In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoeveel sommen uit het boek heb je al gemaakt?
A
10+
B
10-5
C
4-1
D
Ik ga vandaag beginnen :)
Slide 1 - Quizvraag
Hoeveel sommen uit het boek wil je gaan maken?
A
5-10
B
10-15
C
15-20
D
20+
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel € was de export van Nederland in 2011?
A
600 miljoen
B
0,6
C
0,5
D
500 miljoen
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Welk artikelsoort is het meest gestegen in jaar 3 tov jaar 2?
A
Wintersportkleding
B
Ski`s en snowboards
C
Evenveel
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Gaat iemand in de bijstand erop vooruit in 2010, ten opzichte van 2009?
A
Ja, met 2,5%
B
Nee, met 0,4% achteruit
C
Ja, met 0,4%
D
Nee, met 2,5% achteruit
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Stel, iemand verdient €1000 netto per maand. Hoeveel huishoudens zijn er met datzelfde inkomen?
A
125
B
125.000
C
300
D
300.000
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Bekijk de grafiek. In welk jaar of welke jaren, was er inflatie?
A
In 2014, 2017, 2018 en 2019
B
In 2014, 2017, 2018 en 2019
C
In 2016 en 2018
D
Alleen in 2015
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik de grafiek hiernaast. Bereken in een decimaal hoeveel procent de prijzen van koopwoningen in Amsterdam in 2016 ten opzichte van 2015 meer zijn gestegen dan de prijzen in de rest van Nederland. Schrijf je berekening op. Een decimaal.
Slide 17 - Open vraag
Wat gebeurt er met het aantal bezoekers als de prijs daalt van €6 naar €4,50?
A
Stijgt
B
Daalt
C
Blijft gelijk
Slide 18 - Quizvraag
Ranking the class
Slide 19 - Tekstslide
Wie is de drukste leerling uit de klas?
Slide 20 - Woordweb
Wie is de slimste leerling?
Slide 21 - Woordweb
Wie wordt er later beroemd?
Slide 22 - Woordweb
Wie koopt er het meeste eten op school? (kantine & automaat)
Slide 23 - Woordweb
Wie zou het beste minister president van Nederland kunnen zijn?