3)
aufhören               halten   
enden                     vergessen
fortfahren             verlieren
heiraten                 abonnieren (+4) 
nachlassen          
abnehmen
zunehmen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Sleep het volt.dw naar het juiste hulpwerkwoord 
haben
sein
geendet
gegangen
geworden
gemacht
gesucht
gekommen
gearbeitet
gelesen
reagiert
geblieben

Slide 14 - Sleepvraag

Das Perfekt
Sterke ww: leren!!!!

Algemene regel zwakke ww
ge + stam + t

Slide 15 - Tekstslide

Das Perfekt
Uitzonderingen zwakke ww
- ww die eindigen op -ieren, krijgen nooit ge- ervoor. Vb studieren - er hat studiert. 
- onscheidbare ww (Untrennbare Verben) krijgen nooit ge- ervoor. Vb überzeugen - er  hat überzeugt, vertrauen - er hat vertraut usw.

Slide 16 - Tekstslide

Das Perfekt
Uitzonderingen zwakke ww
- Scheidbare ww (Trennbare Verben) krijgen ge ertussen. Vb abschalten- er hat abgeschaltet,  anmelden - er hat angemeldet usw.

Slide 17 - Tekstslide

anfangen              einschlagen
beginnen              gefallen (+3)
aufhören               halten   
enden                     vergessen
fortfahren             verlieren
heiraten                 trennen
nachlassen          abonnieren (+4)
abnehmen
zunehmen

Slide 18 - Tekstslide

Maak van de volgende ww volt.dw:
aufmachen, zahlen, wünschen, abhören, trainieren, versuchen, weinen, wecken, überraschen

Slide 19 - Open vraag