In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Schwache Verben im Präteritum
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel:
Aan het einde van de les kent iedereen de regels voor de verleden tijd/ voltooid deelwoord en kan deze toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
Präteritum
= verleden tijd
Het is geweest en is herkenbaar aan woorden zoals:
gestern, voriges Jahr, letzte Woche usw.
Slide 3 - Tekstslide
De vervoeging
Stam maken: ww - (e)n
De uitgangen:
ich stam + te
du stam + test
er/sie/es stam + te
wir stam + ten
ihr stam + tet
sie/Sie stam + ten
Slide 4 - Tekstslide
Uitzondering
stam eindigt op d/t
Stam maken: ww - (e)n
De uitgangen:
ich stam + ete
du stam + etest
er/sie/es stam + ete
wir stam + eten
ihr stam + etet
sie/Sie stam + eten
Slide 5 - Tekstslide
kaufen
rechnen
hören
reisen
ich
kauf
rechn
hör
reis
du
kauf
rechn
hör
reis
er,sie,es
kauf
rechn
hör
reis
wir
kauf
rechn
hör
reis
ihr
kauf
rechn
hör
reis
sie, Sie
kauf
rechn
hör
reis
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
arbeiten du.....
A
arbeitest
B
arbeittest
C
arbeitetest
D
arbeitetst
Slide 8 - Quizvraag
arbeiten ihr.....
A
arbeitetet
B
arbeitet
C
arbeittet
D
arbeiten
Slide 9 - Quizvraag
tanzen Maria en Paul....
A
tanzt
B
tanzten
C
tanztet
D
tanzde
Slide 10 - Quizvraag
fragen der Lehrer....
A
fragt
B
fragtet
C
frug
D
fragte
Slide 11 - Quizvraag
heiraten du
A
heiratest
B
heirattest
C
heiratetest
D
heiratet
Slide 12 - Quizvraag
Perfekt
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) wordt gevormd met een vorm van haben oder sein. Meestal gebruik je hetzelfde als in het NL, maar niet bij alle ww zoals bijvoorbeeld: heiraten (trouwen)
Hij is getrouwd. = Er hat geheiratet.
De les is begonnen. = Die Stunde hat angefangen.
Slide 13 - Tekstslide
Das Perfekt
Sterke ww: leren!!!!
Wat is de regel voor zwakke ww?
machen
studieren
erzählen
Slide 14 - Tekstslide
Das Perfekt
Algemene regel zwakke ww:
ge + stam + t
Slide 15 - Tekstslide
Das Perfekt
Uitzonderingen zwakke ww:
- ww die eindigen op -ieren, krijgen nooit ge- ervoor. Vb studieren - er hat studiert.
- ww met voorvoegsel krijgen nooit ge- ervoor.
überzeugen - er hat überzeugt, vertrauen - er hat vertraut
besuchen - er hat besucht
Slide 16 - Tekstslide
Das Perfekt
Uitzonderingen zwakke ww:
- Scheidbare ww (Trennbare Verben) krijgen ge ertussen.
abschalten- er hat abgeschaltet anmelden - er hat angemeldet
zusammenarbeiten - er hat zusammengearbeitet
Slide 17 - Tekstslide
anfangen einschlagen
beginnen gefallen (+3)
aufhören halten
enden vergessen
fortfahren verlieren
heiraten trennen
nachlassen abonnieren (+4)
abnehmen
zunehmen
Slide 18 - Tekstslide
Maak van de volgende ww volt.dw: aufmachen, zahlen, wünschen, abhören, trainieren, versuchen, weinen, wecken, überraschen, einladen