Er zijn 4 manieren om een vraag te maken in de present simple
Manier 1: Je zet do/does aan het begin van de zin, daarna het onderwerp, gevolgd door het tweede werkwoord in de stam vorm
For example:
Do you work at school?
Does she like me?
Manier 2: je gebruikt een hulpwerkwoord om een vraag zin te maken
For example:
Could you pass me the sugar?
Should I study hard for the test?