Kijk naar de bovenste rij van de tabel en bepaald de stapgrootte van de horizontale as.
Teken de horizontale as met de bijbehorende stapgrootte.
Schrijf de titel bij de horizontale as.
Kijk naar de onderste rij van de tabel en bepaal de stapgroote van de verticale as. Denk aan een stapgrootte van 1, 2, 5, 10 of 100 (ongeveer 10 hokjes lang).
Teken de verticale as met de bijbehorende stapgrootte.
Schrijf de titel bij de verticale as.
Zet de punten uit de tabel in het assenstelsel.
Verbind de punten met een vloeiende lijn (grafiek tekenen).