Module Participatie: Dagstructuur

Module Participatie
Les 2: Dagstructuur
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module Participatie
Les 2: Dagstructuur

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Kennisdoelen:

Je legt uit wat het belang van een gezonde dag structuur is 
Toepassingsdoelen: 
Je toont aan hoe je kansen en mogelijkheden schept voor cliënten om zich te ontwikkelen 
Je toont aan hoe je tijdig de acties plant in het kader van participatie 
Je laat zien hoe je duidelijke voorlichting geeft afgestemd op het kennis- en taalniveau van de cliënt. 
Burgerschap: 
Je toont aan op welke manier je iets kan betekenen voor mensen in jouw netwerk  





Slide 2 - Tekstslide

Inhoudsopgave
  • Wat is structuur?
  • Structureren van de leefomgeving
  • Structuur tijdens de dagbesteding 

Slide 3 - Tekstslide

Een wereld zonder structuur bestaat niet!
Maar wat betekent structuur nou eigenlijk?
Wie weet dat?
Wat is de definitie van 'structuur' als je het zou Googlen?

Slide 4 - Tekstslide

Structuur is niet alleen zwart wit maar heeft en geeft kleur. Structureren is het verhelderen van de structuur, het verduidelijken van de structuur, met als doel iemand verder te helpen.
  Een structuur is een ordening van de dingen in de wereld om je heen, een patroon. 

Slide 5 - Tekstslide

Maar ook....
Structureren is het programma zo duidelijk maken dat de cliënt er zelf wat mee kan doen, het zelf ook kan accepteren, eigen kan maken. Structureren is de noodzaak van vaste afspraken, van programmapunten, en vervolgens die punten zelf in hun samenhang zo aanbieden, zo hanteren en naleven dat iemand er inzicht in krijgt.

Slide 6 - Tekstslide

Structureren is noodzakelijk omdat het ‘aan zichzelf overgelaten worden’ kan leiden tot....
A
verwarring en vervolgens tot verdere afbraak van het zelfbeeld
B
een depressie en verlies van zelfregie
C
onrust en vervolgens tot optimalisering van het zelfbeeld
D
een warrig en ongecontroleerd leven

Slide 7 - Quizvraag

Structuren in de leefomgeving

Je kunt structuur geven aan de ruimte en de organisatie van dagbesteding. 
Je kijkt dan, afhankelijk van je cliënten, naar de volgende verschillende elementen.
Welke elementen zijn er?
Zie volgende dia...

Slide 8 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur
Biedt een mogelijkheid aan waar iemand tot rust kan komen.

Bekijk de kleuren en breng verandering aan die nodig is. Zorg voor continuïteit door:

alle spullen een vaste plaats te geven

oriëntatiepunten aan te brengen

de locaties van zit/opbergplaatsen te bepalen

wat kan afleiden te verwijderen

Slide 9 - Tekstslide

Sociale structuur
Inventariseer de regels die er zijn, ga na of ze begrepen zijn.

Toets de basisregels op hun geldigheid en bruikbaarheid.

Stel regels op met positieve consequenties bij gewenst gedrag.

Stel regels op met negatieve consequenties bij ongewenst gedrag.

Bespreek de consequenties.

Hou regels en instructies helder en kort.

Herhaal ze regelmatig.

Maak de basisregels visueel.

Maak niet teveel regels.

Slide 10 - Tekstslide

Tijdsstructuur
Zorg voor een dagorde.

Hanteer vaste tijden van opstaan, douchen, maaltijden, training, naar bed gaan.

Neem de week dag voor dag door.

Maak het dagritme bekend door een herkenbaar dagschema aan de wand.

Plaats een klok in de ruimte en geef op het dagschema de standen van de wijzers aan.

Maak gebruik van een horloge.

Werk met een timer of eierwekker.

Slide 11 - Tekstslide

Materiële structuur
Kies de juiste materialen.

Controleer de materialen op stevigheid, natuurlijkheid, moeilijkheid, aantrekkelijkheid.

Markeer het materiaal indien nodig met kleuren.

Leg uit waarvoor het materiaal bedoeld is.

Slide 12 - Tekstslide

Welke elementen waren er?

Slide 13 - Open vraag

Opdracht
Bekijk het volgende filmpje en beantwoord de volgende vraag
Welke kenmerken van structuur zie je terug in het filmpje?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke kenmerken van structuur zie je terug in het filmpje?

Slide 16 - Open vraag

Structuur tijdens de dagbesteding

Je kunt, afhankelijk van je doelgroep, tijdens de dagbesteding zelf structuur verlenen door aandacht te besteden aan:
 de programmacultuur, 
de structuur in bijzondere situaties, 
de spelstructuur, 
de tafelstructuur, 
de taakstructuur, 
de taalstructuur en
de fysieke structuur.



Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf op voor jezelf;
Een uitgebreide uitleg per structuur van de vorige dia!

Slide 18 - Tekstslide

Welk cijfer geef jij de les?
-1100

Slide 19 - Poll