Bij sommige vragen schrijf je de antwoorden in je schrift of in een documentje. Die antwoorden lever je vervolgens in op Classroom.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
TV2E - LES 61
Grammatica
Bij sommige vragen schrijf je de antwoorden in je schrift of in een documentje. Die antwoorden lever je vervolgens in op Classroom.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
1. Schrijf een tekstje met vier telwoorden. Probeer te variëren in de verschillende soorten.
Slide 3 - Open vraag
2a. Ik heb nog nooit [een] bekend persoon ontmoet. Wat is 'een' in deze zin?
A
Wel een telwoord
B
Niet een telwoord
Slide 4 - Quizvraag
2b. Leg je antwoord op de vorige vraag uit. Denk aan je kennis over woordsoorten.
Slide 5 - Open vraag
3. Ik eet [veel] groente en fruit. Wat is 'veel' in deze zin?
A
Wel een telwoord
B
Niet een telwoord
Slide 6 - Quizvraag
4. Noteer alle telwoorden in je schrift.
Slide 7 - Tekstslide
5a. Maak twee zinnen volgens deze bouwplannen.
5b. Benoem vervolgens de zinsdelen.
We maken geen onderscheid in de verschillende telwoorden.
Bij 'bep. hoofdtelw' mag je een telwoord naar keuze gebruiken.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
6. Schrijf de antwoorden in je schrift (of in een documentje).
Slide 11 - Tekstslide
7. Een samengestelde zin kan bestaan uit twee hoofdzinnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
8. In een bijzin kan er nooit een zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
9. Leg in eigen woorden uit hoe je kunt ontdekken wat een hoofdzin is en wat een bijzin is.
Slide 14 - Open vraag
10. Noteer de nummers van de enkelvoudige zinnen.
Slide 15 - Tekstslide
11a. Noteer van de samengestelde zinnen:
- het voegwoord (en benoem 'm)
- de enkelvoudige zinnen waaruit de samengestelde zin bestaat
- de naam van elke deel: hoofdzin of bijzin
Slide 16 - Tekstslide
11b. Noteer van de samengestelde zinnen:
- het voegwoord (en benoem 'm)
- de enkelvoudige zinnen waaruit de samengestelde zin bestaat
- de naam van elke deel: hoofdzin of bijzin
Slide 17 - Tekstslide
KLAAR? Lever jouw antwoorden in via Classroom.
Laat het mij even weten (online > berichtje in de chat), dan deel ik het antwoordenblad met je. Kijk vervolgens alle opdrachten in je schrift/documentje na.