Nederlands lj1 kader H4 Woordenschat

Woordenschat H4
Tegenstelling zoeken.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H4
Tegenstelling zoeken.

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les?
Precies kijken en luisteren.
Hoe doe je dat?

Slide 2 - Tekstslide

Vorige lessen Woordenschat?
1. synoniem
2. betekenis
3. voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je een tegenstelling zoeken in de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg:
Zie filmpje methode Nieuw Nederlands

Slide 5 - Tekstslide

Kort samengevat:
Woorden die elkaars tegenovergestelden zijn = tegenstellingen.
boven <> onder, links <> rechts, groot <> klein, enz.

In de tekst kun je achter de betekenis komen door naar tegenstellingen te zoeken.
Let op signaalwoorden als: maar, echter, daarentegen, toch.

Slide 6 - Tekstslide

Te doen:
- Maken startopdracht en opdracht 1 + 2.

Slide 7 - Tekstslide

Te doen kader:
- Maken opdracht 3 + 4 + 6 + 7 + 11B
- Klaar? Trainen > woordenschat

Slide 8 - Tekstslide

Te doen basis:
- Maken opdracht 3 + 4 + 6 + 9 + 10

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een tegenstelling?

Slide 10 - Open vraag

Welke signaalwoorden voor een tegenstelling zijn er?
A
maar
B
echter
C
toch
D
omdat

Slide 11 - Quizvraag